Wie kritiek levert op het Huis Nederland, wordt eruit gedonderd

Een grote, witte man staat op. “Chauffeur, heeft u hulp nodig, want ik ben het meer dan zat.” Zijn stem en taal verraden middenklasse. De zwarte vrouw tutoyeert hij, dat moet ook wel, want hij levert een dreigement: “Ik grijp je straks bij de lurven, eruit.” De zwarte vrouw sputtert tegen. Dan horen we een andere vrouwenstem op de achtergrond zangerig en vermoeid zeggen: “Hé, we willen allemaal graag naar huis.” Inmiddels omcirkelen vier volwassen witte mannen een zwarte vrouw. “U spreekt niet eens gewoon behoorlijk Nederlands gewoon”, zegt de chauffeur. “U moet gewoon uw mond houden gewoon. U moet er gewoon uitgaan. Mevrouw, bent u hier ook als gast gekomen in dit land? U heeft behoorlijk wat praatjes.” Wie er wel, en wie er niet bij horen. Een wit lichaam dat een zwart lichaam herinnert aan de historische, hiërarchische pikorde. Gereduceerd worden tot je lichaam, tot de huid en de stem. De normaalste zaak van de wereld, gewoon. We hebben geen racismeprobleem, dat hebben we niet, zeggen we op bezwerende en mechanische toon. We hebben geen probleem, maken we onszelf wijs. De passagiers in deze bus hebben geen witte puntmuts op. Dit zijn gewone, normale Nederlanders, misschien wel jouw familie, vriend, collega of kennis.

Sinan Çankaya in Wie kritiek levert op het Huis Nederland, wordt eruit gedonderd (Correspondent)