VPRO-documentaire over Kekistan ziet rechtse realiteit niet

Kekistanvlag
Kekistanvlag.

Met verbazing heb ik gisteren de Tegenlicht-documentaire over Kekistan en nieuwe extreem-rechtse jongerenbewegingen zitten kijken. De teneur van het verhaal: al dat gedweep met fascisme en toxische masculiniteit is puur ironisch bedoeld, dat mensen gewapend met verkapte nazivlaggen, helmen en schilden de straat op gaan is puur ‘for the lulz’, en reactionair conservatisme is zeg maar het nieuwe punkrock. Voor zover ze überhaupt een serieuze boodschap hebben, is het hen enkel en alleen te doen om de “vrijheid van meningsuiting” (want zeg nou zelf: niemand heeft het daar toch nog over?). Gaat u dus maar rustig slapen vanavond, en doe vooral niet zo moeilijk.

Nu valt er een hoop te zeggen over de strategische functie van humor, en hoe ook grappen en trollen wel degelijk een rol spelen in het reproduceren van (potentieel) gevaarlijke denkbeelden en ideologieën. Waarom zou iets ineens niet meer schadelijk of problematisch zijn als mensen er om moeten lachen?

Ik, in ieder geval, kan me niet voorstellen dat iemand met enig besef van wat er in de twintigste eeuw gebeurd is, zo gemakkelijk een extreem-rechtse beweging met een groeiend mobiliseringspotentieel terzijde kan schuiven als een compleet ongevaarlijk cultureel fenomeen. En dat alleen maar omdat men ons belooft dat je het allemaal niet zo letterlijk moet nemen, en dat de soep heus niet zo heet gegeten zal worden (want, tot spijt van de “Godwin”-roepers moet het toch echt gezegd worden: precies hetzelfde zei men in de jaren twintig en dertig ook vaak over het fascisme).

Overigens valt ook op dat men zich voortdurend beroept op de vooronderstelde ‘humor’ en ‘ironie’ van extreem-rechtse jongerencultuur, en dan vervolgens Jordan Peterson – een ontzettend zure en ressentimentele beroepsseksist, waar werkelijk niets grappigs of ironisch aan te beleven valt – als voorname spreekbuis/inspiratiebron van die beweging. Kennelijk moeten we zelfs het voortdurend gedane beroep op ‘ironie’ met een korreltje zout nemen.

Belangrijkste punt van kritiek is misschien wel dat het beeld dat deze bewegingen presenteren van de politieke werkelijkheid, gewoonweg niet klopt. Alle geïnterviewden in deze Tegenlicht-documentaire beweren met droge ogen dat ‘links’ vandaag de dag hegemonisch is, en dat men dus niet raar op moet kijken wanneer hedendaagse ’tegenbewegingen’ in reactie daarop een rechts discours vormen. Maar zoals Ico Maly betoogt in “Waarom VPRO Tegenlicht met de documentaire Trollen, Trump & Thierry de bal misslaat”, getuigt die bewering – en het feit dat die nergens in de documentaire überhaupt kritisch bevraagd wordt – van een totaal onbegrip van de tijd waarin we leven:

“Het lijkt wel of Reagan, Bush Sr. en Jr. en Trump niet gebeurd zijn. Het lijkt wel of Wilders en Fortuyn er niet geweest zijn. Het lijkt alsof Thatcher en neo-liberalisme niet bestaan hebben. We sluiten ook even de ogen voor de dominante anti-migratie en anti-islam discoursen en praktijken in de laatste drie decennia in de gehele westerse wereld. Hier zit de kern van het probleem met de documentaire: ze is politiek naïef. De maker ontbeert blijkbaar de politieke bagage om het Kekistani-narratief in zijn politieke context te plaatsen. De idealen van mei ’68 domineren helemaal niet de mainstream. Het omgekeerde is een feit.”

Mathijs van de Sande