IMWU: “vechten voor de rechten van arbeidsmigranten”

Gisteren was er een korte manifestatie vooraf aan het blok van baanlozen en flexwerkers tijdens de 1 mei-demonstratie van de FNV in Amsterdam. Naast vijf andere sprekers zou ook Faisol Iskandar, voorzitter van de Indonesian Migrant Workers Union (IMWU), het woord voeren. Zijn toespraak ging helaas niet door, maar gelukkig hebben we hier wel de tekst ervan, uit het Engels vertaald.

De dag van de arbeid is een dag waarop we de collectieve strijd van arbeiders herdenken en laten herleven, een strijd die al tweehonderd jaar voortgaat. Er is veel bereikt, maar er is ook nog veel om voor te vechten.

Namens de Indonesian Migrant Workers Union wil ik jullie allemaal uitnodigen om samen met ons mee te doen in de strijd voor sociale bescherming en voor het behoud van de menselijke waardigheid van alle arbeiders. Iedereen is verschillend, op zijn eigen manier, maar we zouden dit verschil moeten zien als de basis voor sociale verrijking en niet voor discriminatie op grond van religie, gender, etniciteit of door de positie van al dan niet papieren hebben. De strijd voor de bescherming van arbeiders en voor menselijke waardigheid is niet alleen gericht op arbeiders die in fabrieken en kantoren werken, maar ook op arbeiders die in privéhuishoudens werken, in de zorgsector, in de vervoerssector, in het groenonderhoud en in de bouwsector. Ook is er strijd van en voor arbeiders die baanloos zijn geraakt vanwege racisme op de arbeidsmarkt.

Vooral arbeidsmigranten zonder verblijfsrecht hebben een kwetsbare positie. Echtparen die beiden betaald werken en die arbeiders nodig hebben om voor hun kleine kinderen zorg te dragen, om hun huis schoon te maken en om hun maaltijden te koken, die kunnen gebruik maken van arbeidsmigranten. Niet alleen in de informele sector, maar ook in de formele sector. Maar tegelijk kunnen ze er profijt uit trekken als de arbeidsmigranten geen verblijfsrecht hebben, als ze geen lid van een vakbond zijn, als ze geen netwerken hebben om ander werk te vinden wanneer ze ergens worden uitgebuit.

Veel Indonesische arbeidsmigranten die naar Nederland komen, hebben daarvoor grote schulden gemaakt, soms wel vijf- tot tienduizend euro. Ze zijn vaak het slachtoffer van een hele maffiaketen die profiteert van hun kwetsbare positie. Deze arbeidsmigranten zijn geen mensen die er zelfs maar aan zouden denken om iets crimineels te doen. Ze weten namelijk dat goed gedrag de basis vormt voor hun vermogen om werk te krijgen of te behouden. En toch maken werkgevers erg gemakkelijk gebruik van labels als “buitenlander” of, zoals in het huidige politieke klimaat, “islamist”, wat verwijst naar “extremist”.

Daarom is het voor ons belangrijk om hier bijeen te komen, met elkaar, of we nu Nederlandse arbeiders zijn, of arbeidsmigranten, of baanlozen die betaald werk zoeken, en samen te vechten voor onze rechten, te strijden tegen elke vorm van racisme en te streven naar sociale bescherming, voor de toekomst van onze families en met het oog op een betere wereld.

Faisol Iskandar