Amsterdamse GroenLinks-wethouder Groot Wassink dreigt een uitrookbeleid tegen bijstandsgerechtigden te gaan voeren

Rutger Groot Wassink.

De Amsterdamse GroenLinks-wethouder Rutger Groot Wassink, die gaat over de uitvoering van de Participatiewet, heeft op 20 mei een brief naar de gemeenteraad gestuurd waarin hij zijn plannen voor de nabije toekomst uiteenzet. De brief werd begeleid met zijn commentaren in de pers, onder meer via een artikel in Het Parool, waarbij hij zijn plannen toelichtte. In de media wordt gesproken over een “militaire operatie” richting de Amsterdamse bijstandsgerechtigden, maar het is enigszins onduidelijk of Groot Wassink deze woorden in de mond heeft genomen.

In de pers kwam naar voren dat alle 40.000 Amsterdamse bijstandsgerechtigden op gesprek moeten komen. Maar in de brief staat dat 30.000 bijstandsgerechtigden zullen worden opgeroepen. Het verschil zit hem er waarschijnlijk in dat alle 40.000 baanlozen telefonisch of schriftelijk zullen worden benaderd, maar dat men het voornemen heeft om 30.000 van hen ook daadwerkelijk op te roepen. Ook komt in de pers en de brief naar voren dat die gesprekken niet vrijblijvend zijn. Op een al van andere politici bekende manier wordt een kleine minderheid die zogenaamd niets zou willen, gebruikt als argument om alle bijstandsgerechtigden intensiever en strenger aan te pakken. Ook wordt het nodige effect verwacht van een uitrookbeleid: mensen die niet zouden willen, of die niet op alle gesprekken komen opdagen, of die door alle druk afzien van een uitkering, die moeten zich maar zien te redden. Weg is weg. Nu al ervaren wij op het Bijstandsbond-spreekuur dat diverse mensen ervoor kiezen om met betaald werk te leven beneden het sociale bestaansminimum. Want al dat gedoe met de uitvoeringsorganisatie van de bijstand en het vreselijke regime waar je onder zit, laat dat maar zitten, zo is hun houding. Daar hebben ze geen zin in en daarom vragen ze ook geen aanvullende uitkering meer aan, ook al hebben ze er recht op. Dat is het effect van het beleid: meer werkende armen die onder of op het bestaansminimum leven.

Uitstroomcijfers

Ook worden op een ouderwetse manier door de politiek zeer hoge uitstroomcijfers van de uitvoeringsorganisatie vereist, waarbij de klantmanager, die tegenover een mens van vlees en bloed zit, onder druk komt te staan om mensen uit de bijstandsuitkering te werken. De ambitieuze doelstelling is dat een stad als Amsterdam eigenlijk niet meer dan 30.000 bijstandsgerechtigden zou mogen hebben. Maar waarom mogen dat er niet meer zijn? Dat blijft in de brief van Groot Wassink volkomen onduidelijk. Het gaat om mensen, hoor, niet om budgettering met spreadsheets. Verder gaat er gekeken worden naar de rechtmatigheid van de uitkeringen. Zeg maar: met de stofkam door het bestand, op zoek naar die paar bijstandsgerechtigden die de kluit belazeren. Daarvoor moeten dan wel 40.000 bijstandsgerechtigden voor de zoveelste keer het hele hebben en houden van hun privéleven op tafel leggen.

Daarnaast belooft de wethouder coaches, loonkostensubsidies en banenplannen. Maar de concrete banenplannen zijn vaag (afspraken met werkgevers door een beroep te doen op hun goede wil?) of een druppel op een gloeiende plaat. Moeten de mensen van de werkbrigade, waarvan de eerste deelnemers trouwens alweer opnieuw in de bijstand zitten, nu ook weer op gesprek komen? Tot nu toe loopt de afname van het aantal bijstandsgerechtigden in Amsterdam achter bij het landelijk gemiddelde. Nu blijkt de financieringssystematiek van de Participatiewet zo te zijn dat in dat geval een gemeente te maken krijgt met hoge boetes. Als Amsterdam qua uitstroom achterblijft zoals het nu doet, vooral trouwens als gevolg van het relatief grote aantal arbeidsongeschikten en langdurig baanlozen, dan kan het boetebedrag oplopen tot 68 miljoen euro aan kortingen op het bijstandsbudget. De gemeenten, en dus ook Groot Wassink, staan daardoor onder grote druk van deze rechtse regering.

Neo-liberaal arbeidsmarktbeleid

Het ‘nieuwe’ beleid van de GroenLinkser Groot Wassink is ondanks zijn linkse signatuur geheel in overeenstemming met het neo-liberale arbeidsmarktbeleid. Dat beleid staat haaks op mijn eigen visie. Baanloosheid is naar mijn mening een gevolg van een tekort aan voldoende banen, waarbij werkgevers hun eisen moeten aanpassen aan de mogelijkheden van de arbeidskrachten. Er moet een actief werkgelegenheidsbeleid worden gevoerd. Investeren in structureel werk is daarbij de enige oplossing. Begin ook vooral eens op de Stopera zelf, zou het advies moeten zijn aan de beleidsmakers in het Amsterdamse stadhuis. Tijdelijke banen voor structureel werk moeten direct worden omgezet naar vaste banen. Door loonkostensubsidies vertikken werkgevers het om mensen vast en normaal betaald in dienst te nemen. Verder moet de gemeente aan bijstandsgerechtigden concrete opleidingen met diploma’s bieden. Geen dwangarbeidtrajecten en geen disciplineringsgesprekken meer. Werkgevers moeten quota krijgen van oudere mensen die ze in dienst nemen en houden.

Maar dat gebeurt allemaal niet in het neo-liberale beleid. Daarbij wordt er vanuit gegaan dat baanloosheid het gevolg is van gebreken van de baanlozen, die dan ook gedisciplineerd moeten worden. Daarbij wordt er niet geïnvesteerd in gedegen opleidingen die een diploma opleveren. Werkgevers zijn ondanks de beperkte afspraken over contingentering van arbeidsgehandicapten volledig autonoom in hun personeelsbeleid. Gemeenten leggen de nadruk op het bijschaven (jobcoaches, loonkostensubsidies, disciplineringstrajecten) en onder druk zetten van baanlozen, waarbij de arbeidsmarkt zijn eigen gang kan gaan en werkgevers bij de matching tussen vraag en aanbod hun eisen vanzelf wel zullen bijstellen bij tekorten en zo de kansen van de baanlozen vanzelf wel zullen worden vergroot. Gemeenten zouden dus alleen maar een beroep hoeven te doen op de goede wil van de werkgevers. Wanneer gaan we nu eens stoppen met het pamperen van de bazen?

Sociaal panopticum

Die neo-liberale arbeidsmarkt en het daarbij horende beleid werkt niet waar het gaat om de belangen van gedeeltelijk arbeidsongeschikten en langdurig baanlozen. Dat is na 40 jaar neo-liberaal beleid ondertussen wel duidelijk geworden. Recentelijk verschijnen er steeds berichten over grote tekorten op de arbeidsmarkt. Werkgevers zouden schreeuwen om personeel, en het aantal vacatures zou sterk stijgen. Onlangs werd uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek bekend dat in 2018 het aantal flexwerkers met 7.000 was afgenomen. Een verwaarloosbare afname op een aantal flexwerkers van bijna 2 miljoen (exclusief zzp-ers). Doet door al die tekorten aan personeel de markt zijn werk? Komen er substantieel minder flexwerkers, stellen de werkgevers hun eisen bij, gaan de lonen sterk omhoog? Nee dus.

Onlangs werd bekend dat de voor prijsstijgingen gecorrigeerde lonen de eerste drie maanden van 2019 zijn gedaald, terwijl er meer vacatures dan ooit zouden zijn en bedrijven de ene recordwinst na de andere boeken. Uiteindelijk zijn de werkgevers ondanks de vele vacatures niet door de markt en niet door de overheid gedwongen om hun eisen en voorwaarden aan te passen. Hiervoor gaf ik al aan dat door het huidige overheidsbeleid het aantal werkende armen groter zal worden. Dat komt ook omdat mensen zich gedwongen zullen zien om de eisen van de werkgevers en de aangeboden slechte arbeidsvoorwaarden en omstandigheden maar te accepteren. En daarmee zijn we bij het werkelijke doel van het neo-liberale arbeidsmarktbeleid: de grote beschikbaarheid van zeer goedkope, gewillige en flexibele arbeidskrachten die bereid zijn tegen slechte voorwaarden en omstandigheden rot en zwaar werk te doen, desnoods levend onder het sociale minimum. Je zou kunnen zeggen dat het neo-liberale arbeidsmarktbeleid in dit opzicht heel effectief is. Met als prijs de kansloosheid van duizenden baanlozen en gedeeltelijk arbeidsongeschikten. Een leven onder het regime van een sociaal panopticum staat velen als schrikbeeld voor ogen. En hoezeer de wethouder ook spreekt over een menselijk beleid, ook in Amsterdam is de bijstand uiteindelijk een dergelijk panopticum, vooral op basis van rijksregels met als doelstelling goedkope en gedisciplineerde arbeidskrachten.

Controle

Wat houdt dat sociaal panopticum in? Dat bestaat uit een voortdurende controle op het doen en laten van specifieke groepen in de maatschappij, in dit geval bijstandsgerechtigden, via moderne technieken (bewakingscamera’s, koppeling van databanken, registratie van individuele kenmerken via vingerafdrukken, enzovoorts), waarbij mensen ook intensief worden gecontroleerd via disciplineringsgesprekken en bij verdenking van fraude via allerlei klassieke opsporingsmethoden, zoals buurtonderzoeken en schaduwen. Verder bestaat er controle door organisaties met een stoet aan bewakers in dienst, zoals conducteurs, stadswachten, buurtvaders, verkeersregelaars, enzovoorts. De bevolking moet daarbij het gevoel krijgen dat men voortdurend wordt waargenomen en dat door de autoriteiten als afwijkend gedefinieerd gedrag zal worden bestraft. Dat wordt gecombineerd met een ideologisch offensief in soms wollige en ogenschijnlijk fraai klinkende doelstellingen die de invoering en ontwikkeling van het panopticum moet rechtvaardigen. Dat leidt tot illegalisering en criminalisering van gedrag van mensen die de bedoeling hebben om aan dat panopticum te ontsnappen. Leven in de bijstand is af en toe je hele hebben en houden op tafel leggen, al je privégegevens van je leven, dat vervolgens naast de zeer gecompliceerde en uitgebreide regels van de bijstand wordt gelegd om na te gaan of je op een detail soms iets hebt gedaan dat volgens de definities van het panopticum ‘fout’ is.

Het principe van de bijstand is dat in geval van andere inkomsten die inkomsten moeten worden verrekend met de uitkering. Er is een partnertoets, bij besparing van kosten moet je uitkering omlaag (kostendelersnorm), er is verplicht vrijwilligerswerk (lees: dwangarbeid) via “de tegenprestatie”, de uitkering is voorwaardelijk door eisen op het gebied van uiterlijk, gedrag, Nederlands spreken, enzovoorts. Mensen in de bijstand die door alle persoonlijke problemen al gestrest, angstig en depressief zijn, worden door het bijstandsregime alleen maar zieker. En nu gaat Groot Wassink in ferme bewoordingen melden dat het aantal bijstandsgerechtigden van 40.000 naar 30.000 moet worden gebracht, dat iedereen zal worden opgeroepen, dat de gesprekken niet vrijblijvend zijn, enzovoorts. Dat levert bij de duizenden arbeidsongeschikte bijstandsgerechtigden nog meer stress, angsten en slapeloze nachten op.

Het sociaal panopticum doet zijn werk: ook al word je misschien niet vaak opgeroepen, toch heb je voortdurend het gevoel constant te worden waargenomen. Ieder ogenblik kan er een bericht komen dat een ambtenaar in je ziel wil kijken. Het gaat ook om knagende onzekerheid: ik weet niet of ik word opgeroepen, maar ieder ogenblik kan mijn bestaansfundament ter discussie worden gesteld. Voortdurend denk je erover na hoe aan dit panopticum te ontsnappen, voortdurend loop je te malen over de grenzen van het panopticum. Kan ik een klacht indienen? Kan ik een bezwaarschrift schrijven? Kan ik mij ziek melden? Als ik een oproep krijg, wat kan ik dan verwachten, hoe moet ik mij voorbereiden? En er zijn gevoelens van machteloosheid: als je ziek of arbeidsongeschikt bent, dan is ontsnappen uiteindelijk onmogelijk.

Megabanenmarkt

De politieke situatie lijkt momenteel wel een beetje op de situatie ten tijde van de megabanenmarkt jaren geleden. Toen zette PvdA-minister Willem Vermeend de gemeente Amsterdam onder forse druk om een grotere uitstroom uit de bijstand te realiseren, ook onder dreiging van kortingen op het budget. GroenLinks-wethouder Frank Köhler (nu SP) is indertijd nog op het dossier gevallen. Daarop trad PvdA-wethouder Jaap van der Aa aan, die een vlucht naar voren bedacht: de megabanenmarkt. Alle bijstandsgerechtigden werden opgeroepen om naar een grote fabriekshal in het havengebied bij Sloterdijk te gaan, waar ze werden doorgezaagd over mogelijkheden om aan het werk te gaan. Als dat niet kon, dan werden ze opnieuw gekeurd, en er werden nieuwe dossiers aangelegd met hetzelfde argument dat ook Groot Wassink gebruikt: we wisten niet eens wat voor opleiding al die mensen hadden. Met die nieuwe dossiers zou alles op orde zijn.

De megabanenmarkt kostte uiteindelijk 200 miljoen euro. Het was een grote mislukking. Het aantal bijstandsgerechtigden liep nauwelijks terug. Na afloop van de megabanenmarkt werden de karren met ongesorteerde nieuwe dossiers het centraal archief binnengereden en in een hoekje gezet. De ambtenaren gingen weer gewoon door met hun oude dossiers. Gaan de plannen van Groot Wassink eenzelfde mislukking tegemoet? Gezien het falende neo-liberale arbeidsmarktbeleid lijkt me dat niet onwaarschijnlijk. Dat komt ook omdat het maar niet tot de bestuurders wil doordringen, ondanks een analyse in dit opzicht in de brief van 20 mei, dat de bijstand steeds meer een verkapte arbeidsongeschiktheidsregeling is geworden, onder meer omdat de eigenlijke arbeidsongeschiktheidsregelingen bijna op slot zijn gegaan. Er zijn ook arbeidsongeschikten in de bijstand die niet waren verzekerd toen ze arbeidsongeschikt werden. Het grootste deel van de bijstandsgerechtigden kan gewoonweg niet betaald werk verrichten, maar de bestuurders blijven hardnekkig spreken over “langdurig werklozen”, alsof ze wel aan de betaalde arbeid zouden kunnen. Groot Wassink heeft haast. “Iedere dag dat we wachten is een dag dichter bij de volgende crisis”, aldus de wethouder. Nou, Rutger, ik denk dat het niet gaat lukken. En als het al lukt, dan alleen tot de volgende crisis.

Piet van der Lende

Dit is een iets geredigeerde versie van een artikel dat eerder op de weblog van de Bijstandsbond verscheen. In Het Parool staat een samenvatting van het artikel.