Arbeidsmigranten Westland luiden noodklok: “Ik mocht niet naar huis toen ik ziek was”

De mannelijke Poolse ex-werknemer van Westflex maakte dagen van soms zestien uur per dag. “Ik begon om zeven uur tot vier uur met tomaten plukken. Dan had ik even pauze en moest ik weer tot 22.00 uur werken als chauffeur. Mijn salaris werd soms niet of te laat uitbetaald. En als ik dan naar het uitzendbureau belde, hadden ze nooit tijd voor me. Sommige collega’s konden door de late uitbetalingen zelfs geen eten kopen voor hun kinderen. Maar dat maakt het uitzendbureau niks uit.” De vrouwen in het kamertje beamen zijn verhaal. Eén van hen is zwanger; vijf maanden nu, haar kindje heeft een groeiachterstand en ze heeft last van bekkeninstabiliteit. “Deze zomer was het één dag zo warm dat het voor mij geen doen was om te werken. Ik zei tegen mijn baas; ik ben zwanger, het is te warm voor mij, ik ga naar huis. Ik kreeg te horen: als je nu naar huis gaat, hoef je niet meer terug te komen. Inmiddels kan ik echt niet meer werken, omdat het lichamelijk niet goed voor me is. Het uitzendbureau wil me ontslaan en geeft me geen recht meer op zwangerschapsverlof.” Tot slot is de huisvesting bij sommige uitzendbureaus niet op orde. “We zaten met vijf personen op 1 kamer en moesten allemaal 100 euro per week betalen”, vertellen ze. “We kregen ook geregeld controles van het uitzendbureau. Was er een bord kapot of drupte de kraan, dan konden we allemaal veertig euro betalen, dat ging van ons salaris af.”

In Arbeidsmigranten Westland luiden noodklok: ‘Ik mocht niet naar huis toen ik ziek was’ (omroepwest.nl)