Prikkeldraad weggehaald aan de buitengrenzen van de EU

Grens tussen Moldavië en Roemenië, vanuit de trein gezien
De afgelopen maanden is een 360 kilometer lang hek tussen Roemenië en Moldavië verwijderd. Vormt dat een eerste stap richting de afbraak van Fort Europa? Of schuift de EU simpelweg zijn buitengrenzen verder op richting het oosten?

In februari 2010 opende de Moldavische premier Vladimir Filat samen met de minister van Binnenlandse Zaken van Roemenië Vasile Blaga een nieuwe grensovergang tussen Moldavië en Roemenië. Tijdens de ceremonie knipten ze een stuk uit het 360 kilometer lange hek van prikkeldraad dat hun beide landen sinds de Tweede Wereldoorlog heeft gescheiden. Het hek werd in de maanden erna volledig verwijderd. Recente artikelen op Moldavische internetpagina’s gaan alleen nog over de bestemming van het metaal en de houten palen.

Roemenië en Moldavië kennen een lange gemeenschappelijke geschiedenis. Beide landen behoorden tussen 1389 en 1812 tot het vorstendom Moldavië, en dat verklaart de overeenkomsten in taal en cultuur. In de afgelopen 200 jaar zijn de mensen aan weerszijden van de rivier Prut een aantal keer van elkaar gescheiden en weer verenigd. Dan weer behoorde de Moldavische kant van de grensregio tot het Russische rijk en later de Sovjet-Unie, dan weer tot Roemenië. Sinds 1991 is de Republiek van Moldavië een onafhankelijke staat. Roemenië en Moldavië voerden destijds meteen een open grens-beleid in. Dat leidde tot een flinke toename in grensoverschrijdende handel en contacten. Maar dat hield niet lang stand. Om te kunnen voldoen aan de voorwaarden voor het EU-lidmaatschap, voerde Roemenië al in 2000 paspoortcontroles in. En sinds de daadwerkelijke toetreding in 2007 hebben Moldaviërs zelfs een visum nodig. Het gaat overigens om een eenzijdige regeling. Want Roemenen en alle andere EU-burgers hebben geen visum nodig om Moldavië binnen te komen. In het voorjaar van 2010 werd tegelijk met het verwijderen van het prikkeldraad het “small-scale cross border traffic” in het leven geroepen. Moldaviërs die in de grensregio wonen, die tot 50 kilometer landinwaarts doorloopt, kunnen voortaan een twee jaar geldend visum krijgen voor Roemenië, althans tot eveneens 50 kilometer landinwaarts.

Grenzen dicht

Deze situatie aan de grens tussen Moldavië en Roemenië is een typisch voorbeeld van het controversiële en ook tegenstrijdige EU-grensbeleid. In principe doet de EU er alles aan om illegale immigratie tegen te gaan. Landen als Roemenië moeten hun buitengrenzen compleet dichtspijkeren om te mogen toetreden tot de EU, die daarbij overigens graag een handje helpt. De Europese grenspolitie Frontex heeft meerdere projecten uitgevoerd aan de Roemeens-Moldavische grens, van het trainen en adviseren van de Roemeense grenspolitie tot operatie Gordius. Dat laatste was een twee weken durende operatie om Moldaviërs tegen te houden die illegaal de grens probeerden over te steken. Frontex had namelijk via een risico-analyse vastgesteld dat de meeste mensen die illegaal een Oost-Europese grens overstaken de Moldavische nationaliteit hadden. Aan de operatie namen marechaussees deel van een hele reeks EU-landen: Bulgarije, Tsjechië, Finland, Frankrijk, Duitsland, Letland, Polen, Portugal, Slovenië, Spanje en Groot-Brittannië. Hun opdracht was om de grenscontrole te versterken en de lokale autoriteiten te assisteren bij het identificeren van valse Moldavische paspoorten.

Naast deze “harde maatregelen” worden ook meer “zachte maatregelen” ingezet om te voorkomen dat Moldaviërs naar de EU afreizen. Zo voert de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) diverse campagnes om mensen “voor te lichten” over hoe het leven in de EU daadwerkelijk zou zijn, wat hen hier te wachten zou staan. De IOM verspreidt zo bijvoorbeeld de film “Lilya4ever” over een vrouw die via een mensenhandelaar in Zweden in de prostitutie terecht komt, terwijl ze juist hoopte op een beter leven. Met financiële steun van de Nederlandse regering heeft IOM Moldavië ook het Migration Information Resource Centre (MIRC) opgericht. Op de voorpagina van de MIRC-website staan voorbeelden van Moldaviërs die in de EU hebben gewerkt. Zij benadrukken daar hoe belangrijk het is om bij je familie te zijn, en wat je dus mist als je in het buitenland werkt.

Samen met de Moldavische auteur Dumitru Crudu distribueert de IOM ook een theaterstuk over het weinig succesvolle leven van Moldaviërs in de EU. De theatermaker motiveert zijn stuk met de hoop dat op een dag “mensen hun dromen kunnen waarmaken in hun eigen land, en dat migratie geen manier is om professionele en intellectuele groei te bereiken.” Verder zegt hij: “Een goede Moldavische arts moet niet eindigen met het wassen van auto’s.” En: “Ik hoop dat op een dag het mogelijk wordt voor ons om naar Europa te gaan als toeristen of om te werken.” De IOM lijkt een ander doel na te streven. Martin Andreas Wyss van IOM Moldavië zegt namelijk over het MIRC: “Met de oprichting van dit centrum hopen wij een brug te slaan tussen de publieke behoefte naar feiten over migratie en de officiële verschaffing van deze informatie met als uiteindelijk doel illegale migratie te reduceren.”

Vervagende grenzen?

De EU probeert op vele manieren illegale migratie tegen te gaan. Tegelijkertijd beweert men ook grensoverschrijdende samenwerking te stimuleren, ter bevordering van “de veiligheid”. De EU roept daartoe Euroregio’s in het leven, grensoverschrijdende regio’s waar samenwerking gestimuleerd wordt, economisch en op andere gebieden. In het geval van Moldavië heeft de EU de grens daarbij weer iets geopend, in ieder geval voor mensen in de grensregio. Vormen zulke maatregelen de eerste stappen richting het openen van de buitengrenzen, richting het vervagen van grenzen als resultaat van globalisering? Of is de EU te beschouwen als een post-koloniale macht die haar grenzen aan het opschuiven is? Dat eerste zou mooi zijn, maar het tweede is het meest waarschijnlijke antwoord. De samenwerking en het openen van de grenzen zijn namelijk afhankelijk van de mate waarin een land “de normen en waarden” van de EU onderschrijft en naleeft.

De EU heeft met een groot aantal buurlanden, waaronder dus ook Moldavië, samenwerkingscontracten – “Action Plans” – opgesteld als onderdeel van het European Neighbourhood Program. In zulke actieplannen zijn een reeks punten opgenomen over onder meer economie, bestuur en onderwijs, waarop de betrokken landen hun systemen moeten aanpassen aan dat van de EU. En dat allemaal onder de noemer van vrijheid en veiligheid. De EU hoeft daarentegen geen aanpassingen te doen. De Unie stelt er een economische stimulans tegenover. Zo kunnen de landen die meedoen aan het programma en die hervormingen doorvoeren conform de EU-richtlijnen, economische steun en meer handel verwachten. De EU schuift haar grenzen niet via militair geweld op. Er worden geen landen ingenomen. Maar door haar machtspositie heeft de Unie het wel voor elkaar gekregen dat veel landen lid willen worden, of in ieder geval intensief willen samenwerken.

De huidige zeer EU-gezinde Moldavische regering heeft inmiddels zelfs een ministerie voor Buitenland en Europese Integratie in het leven geroepen. Tijdens een ontmoeting met de Roemeense premier op 31 maart, de dag dat het “small-scale cross border traffic” in werking trad, zei de Moldavische premier Filat: “De Moldavische republiek is een Europees land met Europese burgers die recht hebben op toegang tot Europese waarden en vrijheden.” Moldavië wil zich zo graag profileren als Europees land, als toekomstig EU-lid, dat men de normen en waarden van de Unie gemakshalve maar gelijkstelt aan vrijheid.

Pauline van Tuyll