Brabant “vrij van racisme” verklaard: christen-democraten spelen vuil spel met PVV, FvD en VVD

Provinciale Staten van Noord-Brabant waren afgelopen vrijdag het podium van een opmerkelijk politiek schouwspel. Door de Staten werden twee moties aangenomen die totaal tot het tegenovergestelde opriepen: één tegen racisme en één die álle Brabanders vrijpleit van racisme. Deze tragikomische uitkomst is het resultaat van een vies spel gespeeld door het CDA.

De Black Lives Matter-beweging en de straatprotesten tegen racisme hebben veel losgemaakt in de wereld en in Nederland. Een van de zichtbare resultaten van de beweging is dat anti-racisme wordt geagendeerd in formele volksvertegenwoordigingen: in de Tweede Kamer, in de gemeenteraden en in Provinciale Staten.

Zo ook in Brabant. Op vrijdag 3 juli dienden GroenLinks, SP, Partij voor de Dieren, D66, ChristenUnie-SGP, PvdA én CDA een motie in met de titel “Anti-racisme”. De motie, nogal tam van aard, roept Gedeputeerde Staten op om “stil te staan bij racisme en discriminatie”, “daar waar mogelijk ook andere situaties van kansongelijkheid en uitsluiting te betrekken in de Brabantse aanpak” en “hierover in gesprek te gaan met Provinciale Staten”. Gedeputeerde Staten – bestaande uit VVD, CDA, FvD en Lokaal Brabant – hadden hier duidelijk geen zin in, en noemden de motie “ongericht”.

Ontkenningssalvo’s

Daarop volgden de ontkenningssalvo’s van VVD en PVV. Statenlid Roel Gremmen ontkende glashard dat er zoiets als structureel racisme zou bestaan in Nederland. Zijn infantiele argumenten verdienen geen herhaling. SP-fractievoorzitter Maarten Everling wees Gremmen fijntjes op het institutionele racisme in de toeslagenaffaire bij de Belastingdienst.

De Brabantse PVV-voorman en senator Alexander van Hattem gaf de sociale realiteit een retorische draai die we gewend zijn van extreem-rechts. Het zouden juist Brabanders zijn die gediscrimineerd zouden worden ten opzichte van statushouders. De indieners van de motie tegen racisme zouden “deugslaven” zijn die achter het “anarchistische” en “marxistische tuig” van de Black Lives Matter-beweging aan zouden lopen. Van Hattem diende vervolgens een eigen motie in die Provinciale Staten laat uitspreken “dat de Brabanders geen racisten zijn”. De PVV-leider was daarbij ronduit duidelijk over het feit dat de motie bedoeld was om de eerder ingediende motie tegen racisme te ondergraven. Want Brabant zou geen racistische provincie zijn en de Brabanders geen racisten. Brabant zou vrij zijn van racisme.

De motie tegen racisme werd aangenomen met 28 stemmen voor en 25 tegen. Het CDA hielp als mede indienende partij de motie aan een krappe meerderheid. Maar toen gebeurde het schijnbaar ondenkbare. Hetzelfde CDA stemde óók, net als coalitiegenoten VVD en FvD, voor de motie van de PVV die expliciet was bedoeld om de eerste motie politiek uit te schakelen. De PVV-motie werd met de steun van de zeven aanwezige CDA-Statenleden zelfs met een iets ruimere meerderheid aangenomen: 29 vóór, 24 tegen.

CDA: niet sneu, maar smerig

Het stemgedrag van het CDA in Brabant is tekenend voor de zwalkende en opportunistische koers van de christen-democraten. Het is bijna zelfs sneu. Eerst mooie sier maken met een motie tegen racisme, om vervolgens in dezelfde vergadering een motie te steunen die racisme in Brabant ontkent en door de indienende PVV wordt verdedigd met agressieve, leugenachtige en beledigende taal. Maar het woord “sneu” zou passend zijn geweest bij een partij die naïef of op een andere manier onmachtig zou zijn. Dat is het CDA allesbehalve. De christen-democraten zijn berekenend en proberen met smerige politiek van twee walletjes te eten. Roep iedereen in je omgeving op om nooit CDA te stemmen! Ook niet als die minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport straks het leiderschap op zich neemt.

Mehmet Kırmacı