Drie argumenten van Flextensie weerlegd

Er zijn drie redenen waarom de Flextensieconstructie niet goed en zelfs schandalig is. Dat zijn tegelijk ook de drie redenen die Flextensie zelf aanvoert om te laten zien dat het juist wel okee is. 1. Het werkt. Bijstandsgerechtigden komen zo aan een baan. In De Volkskrant wordt Leeuwarden als voorbeeld genoemd. Twintig van de 66 mensen die via Flextensie hebben gewerkt, zijn nu aan het werk. Dat is een loze claim zolang je niet weet hoe een vergelijkbare groep zonder Flextensie het had gedaan. “Het werkt” schiet als legitimering tekort. 2. De constructie biedt een handige oplossing voor het probleem van bijstandsgerechtigden, die anders na kortdurende flexbaantjes weer helemaal opnieuw een uitkering moeten aanvragen. Maar er zijn andere constructies denkbaar, om te weten in hoeverre de Flextensie-constructie het enige bewandelbare pad is. Het meest voor de hand liggend is naar mijn idee dat mensen als normale betaalde uitzendkrachten aan het werk gaan en dat de gemeente simpele administratieve maatregelen treft om een eventuele terugval in de uitkering zo soepel mogelijk te laten verlopen. Het bewaren van je gegevens, bijvoorbeeld. 3. Er is geen verdringing van regulier werk, want het inleentarief ligt immers op ‘normaal’ minimumloon. Dat is nog het belangrijkste en het is een leugen. Ik kan me tenminste niet voorstellen dat zoveel voor de hand liggende informatie niet bekend zou zijn. Een Flextensie-kracht kost de inlener 12 euro per uur. Het minimumloon is 9 euro. Een regulier uitzendbureau moet daar bovenop nog een omrekenfactor berekenen die in de markt ongeveer 1,8 is voor het simpele uitzendwerk. In de omrekenfactor zit de marge van het uitzendbureau, maar ook bijdragen voor pensioen en WW. Bij Flextensie bouw je geen WW-recht op.

Yde van der Burgh in Flextensie is verdringing (Henkenyde)