“Boerkini” heeft in Europa andere betekenis dan in Iran

Boerkini.
Boerkini.

“Wie opkomt voor vrouwenrechten verdedigt de boerkini niet”, aldus een opiniestuk in de Belgische krant De Morgen. Ik snap dit wel. Darya Safai, de auteur van dit stuk, heeft – letterlijk – aan den lijve ondervonden hoe religieuze kledingvoorschriften kunnen functioneren als onderdrukkingsmechanisme van het patriarchaat. Ze heeft zich daaraan ontworsteld, is haar geboorteland Iran ontvlucht, en treft zichzelf nu aan in een land waar veel progressieven en feministen zich juist uitspreken vóór de vrijheid van vrouwen om een “boerkini” te dragen. Hoe is het feminisme gediend met een dergelijk cultuurrelativisme, vraagt ze zich af? Ik heb wel meer mensen iets soortgelijks horen betogen, de afgelopen weken. En zoals gezegd: ik heb er wel begrip voor.

Maar ik ben het toch niet helemaal eens met deze redenatie. Er ligt een denkfout aan ten grondslag, vermoed ik. Safai en haar medestanders gaan er te gemakkelijk vanuit, dat de betekenis van symbolen gegeven is. En zo ziet men over het hoofd dat symbolen in verschillende contexten naar heel uiteenlopende dingen kunnen verwijzen, en dus ook heel verschillende functies kunnen hebben. Dat is ook hier het geval, lijkt me: de hoofddoek heeft volgens Safai een bepaalde essentie, die door de tegenstanders van een boerkiniverbod in wezen genegeerd wordt. Het heeft een geschiedenis die ook nu, en ook hier, voorschrijft hoe we het symbool moeten lezen. Het heeft een objectieve functie – namelijk: het disciplineren en vernederen van vrouwen – die niet los valt te zien van het kledingstuk zelf. Safai vindt het onbegrijpelijk, zo lijkt het, dat de hoofddoek niet bij iedereen diezelfde associatie oproept.

Symbool

Maar zo ‘werken’ symbolen helemaal niet. Hun gebruik is hun betekenis. En de context van hun toepassing bepaalt grotendeels hun inhoud. Symbolen mogen een historische oorsprong hebben – en men kan er, in veel gevallen, ook héél lang over discussiëren wat die oorsprong dan precies ís – maar ze mogen en kunnen nooit eenvoudigweg met die oorsprong worden vereenzelvigd.

Het racistische, islamofobe discours dat Europa momenteel in zijn greep houdt, reduceert het lichaam van vrouwen tot een instrument – of beter: tot het strijdtoneel zelf, waarop de vooronderstelde “Botsing der Beschavingen” moet worden uitgevochten. De “schoonheids”- en gedragsnormen die datzelfde discours ondertussen oplegt aan de “eigen” vrouwen zijn bovendien niet minder seksistisch. Het is niet gek dat, in die context, de “boerkini” ineens symbool kan komen te staan voor het recht van vrouwen om te dragen wat ze zélf willen. Het moet ons niet verbazen, met andere woorden, dat de “boerkini”, of de hijab in het algemeen, in Europa andere connotaties krijgt dan bijvoorbeeld in Iran.

Safai ziet dat niet, en verbaast zich dus over het feit dat feministen zich in Europa hard maken voor het recht een hijab te dragen, in plaats van solidair te zijn met Iraanse vrouwen die juist van de opgelegde draagplicht afwillen. Ze lijkt niet te accepteren dat die twee vanuit feministisch oogpunt perfect compatibel kunnen zijn, omdat het doel in beide gevallen hetzelfde is – namelijk, het recht van vrouwen om baas te zijn over hun eigen lichaam.

PS: ik vind de term “boerkini” (samenvoegsel van “boerka” en “bikini”) een ludieke maar slechte vondst. Het is echt een mooi staaltje slechte framing, die het ons er niet gemakkelijker op maakt. Een boerka bedekt het hele lichaam én gezicht, en valt bovendien zeer ruim. Vrouwen die normaal over straat gaan in een boerka, zal je écht niet in een “boerkini” (dus met blote handen, voeten, en gezicht) op het strand aantreffen. Misschien toch tijd voor een ander woord?

Mathijs van de Sande