Nederlandse militairen noemden het “godsgericht”, gedwongen gevechten tussen Indonesiërs waarna ze de verliezer doodschoten

Hoge Nederlandse militairen hebben tijdens de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog (1945-1949) tweegevechten georganiseerd tussen inwoners van het toenmalige Nederlands-Indië die ze verdachten van verzet. Wie verloor, kreeg de kogel (…) De elf nabestaanden willen de zaak nu aanhangig maken vanwege de tweegevechten, het geweld en de massa-executies daaromheen. Zij worden bijgestaan door advocate Liesbeth Zegveld (…) Sommige gevechten duurden kort. In het rapport getuigt luitenant Johan Molenkamp dat in Koelo onder leiding van Rijborz het aanwijzen van de slachtoffers door de bevolking plaatsvindt en hij heeft “bij deze actie twee Indonesiërs zien vechten”. Later hoorde hij dat dit een soort godsoordeel was. Het geheel maakte op hem een rommelige indruk. “Rommelig” was het elders veel minder: in Amparita is er sprake van een georganiseerd gevecht, met ingestelde rondes, pauzes en toeschouwers. Amparita, ruim honderd kilometer van Lisu, is een groter dorp. Op de plaats van de gevechten staat nu een moskee. De 89-jarige La Mude Benga, net als Ambo Asse met een kopiah, een islamitisch mutsje, was daar getuige van het gevecht: “Nederlandse militairen reden om vier uur ’s ochtends in een open militair voertuig het dorp binnen. Er zaten drie Nederlanders in, er was een politieagent van hier, hij heette La Kille. Ze schreeuwden dat we allemaal naar beneden moesten komen (de huizen staan op palen) en in een u-vorm op de pasar moesten gaan zitten.” Het rapport van Van Rij en Stam bevestigt dat op bevel van Rijborz Indonesiërs met het aanwijzen beginnen. Executies volgen ter plekke, voor de ogen van de mensen uit de kampong. Een ruzie ontstaat als een man een ander aanwijst die zegt niet bij de opstandelingen te horen. Een getuige in het rapport: “Vervolgens riep de kapitein (Rijborz) de wakil (dorpsleider) en La Kadetjing apart en zei dat ze moesten vechten. Wie overwon had gelijk en wie verloor zou worden doodgeschoten. Alle militairen hielden op met schieten en kwamen er om heen staan om dat te zien. Iedere keer als ze moe waren, haalden de soldaten ze uit elkaar en moesten ze later beginnen. Ongeveer vijf ronden hebben zij gevochten, als bij een bokswedstrijd. Toen de wakil gewond was aan zijn mond en op de grond viel, is hij doodgeschoten door de kapitein.” La Kadetjing is de oom van Mude Benga. “Hij was een grote man en mocht weer gaan zitten.” Ook La Mudes relaas is vooral zakelijk.

Tineke Bennema en Yvonne Rieger-Rompas in Nederlandse militairen noemden het ‘godsgericht’, gedwongen gevechten tussen Indiërs waarna ze de verliezer doodschoten (Trouw)