De vakbond moet zich niet laten gijzelen door extreem-rechts

Deze week is een aantal van mijn vakbondscollega’s door Vizier op Links en een aanverwant rechts-doxing account op Twitter getarget. Met behulp van uit de context gehaalde screenshots, screenshots van anti-racistische uitspraken of screenhots van posts over deelname aan activiteiten gericht tegen racisme wordt een goed georganiseerde extreem-rechtse laster- en intimidatiecampagne tegen hen gevoerd.

In de vele ranzige comments onder deze posts is niet alleen sprake van intimidatie, belediging en bedreiging. Aangezien nagenoeg alleen vrouwen en collega’s van kleur worden getarget, komt daar ook nog eens een bak seksistische en racistische drek bij.

Natuurlijk kun je hier je schouders over ophalen. Laten we het niet groter maken dan het is. Het waait wel weer over. Wij kunnen wel tegen een stootje. Dit soort gedrag is op sociale media vandaag de dag aan de orde van de dag. Niets van aantrekken.

Maar zo onschuldig vind ik dit niet.

In de eerste plaats is het natuurlijk al volstrekt onacceptabel om zo’n soort hetze tegen mensen te organiseren. Het is niet normaal om door tientallen onbekende mensen te worden bedreigd, beledigd, geïntimideerd en de meest walgelijke seksistische en racistische drek over jezelf voorbij te zien komen. Dat doet iets met je. Vooral vrouwen en mensen van kleur die publiekelijk hun mening uiten, worden op deze manier stelselmatig ontmoedigd onderdeel te zijn van het publieke debat.

Daarnaast is deze recente serie van aanvallen richting vakbondscollega’s een gerichte poging om de vakbond monddood te maken waar het gaat om het zich uitspreken tegen racisme en andere vormen van discriminatie. En dit is niet de eerste georganiseerde poging hiertoe. Kijk bijvoorbeeld naar de georganiseerde hetze naar aanleiding van de FNV-speech op de jaarlijkse demonstratie tegen racisme in 2019 of meer recent de uitspraken rondom Black Lives Matter.

Deze aanval op de vakbond is niet los te zien van de door uiterst rechts georkestreerde hetze gericht op wetenschappers, journalisten, onderwijzers en andere publieke figuren die de laatste jaren steeds extremere vormen aanneemt. Dit is onderdeel van de verrechtsing van Nederland, een Nederland waarin fascistoïde denkbeelden steeds meer salonfähig worden. Een Nederland waarin je linkse mensen het zwijgen mag proberen op te leggen. Een land waar racisme ‘een mening’ is net als alle andere ‘meningen’. Vanuit historisch perspectief bezien vind ik dit doodenge ontwikkelingen.

Daarom ben ik van mening dat we ons juist nu duidelijk moeten uitspreken. Ons niet door extreem-rechts mogen laten gijzelen uit angst voor ledenverlies. En juist nu duidelijk moeten uitspreken waar we voor staan.

De vakbond is er voor werkers van elke kleur en elke culturele achtergrond. We mogen ons als werkers niet tegen elkaar laten uitspelen. Kapitalisme heeft racisme en seksisme nodig om arbeiders tegen elkaar op te zetten en onze gezamenlijk macht te breken. Verdeel-en-heers. Dát moeten we wat mij betreft uitleggen als vakbond, daar onze leden en kaderleden in scholen. Daar ligt een belangrijke taak. Zowel voor de vakbond als linkse politieke partijen.

Wilders en Baudet zijn in de kern economisch rechts. De VVD doet het al jaren onverminderd goed. En dat terwijl het veel werkenden slecht gaat en er steeds meer werkende armen bij komen. Witte arbeiders die lijnrecht tegen hun eigen klassenbelang in stemmen omdat ze zijn gaan geloven dat arbeiders van kleur het probleem zijn. Daar moeten we het over hebben. Zorgen dat solidariteit en eenheid het winnen van de zondebokpolitiek.

Alleen samen staan we sterk. Lijkt me dus logisch dat er voor racisme geen ruimte is binnen de bond. Laten we dat als vakbond trots uitdragen. Net zoals onze collega’s in Duitsland en België doen.

Sanne van de Gaag

(Dit artikel verscheen eerder op Facebook.)