Karim’s dood is geen incident
Vaak wordt de politiek voorgesteld als een wijzer, die nu eens naar links, dan naar rechts uitslaat. Links en rechts wisselen elkaar af en zouden een totaal andere invulling geven aan de maatschappij. Niets is minder waar. Met name als het om “vreemdelingen” gaat, loopt er een keurige rechte lijn van de kabinetten Lubbers, door Paars, naar de kabinetten Balkenende: het afwijs- en deportatieapparaat was er al lang, ‘slechts’ haar meedogenloze efficiëntie is toegenomen. Er gaapt geen kloof tussen IJzeren Rita en Paars, laat staan tussen Albayrak en Verdonk, hoezeer rechtse opiniemakers en linksen van het naïeve soort dit ook willen geloven.
Praktisch betekent dit een politiek van het zo moeilijk mogelijk maken om Nederland binnen te komen, het zo moeilijk mogelijk maken van het verblijf (d.m.v. opsporing en razzia’s), met altijd de zo spoedig mogelijke deportatie van de “illegalen” in kwestie in het oog. Lukt dit niet, dan worden ze onder onmenselijke omstandigheden gevangen gezet, zoals in Rotterdam.
Gelukkig is er verzet. In de vorm van directe blokkadeacties en in de vorm van massalere en bredere manifestaties bij illegalenbajesen, de meest zichtbare uitingen van het onmenselijke beleid. Doorbraak steunt de strijd voor de bewegingsvrijheid van mensen, maar het is jammer dat het verzet toch betrekkelijk klein blijft. Het is belangrijk dat mensen in verzet komen, maar ook is het instrumenteel om dit met zoveel mogelijk mensen te doen. Toegankelijke manifestaties bij “detentiecentra” kunnen zo’n brede beweging wellicht mogelijk maken.
Geen man, geen vrouw, geen mens is illegaal!