Dwangarbeid in Nissewaard

Zo’n vijf jaar geleden kwam Mariska na een scheiding in de bijstand terecht. Sindsdien heeft ze in het kader van de tegenprestatie via zes werkervaringstrajecten gewerkt. Met behoud van uitkering. Niet alleen bij het leerwerkbedrijf Voorne-Putten Werkt maar vooral ook op reguliere werkplekken: administratief, facilitair. Verdringing dus. “Ik wil graag werken en zinnig bezig zijn”, zegt ze. “Maar het moet wel te combineren zijn met de zorg voor m’n kind en ergens toe leiden.” Ze weigerde ‘gratis’ aan het werk te gaan bij een koekjesfabriek, vanwege de avonddiensten. “Ik kon geen oppas betalen.” Voor straf werd ze een maand 300 euro gekort op haar uitkering (…) Blokhuizen wijst op het beruchte trajectplan dat bijstandsgerechtigden onder dreiging van een korting moeten tekenen. “Er staan zo’n twintig strafmaatregelen in zoals dat je in de eerste maand van de tegenprestatie geen verlof mag opnemen. Ook moet je ’s avonds en in het weekend beschikbaar zijn. Te laat komen kan een strafkorting opleveren en bij ziekmelding volgt een huisbezoek.” (…) Jan werkte bij een architectenbureau tot hij in 2011 na ontslag in de bijstand terechtkwam. Hij werd aan het werk gezet bij de toenmalige sociale werkvoorziening Welplaat (nu onderdeel van VPW) waar hij onder andere dopjes op orchideeënbuisjes moest doen. Onbetaald. In 2015 zag hij, met de invoering van de Participatiewet, het bijstandsregime repressiever worden. “Ik moest een trajectplan tekenen op straffe van een maatregel en instemmen met de vingerscan. Dat laatste heb ik geweigerd. Het is strijd met de wet om biometrische gegevens van mensen te gebruiken, te delen en op te slaan.” Je werd als een kleuter behandeld, vertelt hij. “Eigen werkschoenen en handschoenen kregen we niet; dat is in strijd met de Arbowet. Ik vind het vies om andermans spullen te dragen, dus heb ik ze maar zelf gekocht. Een kluisje kregen wij als bijstandsgerechtigden ook niet, vaste krachten wel. Terwijl we ook geen tas mochten meenemen naar de werkplek. Als je met elkaar praatte of lachte, werd je uit elkaar gehaald. En je mocht pas naar huis als de baas dat zei. Het was zó vernederend.”

Pien Heuts in Werkende armen, zonder rechten en vogelvrij (Uitkeringsgerechtigden.fnv-magazine)