Wilders treedt in de voetsporen van de apartheidspolitiek van Israël en Zuid-Afrika

Balthazar Johannes Vorster
Balthazar Johannes Vorster

Een rondje langs de bekende nieuw-rechtse fora brengt geen verrassende nieuwe inzichten rond het nieuws over het AIVD-onderzoek naar Geert Wilders. De verontwaardiging gaat niet verder dan “meten met twee maten”, “grotesk” en de eenentwintigste eeuwse dooddoener “vrijheid wordt de mond gesnoerd”. Het rechtse ‘mens-erger-je-niet’-en roept “moord op de vrijheid” en stelt de loyaliteit van andere politici ter discussie. Uiteraard nemen de roeptoeters van rechts Kamervoorzitter Khadija Arib in het vizier, want hoe kun je met twee paspoorten loyaal zijn aan de Nederlandse staat? Wilders zelf spreekt van een complot van de elite en de rechterlijke macht, “waar wij op 15 maart mee gaan afrekenen”.

Het is onbekend of het AIVD-onderzoek van 2009-2010 naar de Israëlische contacten van Wilders, waar De Volkskrant op 2 december mee opende, iets heeft opgeleverd. Het zijn vooral de nauwe banden die de PVV-leider heeft met Israëlische politici, militairen en diplomaten, die de belangstelling wekken. Ook een aantal PVV-medewerkers en -politici onderhoudt contacten met de Israëlische overheid en de geheime dienst Mossad.

Ambassade

De bekendste is Gidi Markuszower, ondernemer uit Amstelveen en senator voor de PVV. In 2010 krijgt minister van Binnenlandse Zaken Ernst Hirsch Ballin een brief van de AIVD waarin staat dat Markuszower “een risico is voor de integriteit van Nederland” vanwege zijn contacten met een buitenlandse geheime dienst. Er is geen twijfel over dat hiermee de Mossad wordt bedoeld.

Toen Wilders onafhankelijk Kamerlid werd, was zijn eerste beleidsmedewerker Elliott Wagschal, die rechtstreeks van de Israëlische ambassade in Den Haag afkomstig was. Wilders liep daar zo vaak naar binnen dat hij de aandacht trok van de AIVD. De Telegraaf meldde dat al in 2007. Bovendien liet een oud-topambtenaar van het ministerie van Buitenlandse Zaken aan Vrij Nederland-journalist Emile Fallaux weten dat de internationale veiligheidsdirectie van Buitenlandse Zaken “ongeveer een formatieplaats nodig had voor het beantwoorden van (soms zeer gedetailleerde) vragen van Wilders over met name het Midden-Oosten. Hoewel we dat niet echt konden bewijzen, was het duidelijk dat hij veel vragen toegespeeld kreeg van de Israëlische ambassade.”

Wilders was (en is) zeer goed bevriend met de tweede man van de Israëlische ambassade, Zeev Boker. De jongste wapenfeiten van Boker, tegenwoordig Israëlisch ambassadeur in Ierland, zijn de uitlatingen dat “Israël niet rechtstreeks burgers aanvalt, iets dat Hamas vanuit Gaza wel doet”, en dat hij niet kan garanderen dat de Mossad niet opnieuw gebruik zal maken van Ierse paspoorten voor clandestiene operaties. (In 2010 vermoordden agenten van de Mossad, die in het bezit waren van Ierse paspoorten, de Palestijnse leider Mahmoud Al-Mabhouh in Dubai).

Iran-desk

Dat is niet de verantwoordelijkheid van Wilders. Maar de PVV-leider en zijn medewerkers schrikken er niet voor terug om contacten aan te gaan met de Mossad en andere Israëlische staatsorganen. Zo pocht Wilders graag over het uitgebreide netwerk van Israëlische politici en militairen dat hij in de loop der jaren heeft opgebouwd. “Op het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken kwam ik in het strengst beveiligde deel – achter dikke deuren – en daar zat dan de Iran-desk”, zegt Wilders in 2007 in De Volkskrant.

In zijn Israëlische netwerk zit onder andere generaal Amos Gilad, een uitgesproken havik die verantwoordelijk is voor het harde Israëlische beleid sinds de Intifadah van 2000. Gilad wordt er in Israël van beschuldigd de scheidslijnen tussen politiek en leger te willen opheffen. Als generaal leverde hij voortdurend valse informatie aan politici ten nadele van Palestijnse voorstellen.

Een andere vriend van Wilders is Aryeh Eldad, voormalig lid van de Knesset voor de extreem-rechtse partijen National Union en Otzma Yehudit. Eldad is voorstander van het nederzettingenbeleid en riep ooit op tot burgerlijke ongehoorzaamheid en verzet tegen het ontmantelen ervan. Hij wil de twee miljoen Palestijnen uit de door Israël bezette gebieden deporteren. Een van zijn beruchte uitspraken is: “Als ik ’s ochtends op sta, verdeel ik de dag in twee delen. In het eerste deel van de dag probeer ik de oprichting van een Palestijnse staat te voorkomen.”

Wilders schreef ooit, in de geest van Eldad: “De Arabische landen kunnen de Palestijnen uit de ‘bezette gebieden’ heel goed herbergen. Een migratie naar de Arabische landen is logisch en wenselijk”. De etnische zuivering die Wilders en zijn Israëlische vrienden in Israël willen uitvoeren, lijkt een voorbode voor de politiek van de PVV in Nederland.

Detentie

Wilders noemt zich een vriend van Israël. Hij ziet het land als “een baken, een lichtend voorbeeld”. Een land dat al decennia illegaal grondgebied bezet houdt en de bevolking koloniseert, dat zonder enige vorm van proces politieke tegenstanders doodt, dat internationale rechtsregels aan de laars lapt en Palestijnen vastzet in ‘administratieve detentie’, dat betekent zonder proces of formele aanklacht. Wilders heeft geprobeerd om dat ook in Nederland bij wet in te voeren.

Administratieve detentie is het illegale strafsysteem dat Israël linkt met die andere apartheidsstaat, het Zuid-Afrika van voor 1994. Sinds 1967 hield Israël ruim zevenhonderdduizend Palestijnen vast, waarvan enkele tienduizenden in administratieve detentie. Honderden daarvan waren jonger dan zestien jaar. Zuid-Afrika voerde jarenlang dezelfde praktijk uit: tienduizenden niet-witte inwoners werden zonder vorm van proces vastgezet, waaronder tweeduizend onder de zestien jaar.

Zuid-Afrika

Israël en het Zuid-Afrika van de apartheid hebben altijd een bijzondere alliantie gevormd. Dat uitte zich niet alleen in dezelfde manier van behandeling van tegenstanders van beide regimes, maar ook in het delen van kennis over hoe burgerrechtenbewegingen en bijvoorbeeld hongerstakingen in gevangenissen te onderdrukken. Een bizarre alliantie ook. De Zuid-Afrikaanse minister-president Balthazar Johannes Vorster, de architect van de apartheid, vergeleek zijn land met nazi-Duitsland: “Wij staan voor christelijk nationalisme dat een bondgenoot is van nationaal-socialisme… je kan zo’n anti-democratisch systeem een dictatuur noemen als je wilt”, zei hij in 1942. “In Italië heet het fascisme, in Duitsland nationaal-socialisme en in Zuid-Afrika christen-nationalisme.”

Na de Zesdaagse oorlog van 1967 en de Yom Kippur-oorlog van 1973 knoopte Israël banden aan met het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime, maar ook met de militaire dictaturen in Argentinië, Chili en Midden-Amerika, die overigens een aantal decennia eerder al met open armen nazi-oorlogsmisdadigers ontvangen hadden. Die landen wisselden expertise uit op het gebied van afluisteren, onderdrukken, ondervragen en martelen, en ze leverden wapens aan elkaar. De ideologische paraplu waaronder al deze regimes zich schaarden was “het verdedigen van de westerse (witte) beschaving tegen de barbaren”.

Bosma

Het is dezelfde missie die Geert Wilders en zijn secondant Martin Bosma, die zo gecharmeerd is van het apartheidsregime in Zuid-Afrika, zich hebben toegeëigend. Hun bevriende Israëlische en Amerikaanse neo-conservatieve anti-islam strijders souffleren de PVV hierbij van harte. De leus van zijn pas gestarte verkiezingscampagne is dat “Nederland weer van ons moet worden”. Maar van wie is Wilders? Welke belangen dient hij? Zijn voorstel voor het invoeren van administratieve detentie was een duister proefballonnetje. Tien jaar later timmert de PVV-leider harder dan ooit aan de weg. Zijn uitspraken en ideeën laten zien welke geestelijke vaders Wilders heeft – Begin, Sharon, Vorster – en welk systeem hij in Nederland wil invoeren – apartheid.

Rutilio Grande