“Amnesty moet de ogen niet sluiten voor wat hier gebeurt”

In het nieuwste nummer van “Wordt Vervolgd”, het maandblad van Amnesty International, staat een heel kort interview met Abdulrazik en Maryse: “De vrijwilliger: ‘Ik weet hoe het leven is in moeilijke tijden’”. De twee werden geïnterviewd door een fotograaf van Amnesty, en kregen daarna netjes de tekst opgestuurd ter goedkeuring. Ze lieten weten die prima te vinden. maar tot hun verbazing werden er slechts enkele zinnen van gepubliceerd. De oorspronkelijke tekst was veel langer en kritischer, aldus Abdulrazik, die ook actief is bij Doorbraak. Hieronder eerst de gepubliceerde tekst en daarna de oorspronkelijke versie.

Naam Abdulrazik (25) komt uit Darfur (Soedan), sinds 2015 in Nederland. Gaat in september politicologie studeren. Maryse (22) komt uit Zaandam, studeert culturele antropologie. Ontmoetten elkaar als Amnesty-vrijwilligers op een bevrijdingsfestival in 2018 en zijn nu verloofd. Functie Lid van de Amnesty-studentengroep in Amsterdam. “Bij Amnesty doen we ervaring op, zoals het in kaart brengen van neo-koloniale structuren, en bouwen we aan een netwerk.” Motivatie Abdulrazik: “Ik weet hoe het leven is in moeilijke tijden. In Darfur zag ik hoe mensen andere mensen doodmaakten. Ik zal nooit accepteren dat anderen dit ook moeten doorstaan.” Doel Maryse: “We willen écht iets veranderen, en het leven voor anderen beter maken.”

Tot zover de Amnesty-versie. Hier de oorspronkelijke tekst:

Beiden zitten in het studententeam Amsterdam, wat een heel interessant team is omdat het bestaat uit studenten van verschillende nationaliteiten en vanuit verschillende universiteiten. Het is heel fijn om zo’n netwerk op te bouwen. Ze zijn daar heel breed inzetbaar. Elke twee weken hebben ze vergadering en plannen ze nieuwe acties. Daarnaast regelen ze evenementen, vragen donaties, schrijven brieven en petities. Daarnaast doen ze beiden ook nog ander vrijwilligerswerk.

Maryse: “Wat ons drijft is het ontmantelen van onrechtvaardige structuren op de wereld, en bij Amnesty doen we ervaring op zodat we dingen in kaart kunnen brengen. Bijvoorbeeld de neo-koloniale structuren, witte suprematie, onrecht voortkomend uit belastingparadijzen. We willen écht iets veranderen. We willen het leven voor andere mensen beter maken.”

Abdulrazik: “Het komt ook omdat ik zelf ongelijkheid heb ervaren en nog steeds ervaar. Ik weet hoe het leven is in moeilijke tijden. In Darfur heb ik gezien hoe mensen andere mensen doodmaakten. En mijn reis van Soedan naar Nederland was zo hard: vijf dagen woestijn, 27 dagen in een gevangenis, afhankelijk van mensensmokkelaars, drie dagen op zee terwijl je helemaal niet meer weet waar je bent. Ik was een paar keer bijna dood. Ook heb ik ervaren hoe het is om onmenselijk behandeld te worden, alleen doordat je een andere kleur hebt of andere cultuur of omdat je in een land bent waar je niet vandaan komt. Ik zal nooit accepteren dat anderen dit ook moeten doorstaan, want geweld is ontoelaatbaar. Ik ben een mens! Net als jij, want ik zie geen verschil tussen jou en mij. We heten allemaal ‘mens’. Ook vandaag zit mijn familie nog steeds daar in een vluchtelingenkamp. Daarom ben ik heel dankbaar dat ik nu mensen ontmoet die net als ik ook staan voor mensenrechten. Via Amnesty maar ook tijdens demonstraties, zoals vorige week op de Dam. Dat was voor mij heel bijzonder.”

“Ook al vinden we Amnesty een goede organisatie, we zijn soms ook wel kritisch: bijvoorbeeld in ons team willen we meer vrijheid. We willen evenementen organiseren over Zwarte Piet of over de vluchtelingen in Calais, maar zij willen dat niet. Dat is voor ons vreemd, want wij zijn studenten die uit allerlei culturen komen en dus dingen vanuit hele andere perspectieven bekijken. We willen graag dat onze perspectieven ook ruimte krijgen, dat ze daar naar luisteren. Want die zijn belangrijk. Ook zouden we het liefst zien dat Amnesty financieel helemaal onafhankelijk zou zijn van de Nederlandse overheid. Zo zou Amnesty meer moeten kijken naar wat er hier in Nederland gedaan kan worden, in plaats van alleen naar het buitenland. Want ook hier slapen mensen op straat of worden ze onterecht teruggestuurd naar het land van herkomst of hebben ze te maken met racisme. Ze moeten niet hun ogen sluiten voor wat hier gebeurt.”

“‘Illegaal’ bestaat voor mij niet, want het betekent niks voor mij. Alleen omdat ik hier niet ben geboren, wil nog niet zeggen dat ik dan illegaal ben. Mensen moeten begrijpen dat mensen niet zomaar vluchten. Hun huizen worden in brand gestoken, en tijdens de reis om naar een veiliger plek te gaan, moeten ze levensgevaarlijke dingen ondernemen. En dan zijn ze eindelijk hier na een slopende tocht en dan zijn ze ‘illegaal’. Dat je wieg toevallig heeft gestaan in een onveilig land, daar kun je niks aan doen. Maar het bepaalt wel je hele leven. Hoe oneerlijk dat is, dat zouden mensen in Nederland eens beter moeten begrijpen.”

(De link is toegevoegd door Doorbraak.)