Extreem-rechts heeft op internationale vrouwendag niets te zoeken

Geweld tegen vrouwen komt in Europa, en in Nederland, op grote schaal voor. Dit is een ‘autochtoon’, ‘inheems’, wit probleem. De vinger wijzen naar een ‘geïmporteerde islamitische verkrachtingscultuur’ doet geen recht aan het feit dat de daders meestal bekenden zijn van de slachtoffers, en niet vreemden uit een azc. Vrouwen die herkenbaar zijn als moslima lijken een extra groot risico te lopen om slachtoffer te worden van fysiek geweld. Het Meldpunt voor Islamofobie rapporteert dat negentig procent van de slachtoffers die bij hen melding deed, vrouw was, en de daders van de aanvallen in overgrote meerderheid 86 procent witte mannen. Het is daarom onaanvaardbaar dat organisaties als Pegida claims leggen op vrouwenrechten. Deze organisatie is openlijk en uitgesproken anti-feministisch. Zij zijn zelfs zo sterk gekeerd tegen gelijkheid van mannen en vrouwen dat zij het hebben opgenomen in hun uitgangspunten. Hierin stellen zij expliciet tegen gender-mainstreaming te zijn, een aanpak die genderongelijkheid wil tegengaan door bij nieuw overheidsbeleid de mogelijk ongelijke effecten van het beleid op mannen en vrouwen in kaart te brengen, en waar nodig te corrigeren. Daarentegen heeft Pegida alle begrip en steun voor wit-mannelijk hooliganisme: “Ik begrijp waarom een man een hooligan wordt. Het is een opstand tegen wat ik ‘tepel-socialisme’ noem, onze gefeminiseerde cultuur die vrouwen en moslims promoot en oorlog voert tegen blanke mannen”, verklaart Tatjana Festerling, voorvrouw van Pegida in Duitsland.

Catherine Black in Extreem-rechts heeft op internationale vrouwendag niets te zoeken (Joop)