Dood van Somalische vrouw gevolg van jarenlange aanvallen op vluchtelingen

Het azc in Leersum

Afgelopen zaterdagnacht is in Leersum een zwangere Somalische vrouw overleden in het plaatselijke asielzoekerscentrum. Ze gaf aan dat ze hevige pijnen in haar buik had, maar het duurde uren voordat er hulp kwam. Een huisarts onderzocht haar, zei dat hij niets kon vinden en vertrok toen doodleuk weer. De vrouw werd door medebewoners van het centrum op een matras voor de receptie neergelegd. Enkele uren later merkte een van hen op dat de vrouw geen polsslag meer had. De ambulance werd gebeld, maar was te laat. De versobering van de medische zorg aan vluchtelingen heeft zo in combinatie met het racistische klimaat weer tot een dode geleid.

Dit geval staat niet op zichzelf. Al jarenlang worden er maatregelen genomen om het leven van vluchtelingen te verslechteren. Na een vlucht uit een land vol oorlog, ellende en armoede worden hun levens in Nederland bedreigd door een overheid die vooral tot doel heeft om zo min mogelijk verblijfspapieren af te geven en zo veel mogelijk vluchtelingen af te wijzen. Ook breekt de staat voordurend de voorzieningen verder af voor vluchtelingen die een beslissing moeten afwachten en jarenlang in onzekerheid verkeren over hun toekomst. Voor de medische zorg wordt zo steeds minder geld uitgegeven.

In 2005 constateerde Netwerk dat tussen 2000 en 2005 minstens acht vluchtelingen waren overleden door gebrekkige en te late medische zorg. Het actualiteitenprogramma focuste vooral op het verhaal van Marisa Bartolomeu. Die overleed in juli 2004 door een hersenbloeding. Er kwam pas een arts toen verplegers bezig waren met hun vergeefse pogingen om haar te reanimeren.

Er wordt ook al lange tijd door allerlei bezorgde belangenorganisaties aan de bel getrokken. De Leidse actiegroep De Fabel van de illegaal berichtte bijvoorbeeld in 2006 over de miserabele situatie in het plaatselijke asielzoekerscentrum, die leidde tot een reeks zelfmoorden onder vluchtelingen. Mensen met zware trauma’s bleken niet serieus te worden genomen door de leiding. Men ging totaal niet goed om met de zware problemen waar vluchtelingen mee rondlopen. Maar ook de medische zorg schoot enorm tekort. Een bijna blinde man kreeg geen adequate zorg, en zelfs een blindenstok was te veel gevraagd. Een nierpatient die speciale voeding nodig had, kreeg daarvoor geen vergoeding en werd zo aan zijn lot overgelaten.

In 2007 schreef de artsenorganisatie KNMG over de gevaren van het gebrekkige gezondheidsbeleid voor vluchtelingen in asielzoekerscentra, en vluchtelingen en migranten in illegalenbajessen. De vele overplaatsingen van het ene asielzoekerscentrum naar het andere leiden tot problemen bij de continuiteit van de zorg. En de opsluiting in illegalengevangenissen zorgt ervoor dat vluchtelingen en migranten die al ziek zijn nog zieker worden.

Maar de systematische inzet van de overheid en politici om zo min mogelijk medische zorg te hoeven verlenen aan vluchtelingen is zeker niet de enige oorzaak van de sterfgevallen. Vluchtelingen en migranten worden steeds meer geconfronteerd met racisme en uitsluiting, en niet alleen door de overheid. Ook zorgverleners kampen met vooroordelen over “profiteurs” die hier “willen teren van onze belastingcenten” en die “de taal niet willen spreken”. Juist door zulke sentimenten vallen migranten en vluchtelingen buiten de boot. Bij degenen die niet of nauwelijks Nederlands spreken zijn veel artsen minder geneigd om te helpen. Ernstige klachten worden niet serieus genomen, en er wordt al snel gegraaid naar een paracetamolletje als “oplossing”.

Het overlijden van de Somalische vrouw zaterdagnacht kan en mag niet weggezet worden als een incident. Haar dood is het resultaat van een structureel overheidsbeleid om zo min mogelijk uit te geven aan noodzakelijke voorzieningen voor vluchtelingen. En zo’n beleid is alleen mogelijk in tijden waarin vluchtelingen en migranten steevast worden afgeschilderd als mensen die minder waard zijn. Ze zijn kennelijk minder vrijheid waard, minder gezondheidszorg waard en minder welvaart waard. Simpelweg omdat ze het ongeluk hebben gehad om op een plek op aarde geboren te worden die kampt met oorlogen en armoede.

Een Somalische vrouw hoopte na een leven in angst een beter bestaan te vinden. Weg uit een land waar gewapende conflicten aan de orde van de dag zijn. Op naar een land waar ze een waardig bestaan kon opbouwen. Maar haar droom van een betere toekomst eindigde op een een matras voor de receptie van een asielzoekerscentrum in Leersum.

André Robben