De oorlog tegen Rishi: waarom het doorgaat na zijn dood

De schimmige zaak van Ihsanʼs dood in de handen van de politie geeft een parallel aan de zeer waarschijnlijke vrijspraak van de agent die Rishi doodde. Beide vormen een getuigenis van hoe de verschillende Nederlandse instituten (politie, justitie en OM, medische instellingen, ʻdeskundigenʼ en media) een cultuur consolideren van straffeloosheid die een ruimte openlaat (grijs gebied) voor de politie om excessief geweld te gebruiken in het algemeen en tegen gekleurde mensen in het bijzonder. Een besef van deze ʻonaantastbaarheidʼ kan de individuele politieagent alleen maar aanmoedigen bij de uitoefening van bruut geweld. Dit is misschien niet verrassend, misschien zelfs noodzakelijk, gezien de opkomst van neo-liberalisme als doctrine die de staat propageert als hoeder van de openbare orde in dienst van de vrije markt, in plaats van leverancier van basale sociale zekerheid. Als gevolg daarvan worden de sociale problemen, zoals de groei van sociaal-economische ongelijkheid behandeld als veiligheidsproblemen. Met andere woorden, gekleurde mensen, ongedocumenteerden, migranten, jongeren, daklozen en de arbeidersklasse – degenen die het meest kwetsbaar zijn voor het neo-liberale beleid en de steeds agressievere bezuinigingsmaatregelen – worden beschouwd als gevaar voor de openbare orde en moeten worden aangepakt door de politie, rechtbanken, en het gevangenissysteem.

Bryan van Hulst en Abulkasim Al Jaberi in De oorlog tegen Rishi: waarom het doorgaat na zijn dood (Socialisme.nu)