Correspondent-journalist vraagt haar lezers gratis mee te denken over effectievere dwangarbeid

Vera Mulder (1989) schrijft verhalen over mensen waar óver, maar niet méé gepraat wordt.

“Hoe gaan we in Nederland om met langdurig werklozen? Praat mee”. Zo luidt de titel van een artikel in De Correspondent van journaliste Vera Mulder. Ze vraagt daarin haar lezers om mee te denken hoe misstanden in de bijstand “in de toekomst te voorkomen”.

Aanleiding is het Tilburgse chroom-6-schandaal, waarbij 800 bijstandsgerechtigden aan de dwangarbeid werden gezet. De baanlozen moesten treinen schuren en daarbij kwamen ze in aanraking met het giftige chroom-6. De aandoeningen die sommigen van hen daaraan overhielden zijn chronisch en levensbedreigend. Een van de dwangarbeiders overleed zelfs.

Er kwam een onafhankelijke onderzoekscommissie die een – volgens Mulder – “razend knap geschreven” rapport produceerde. En nu worden de voormalige dwangarbeiders zeer mager “financieel gecompenseerd” voor die blootstelling aan dat chroom-6. De verantwoordelijken toonden spijt en spraken de intentie uit om in de toekomst soortgelijke gifschandalen te voorkomen.

Goede bedoelingen

Volgens Mulder en de makers van het rapport hadden de beleidsmakers en degenen die de baanlozen gratis en rechteloos aan het werk zetten vanzelfsprekend “goede bedoelingen”. Mulder denkt in haar artikel kritiekloos mee met de verantwoordelijken van het schandaal, met de daders dus. Haar doel blijkt het efficiënter, meer beheersbaar en ‘humaner’ maken van de staatsrepressie tegen baanlozen. En ze vraagt ons, haar lezers, om daarover ook nog eens gratis met haar mee te denken.

Zo gaat het vrijwel altijd: mensen gaan eens uitgebreid praten óver “langdurig werklozen”, over hoe “we” zouden willen omgaan met hen. Mulder richt zich nadrukkelijk niet tot ons, tot de baanlozen zelf. Ze maakt ons tot objecten van haar onderzoek. Haar “we” is iedereen die zelf niet baanloos is, want “we” gaan natuurlijk niet praten over hoe “we” met onszelf omgaan.

En dat haar vraag ook zo begrepen wordt, blijkt uit de reacties onder het stuk: slechts één lezer meldt iets over dwangarbeid – door een baanloze vrouw bij de Hema – en geeft blijk van diepe schaamte “dat wij in ons rijke en ‘beschaafde’ land zo te werk gaan. Wij slaan hiermee de plank volledig mis, wij zaaien er zelfs haat en verderf mee.” De overige reacties gaan helemaal niet eens in op het dwangarbeidschandaal.

Daders ook slachtoffers?

Mulder gooit de slachtoffers en de daders van dat schandaal op één hoop. Volgens haar zouden er “alleen maar verliezers” zijn. Maar de enige verliezers zijn natuurlijk de baanlozen. Zij werden gedwongen om de treinen te schuren, zonder loon en zonder arbeidsrechten en binnen een volstrekt ongelijkwaardige machtsverhouding. Alle andere betrokkenen werden betaald en hadden arbeidsrechten. Hun werk bestond uit het regelen van dwangarbeidplaatsen, het tewerkstellen van bijstandsgerechtigden en het bewaken van de baanlozen tijdens hun gedwongen arbeidstrajecten.

Mulder vraagt zich af wat het voor de gemeente Tilburg mogelijk maakte “om achteloos om te springen met de rechten en de veiligheid van (hoofdzakelijk) lageropgeleiden met sociale problematiek? Is dit nalatig of kwaadaardig?” Dat is een irrelevante vraag, waarmee ze het probleem zo framed dat voor analyses, antwoorden en oplossingen alleen gekeken gaat worden op het niveau van individueel handelen. Maar het gaat hier niet om nalatigheid of kwaadaardigheid, maar om structureel repressief beleid jegens baanlozen.

Stigmatiserend

Ze schrijft ook dat een vergelijkbare groep van 800 journalisten of advocaten zich nooit zo zou hebben laten “belazeren” door de gemeente Tilburg: “De consequenties zouden te groot zijn: weerstand, aanklachten.” Dat is ontzettend stigmatiserend. Dat de baanlozen zich niet goed konden verzetten, lag niet aan hun opleidingen, beroepen, hun karakters of aan andere inherente eigenschappen, maar aan de uiterst repressieve omstandigheden waaronder ze tezamen werden gebracht. Elke willekeurige andere groep van 800 mensen zou zich onder dezelfde extreem repressieve omstandigheden even machteloos hebben gevoeld.

Mulder noemt het niet naleven van veiligheidsregels en controles door de bewakers van de dwangarbeiders laks: “Het is makkelijker laks te zijn wanneer het gaat om mensen van wie je geen weerstand hoeft te verwachten”. Maar de behandeling van de dwangarbeiders was niet “laks”. Het onder dreiging gratis en onveilig aan het werk zetten van mensen is een daad van agressie en geweld.

Volgens de onderzoekscommissie vloog het “volledig onvoorbereide” management van de loods waar dwangarbeiders moesten werken “uit de bocht” en liet de gemeente “het management aan haar lot over”. Het is volstrekt abject om het management zo als slachtoffer neer te zetten. Nogmaals: het management was geen slachtoffer, maar dader! Ze voerde een gewenst beleid uit, een opzettelijk beleid, een onderdrukkend beleid, een beleid dat nog steeds in talloze gemeenten wordt uitgevoerd.

Ook de ontwikkeling van een “onacceptabele stijl van autoritair leidinggeven”, zoals het genoemd wordt in het rapport, was gewild. “Autoritair leidinggeven” is geen toevallige ‘ontwikkeling’, maar is een gegeven bij dwangarbeid en ook aan de onderkant van de ‘reguliere’ arbeidsmarkt. Zonder dwang en repressie gaat niemand gratis of bijna gratis werken. Slechte omstandigheden en weinig tot niets betaald krijgen roept altijd verzet op, en dat moet nu eenmaal de kop worden ingedrukt, wil het systeem voortbestaan. Positief stimuleren en belonen zijn slechts iets voor de hogere echelons.

Misstanden

In haar rapport concludeerde de onderzoekscommissie verder dat er bij “het aan het werk zetten onvoldoende oog was voor de omstandigheden waarin de langdurig werklozen leefden, en of dit werk hun überhaupt wel paste”. Het is voor de commissie én voor Mulder kennelijk geen vraag óf wij wel gratis aan het werk gezet moeten worden. Ze vindt het “ook moeilijk een eenduidige conclusie te trekken over wat hier precies mis is gegaan”.

Maar het is volkomen duidelijk wat er in Tilburg is misgegaan, vanuit de overheid bezien: dat is dat dwangarbeiders met succes in verzet zijn gekomen en ophef over hun situatie hebben weten te creëren. Met de repressie, met het disciplineren van de baanlozen via dwangarbeid was niets mis. Dat is immers regulier beleid, op basis van heel bewuste politieke keuzen: baanlozen moeten rechteloos en arm gehouden worden om hen richting uiterst laag betaald werk te kunnen manipuleren.

Mulder vraagt ons feitelijk om mee te denken over hoe dat beleid overeind en werkbaar te houden is. En zo maakt ze zelf deel uit van wat er mis gaat, van onderop bezien. Het hele Tilburgse project was immers een misstand. Dwangarbeid is een misstand. En met de macht meedenkende journalistiek, zoals die van Mulder, is ook een misstand.

Puk Pent