Revolutie tegen staatsgreep in Soedan

Bij het protest van zaterdag 30 oktober voor de deur bij de Soedanese ambassade in Den Haag.

Belangrijkste strijdnieuws van de afgelopen week, zonder de geringste twijfel: de gebeurtenissen in Soedan. In dat land beantwoorden honderdduizenden getergde en woedende mensen een militaire staatsgreep met een nieuwe ronde revolutie. Alleen al het feit dat de protesten tegen de staatsgreep ruim een week later standhouden en voortduren, laat zien dat de revolutie niet aan de verliezende hand is. Dit zijn gebeurtenissen van wereldformaat. Hier vechten in essentie vrijheid en solidariteit tegen militarisme en onderdrukking.

Wat is er gebeurd? Vorige week maandag zette generaal Al-Burhan de regering van premier Hamdok af. Daarmee kwam een eind aan een wankel overgangsbewind. In dat bewind bestuurden militairen en burgerpolitici samen het land. Het overgangsbewind was gevormd nadat vanaf november 2018 enorme demonstraties, vergezeld van sit-ins en stakingen, het bewind van dictator generaal Al-Bashir zo hevig onder druk had gezet dat zijn collega-militairen hem op 11 april 2019 overboord gooiden. De protesten waren begonnen uit verzet tegen prijsverhoging, maar groeiden al snel uit tot een algemene opstand tegen de dictatuur. Die dictatuur was nu verslagen door revolutie.

Maar de nederlaag was bepaald niet compleet: het overgangsbewind gaf de militaire leiding nog steeds een hoofdrol. De dictator was weg, het bewind nog lang niet. En de laatste maanden groeide de druk van militaire kant op de burgerpolitici. Triest genoeg kregen militaire leiders toenemende steun vanuit delen van de bevolking die na de revolutie wel wat meer vrijheid ervoeren, maar geen wezenlijke verbetering in hun armoedige bestaan. Het bezuinigingsprogramma IMF-style, door de nieuwe regering geaccepteerd in ruil voor financiële steun, hielp ook bepaald niet mee. In arren moede raakten delen van de bevolking gedesillusioneerd in hun revolutie en toonden ze zich vatbaar voor het idee dat het misschien wel beter was dat daadkrachtige militairen toch maar weer ‘orde op zaken’ zouden stellen. Er waren zelfs demonstraties van supporters van het leger.

De militaire top stond onder tijdsdruk, althans, dat zal hun perceptie zijn geweest. NOS-verslaggever Bam Vermeulen: “De samenwerking tussen de militairen en de burgers, waartoe ze twee jaar geleden hebben besloten na de revolutie tegen president Al-Bashir, zou in november eigenlijk eindigen. Dit is het moment dat er een complete burgerregering zou moeten worden geïnstalleerd en er ook verkiezingen zouden komen.” De staatsgreep haalt een streep door dat scenario, al belooft generaal Al-Burhan nog steeds verkiezingen in 2023. Maar in de tussentijd wil hij een regering waarin militairen samenwerken met burgers die echter geen “partijpolitici” mogen zijn. Dat een generaal uit gaat maken welke burgers wel en welke niet mogen meedoen, is de houding van een dictator. Wat hij natuurlijk ook is.

In een nieuwe – beter: herstelde oude – dictatuur hebben heel veel mensen in Soedan overduidelijk geen trek. Vanaf de eerste dag waren er demonstraties tegen de staatsgreep. Al snel kwamen daar barricades van autobanden en dergelijke aan te pas. Veiligheidstroepen haalden die dan weg, even verderop richtten actievoerders ze weer op. Dat soort taferelen dus. Vakbonden lanceerden een campagne van burgerlijke ongehoorzaamheid, waar intussen ook olie-arbeiders aan meedoen. Wat dat meedoen inhoudt is niet helemaal duidelijk, maar het klinkt als staken. Tot dat laatste hebben intussen ook artsen via hun vakbond besloten. De Unified Doctors’ Office, een bundeling van betreffende vakbonden, kondigde aan: “Zoals we beloofden en eerder aankondigden, zouden we aan een algemene staking in heel Soedan deelnemen in het geval van een staatsgreep, wij houden ons helemaal aan ons woord en timing.” Kennelijk is er dus zoiets als een algemene staking gaande.

Intussen riepen buurtcomités – organisaties die in de hele revolutie een belangrijke rol speelden om druk van onderop uit te oefenen – op tot barricadestrijd en demonstraties, die dan uit dienden te monden in een “Mars van Miljoenen”, een gigantisch protest in het hele land. Dat heeft inmiddels plaatsgevonden. Veiligheidstroepen namen demonstranten onder vuur en brachten zeker drie mensen om het leven. Dit gebeurde “terwijl honderdduizenden Soedanese mensen de straten op gingen op zaterdag in een gigantisch vertoon van oppositie tegen de militaire staatsgreep van maandag”, aldus de Guardian. De protesten vonden plaats in de hoofdstad Khartoum, maar ook in tal van andere plaatsen in het land. Drie demonstranten doodgeschoten is drie teveel. Maar het weerhoudt demonstranten er overduidelijk niet van om de straat op te blijven gaan, en je krijgt er ook niet zomaar grote aantallen stakers weer aan het werk.

Intussen zijn er alweer nieuwe protesten gemeld, en nieuwe repressie. Demonstranten “renden weg toen de veiligheidstroepen hier binnen kwamen, maar toen die de barricades verwijderden en vertrokken, kwamen ze terug en bouwden nieuwe barricades”, vertelde een demonstrant over wat er zondag 31 oktober onder meer plaatsvond, op “een zevende dag” van protest tegen de staatsgreep.

Niets wijst er op dat het de laatste dag zal zijn, in wat feitelijk een nieuwe revolutie is tegen een vers maar wankel militair bewind. Dat bewind moordt om zich in het zadel te houden. Het totaal aantal slachtoffers van staatsrepressie bedraagt inmiddels zeker twaalf, en mogelijk enkele tientallen. Akelig, maar vooral een extra reden om snel van dit bewind af te komen. En bij lange na niet genoeg om de bevolking zo bang te krijgen dat die thuisblijft. Nee, ik denk niet dat de militaire machthebbers er erg goed voor staan.

Dit bewind kan dus verslagen worden! Maar het is zaak dat de strijd zich niet beperkt tot de vervanging van het militaire bewind door een burgerregering plus verkiezingen. Als die burgerregering – zelfs na min of meer vrije verkiezingen – een beleid voert om schuldeisers tegemoet te komen en investeerders te plezieren, dan blijven de meeste mensen straatarm en gefrustreerd. Dat opent dan de deur voor nieuwe pogingen van de legertop om de macht te heroveren nadat desillusie de steun voor een burgerregering weer doet afbrokkelen.

Om dit te voorkomen, zullen twee dingen nodig zijn. In de eerste plaats: ontmanteling van het militaire apparaat, zodat dit simpelweg geen staatsgrepen meer kan plegen en als machtsfactor uitgeschakeld wordt. Daartoe is het nodig dat de revolutie aan haar arsenaal van strijdmiddelen naast demonstraties, barricades en stakingen het wapen van muiterij en dienstweigering weet te hanteren. In de tweede plaats: sociale strijd tegen de verarming, tegen de wortels daarvan, en dus tegen een economisch systeem dat draait om ondernemerswinsten over de ruggen van de arme bevolking.

Het is precies ook omdat die twee thema’s de afgelopen tijd niet of onvoldoende op de voorgrond stonden in de revolutie, dat de militairen hun kans zagen en konden grijpen. Dat lijkt te mislukken. Maar we kunnen er niet van uitgaan dat het een volgende keer weer zo gaat. Aan strijdwil ontbreekt het in ieder geval niet, en die rol van buurtorganisaties als gangmakers laat zien dat we hier een echte revolutie van onderop in volle vaart zien. Daar – en niet bij een burgerregering als einddoel – ligt het kloppend hart van de bevrijdingsstrijd die momenteel in Soedan plaatsvindt.

Peter Storm

(Dit artikel verscheen eerder vandaag op zijn website Ravotr.)