Inkomen van topbestuurders met 16 procent gestegen

Peter Voser, een typische asociaal die een inkomen eist waar 700 mensen van zouden kunnen leven.
Laat de rijken de crisis betalen. De sterkste schouders moeten de zwaarste lasten betalen. Haal het geld waar het zit. Dat zijn de eisen van steeds meer mensen in de strijd tegen de bezuinigingen. Maar de rijken blijken volgens een onderzoek van De Volkskrant in 2010 helemaal geen lasten te hebben gedragen. Sterker nog, de beloning van topbestuurders in Nederland is vorig jaar zelfs met 16 procent gestegen, naar gemiddeld 3,1 miljoen euro.

Dankzij hogere bonussen en forse aandelenbeloningen is het inkomen van topbestuurders terug op het niveau van voor de kredietcrisis. Peter Voser van Shell kreeg met 10,5 miljoen euro veruit het hoogste bedrag toegeschoven. De topbestuurders zagen hun gemiddelde jaarbonus met 40 procent toenemen, naar 935 duizend euro. Het vaste jaarsalaris van bestuurders bleef met gemiddeld 890 duizend euro ongeveer gelijk. De Volkskrant onderzocht de salarissen van bestuursvoorzitters bij 21 van de 25 bedrijven uit de Amsterdamse beursgraadmeter AEX.

Een jaarinkomen van 10 miljoen, van dat geld kunnen zo’n 700 mensen leven. Een gemiddeld inkomen van 3 miljoen euro, daar zitten dus die rijke patsers die geld verdienen door anderen voor zich te laten werken. Daar zit het geld en daar moet het geld ook worden gehaald. Niet bij de uitkeringsgerechtigden, niet bij de studenten, niet bij de mensen met een arbeidsbeperking, niet bij de huurders, niet bij de zieken, niet bij de inburgeringsplichtigen. “Waar zit het? Hier zit het!”, dat is dan ook de leus van een nieuwe campagne van Doorbraak.

Harry Westerink