Ecologische politiek betekent niets zonder anti-racisme

Juist voor ecologische politiek is de witheid van linkse politiek dodelijk. Wie bij anti-racisme niet verder kan denken dan non-discriminatie, niet verder dan een anti-racisme zoals de orde die toelaat, kan ecologische kwesties niet goed bevatten. Ecologische politiek laat namelijk zien hoe ons leven gebaseerd is op extractie, op het toeëigenen, exploiteren en onder dwang gebruiken van wat ‘de natuur’ genoemd wordt. Door liefdeloos met andere dieren, oceanen, planten, eco- en klimaatsystemen om te gaan, kunnen grondstoffen goedkoop worden gewonnen en met winst worden verkocht. Op die winst drijft onze zogenaamde welvaart. Ecologische politiek verzet zich tegen deze uitputting en verschraling van leven en aarde. Mensen leven zelf ook onder extractie, ook zij worden toegeëigend, uitgebuit en onder dwang gebruikt, beschikbaar gemaakt om te werken. De al eeuwen dominante vorm van mensen-extractie wordt door de zwarte feministische denker bell hooks treffend beschreven als de white-supremacist-capitalist-patriarchy. Imperialistische verhoudingen en de neo-koloniale continuering daarvan maken mensenlevens goedkoop, plooien ze tot bruikbare pionnen en creëren zo een vruchtbare grond voor accumulatie en rijkdom. Mensen in rurale gebieden verliezen bijvoorbeeld toegang tot schoon drinkwater en trekken naar steden om daar diensten van zestien uur te draaien. Het leven dat we in een rijk land als Nederland gewend zijn, zou onbetaalbaar worden als het niet meer mogelijk is om ergens in de ketens van productie en consumptie mensen als vuil te behandelen. Zulke verhoudingen werken uiteindelijk ook door in hoe politie de stedelijke bevolking in Amsterdam in het gareel houdt.

Rogier van Reekum in Ecologische politiek betekent niets zonder anti-racisme (Oneworld)