Krommenie: Palestina-solidariteit ongewenst op anti-racisme fakkeltocht

Verboden speldje.

Hoe fascisme wint? Niet doordat het meer en meer sympathisanten vindt. Fascisme wint door ervoor te zorgen dat ook de critici haar gedachtegoed beginnen te omarmen. Gisteren kwam ik in aanraking met dit principe. Tijdens een bijeenkomst die ogenschijnlijk in het teken stond van anti-discriminatie werd het me duidelijk hoe diep Nederland inmiddels gezonken is.

Al jaren loop ik mee in de Zaanse fakkeloptocht tegen discriminatie, die traditioneel op 24 december door Krommenie trekt. Het is een lokale traditie die elk jaar begint in De Groote Weiver, een “maatschappelijk betrokken” en “multicultureel” podium, zoals ze het zelf omschrijven, met wortels die teruggaan tot 1984, de kraakbeweging en het Anti Fascistisch Komitee Krommenie. Tot en met 2015 was het Zaanse Bureau Discriminatiezaken verantwoordelijk voor de fakkeloptocht, daarna is de organisatie overgegaan naar wisselende lokale vrijwilligers.

Het is een gemoedelijk samenkomen. Wadend door de petroleumlucht van tuinfakkels loop je ’s avonds in een bonte stoet van soms een paar honderd (hoofdzakelijk witte) mensen door de winkelstraat van Krommenie. Sommige mensen dragen iets voor, er wordt gezongen en er is warme chocolade. Het is doorgaans gezellig, maar daarom nog niet minder serieus. Het is immers hét jaarlijkse evenement in de streek om stil te staan bij uitwerkingen van discriminatie, racisme en vreemdelingenhaat.

Het kwam dan ook als een verrassing dat ik dit jaar, de 35ste editie, niet mee mocht lopen.

De verboden sticker (iets groter dan een visitekaartje)

Dit mocht niet, omdat een maat en ik op onze jassen een zichtbare uiting van solidariteit met de Palestijnen hadden zitten. Respectievelijk een sticker en een speldje (zie foto’s). Bijna direct na aankomst werden wij benaderd door twee organisatoren in fluoriserende hesjes. Wijzend op onze jassen concludeerden zij dat dit “echt niet kon”. Het moest immers een bijeenkomst zijn waar iedereen zich in kon vinden, zo werd ons verteld. We werden gewezen op een algemene banner waarop stond: “Iedereen anders, iedereen gelijk”. Dat was de insteek, en daarom waren de “individuele uitingen” zoals die op onze jassen niet welkom.

Met verbazing en ongeloof luisterde ik naar hun vermaning. Dit was immers een fakkeloptocht tegen discriminatie. En wat is volkerenmoord anders dan de ultieme, meest extreme uitdrukking van discriminatie? Als dit de anti-racisme beweging is, dan heeft Geert Wilders met zijn agenda van moslimhaat veel meer gewonnen dan alleen die 37 zetels.

De mars voor Klimaat en Rechtvaardigheid, die op 12 november in Amsterdam werd gehouden, stond natuurlijk nog in mijn geheugen. Ook daar vond ik me omringd door (hoofdzakelijk witte) mensen die me toeriepen, toen, dat een klimaatdemonstratie geen plek was voor uitgesproken solidariteit met Palestina. Maar nu blijkt dus ook een mars die zich expliciet richt tegen discriminatie niet langer een plek om solidair te staan met een bevolking die, gebukt onder een apartheidsregime, stukje bij beetje wordt uitgemoord?

Uiteindelijk werd ons in Krommenie de keuze geboden. We mochten natuurlijk meelopen in de demonstratie tegen discriminatie, maar alleen als we onze solidariteit met de Palestijnen onzichtbaar maakten. Een misselijk voorstel. Alsof weerstand tegen volkerenmoord gewoon inwisselbaar is. Even later zat ik dan ook weer op de fiets terug naar huis.

“Nederland heeft behoefte aan verbinding, aan begrip voor elkaar”, zo schrijft de organisatie van de fakkeltocht op hun website. Maar weet je waar Nederland pas écht behoefte aan heeft? Aan een anti-racisme beweging die daadwerkelijk tegen racisme, moslim- en vreemdelingenhaat vecht, en daar ook de nek voor durft uit te steken.

Maarten