Leidse stadswandeling laat zien waar het geld zit

De logo's van de wandeltocht.
Vanmiddag hebben ruim 25 mensen een stadswandeling door Leiden gemaakt, om samen eens goed te bekijken waar het geld nu eigenlijk zit. Het weer werkte niet echt mee, maar de sfeer was er niet minder enthousiast om. Op 10 plekken in de stad werd even stil gestaan voor een verhelderend praatje, en na afloop was er nog een discussie in het kantoor van De Fabel van de illegaal. Een van de conclusies: links moet rigoureus breken met de ideologie van de bezuinigingen, want er is geld zat in Nederland. We moeten ons simpelweg gaan inzetten voor een eerlijker verdeling. Hieronder de verhalen, zoals die verteld zijn door activisten van Doorbraak.

1. Het cruiseschip en het reddingsbootje
(Voorkant station Leiden Centraal)

Intropraatje op het Stationsplein.
Welkom allemaal op deze stadswandeling. We gaan vandaag eens rondkijken waar het geld zit. Want we moeten dan wel zwaar bezuinigen, volgens de overheid en verreweg meeste politici, opiniemakers en media, maar als je eens goed rondneust, dan zie je dat er geld zat is in dit absurd rijke landje. Het is alleen in de verkeerde handen. Asociale, onsolidaire handen, die niet willen delen.

Nou zou je natuurlijk kunnen zeggen: Rutte, ga die 18 miljard maar bij die rijken halen! We gaan niet inleveren. We sturen de rekening retour. En dat zou ons goed recht zijn. Wij hebben de crisis immers niet veroorzaakt. Maar dat zeggen we niet. We hebben namelijk helemaal geen zin om met de staat mee te denken over het in orde brengen van haar huishoudboekje! We voelen ons helemaal niet verantwoordelijk voor de BV Nederland. Die BV is er niet voor ons, maar slechts voor de rijken, om hun bedrijven te pamperen.

Sowieso hebben die bezuinigingen niet veel met de crisis van doen. De plannen om rigoureus te snoeien in onze voorzieningen lagen al klaar, lang voor de financiële crisis. Die crisis wordt simpelweg gebruikt als smoes. Voor weer een gigantisch project van geld overhevelen van de armen naar de rijken en hun bedrijven.

Waar het ons vandaag om gaat is het ontmaskeren van de ideologie van het bezuininigen. We willen de leugens en de asociale politieke keuzen van het meest rechtse kabinet ooit blootleggen. Want er is geld zat, maar de rijken willen het zich meer en meer toeëigenen.

Het kabinet voert een politiek van herverdelen en heersen, en een politiek van zondebokken maken. De regering is bezig met een verhevigde klassenstrijd van bovenaf, met een oorlog tegen de onderkant van de arbeidsmarkt en van de samenleving. En ook steeds meer middengroepen worden daarvan het slachtoffer. Rutte en zijn asociale vrienden willen 18 miljard afpakken van arbeiders, uitkeringsgerechtigden, studenten, inburgeringsplichtigen, zieken, gehandicapten, ouders met kinderen, kunstenaars, en anderen die in de hoek zitten waar de klappen vallen. Het kabinet wil korten op de uitkeringen, de huur- en zorgtoeslag, de kinderopvang, het persoonsgebonden budget, de studiefinanciering, de openbare bibliotheken, in de cultuursector, en ga maar door. VVD, CDA en PVV slaan er met hun botte bijl heftig op los en hakken zich met hun kapmes dwars door een heleboel basisvoorzieningen heen. Ze maaien weg wat voor veel mensen juist broodnodig is, wat het leven draaglijk maakt, wat het leven veraangenaamt. Het resultaat is dat de armen armer worden, en de rijken rijker. Dat is de werkelijkheid van dit kabinet.

Maar wat speldt het kabinet ons op de mouw? “We moeten allemaal inleveren”, durft men te beweren. “We zitten allemaal in hetzelfde schuitje.” Dat is onzin, want het zijn de armsten en minder rijken die de broekriem stevig moeten aanhalen. En het zijn de rijksten aan de top die er juist op vooruit gaan, vergeleken met de maatschappelijke onderkant. En dat schuitje? Dat gaat om heel verschillende boten. De een ligt in een luxueus cruiseschip te baden in het zonnetje en wordt op zijn wenken bediend. De ander vecht in een reddingssloep om te overleven en moet roeien met de riemen die hij heeft. Het kabinet gedraagt zich als een omgekeerde Robin Hood: het geeft aan de rijksten wat het heeft gejat van de armeren. We gaan tijdens deze stadswandeling kijken waar ons geld gebleven is.

2. Big Brother-camera’s
(In de hal van Leiden Centraal)

Een station met tientallen camera's.
Waar zit het geld? Hier zit het geld! Sinds enige tijd hangen hier, in en buiten het station, een hele lading nieuwe gele camera’s. Wat zijn dat voor dingen en waar komen ze vandaan? Het gaat om camera’s die voortdurend video-opnamen maken van iedereen in en buiten het station, zogenaamd vanwege de strijd tegen terrorisme. Ook wij worden nu vastgelegd. De camera’s zijn er gekomen op voorstel van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding, ook al is er volgens diezelfde coördinator geen enkele aanwijzing dat een terrorist ooit het station van dit suffe provinciestadje op zou willen blazen. Maar de feiten doen er allang niet meer toe in de strijd tegen terrorisme.

De camera’s zijn ook opgehangen in de stations van Utrecht, Amsterdam en Schiphol. De plaatsing van de camera’s in Leiden kostte maar liefst 3,2 miljoen euro. Vanaf 2011 moet de gemeente Leiden elk jaar nog eens 80 duizend euro toeleggen voor het onderhoud ervan. De videobeelden worden door de Leidse politie niet permanent bekeken, maar alleen als er ter plekke staatsgevaarlijke en terroristische handelingen plaatsgevonden hebben. Daarbij moet je denken aan de diefstal van een oma-fiets of een vechtpartij tussen dronken en ballorige studenten. Ook kunnen de beelden actief bekeken worden als de AIVD een aanslag op het station verwacht, maar die kans is te verwaarlozen. De beelden worden vier weken bewaard, en langer als daar aanleiding toe is. Ook de AIVD mag de beelden opvragen. Binnenkort zullen de camera’s uitgerust worden met microfoons, zodat ze “geluiden van dreiging” kunnen oppikken.

De camera’s kwamen er niet zonder slag of stoot. GroenLinks, D66, de SP en een deel van de PvdA stemden tegen. En GroenLinks voerde er zelfs ludiek actie tegen door mensen ter plekke zogenaamd te filmen en te achtervolgen. Maar rechtse partijen als de VVD, het CDA en onze PvdA-burgervader Lenferink waren in extase over deze Big Brother-camera’s en stemden voor.

De inzet van dit soort camera’s staat niet op zichzelf, maar is deel van een steeds uitdijend pakket aan kostbare maatregelen om de samenleving onder een permanente controle te houden. In Nederland worden dagelijks meer dan tweeduizend telefoonnummers getapt, wordt al het internet- en mailverkeer opgeslagen en gemonitord, wordt op grote schaal dna en digitale vingerafdrukken afgenomen, en heeft de staat zelfs inzicht in het leengedrag bij bibliotheken. De voormalige Oost-Duitse Stasi zou er de vingers bij aflikken, en premier Rutte doet dat nog steeds.

Nederland is ook buiten de grenzen bezig met terrorisme. Zo zijn Nederlandse militairen verwikkeld in illegale oorlogen in Irak en Afghanistan. Deze missies, die terrorisme juist bevorderen, kosten honderden miljoenen euro’s. Daar zit ons geld dus!

3. Leiden, stad van reclameleuzen
(Zijkant van Visitors Centre Leiden, op het plein van Leiden CS)

Leiden, stad van... ja wat niet eigenlijk...?
“Leiden, stad van ontdekkingen” staat daar te lezen. De gemeente wil dat we Leiden ontdekken als kennisstad met veel verborgen schatten en attracties. Leuk voor de toeristen natuurlijk, en dat is ook precies de bedoeling. Maar wat ze liever niet willen dat we ontdekken, is met hoeveel geld ze smijten om deze nietszeggende leus in onze hoofden te stampen.

Zo heeft de gemeente Leiden en haar zogeheten partners sinds 2007 een stevig intern en extern communicatieoffensief op gang gebracht. Nieuwe medewerkers van de gemeente krijgen een kennismakingsprogramma voorgeschoteld over de achterliggende gedachte van de stadsmarketing. En er is ook een jaarlijkse lunchlezing voor ambtenaren. Geld noch moeite wordt gespaard om het imago van de stad onder het eigen gemeentepersoneel op te krikken. Daar willen wij natuurlijk graag aan meebetalen, maar niet heus!

Om Leiden zo aantrekkelijk mogelijk te maken is de werkgroep Leiden Marketing opgericht, waartoe ook dit Visitors Centre Leiden behoort. Vroeger heette dat gewoon de VVV, maar dat klinkt nu niet duur genoeg meer. De gemeente werkt samen met een grote bureaucratische laag van zogenaamde stadspartners. Daar gaat elk jaar weer een grote pot geld heen, rond de 900 duizend euro. Meer dan de helft daarvan wordt besteed aan het reclamemerk “Leiden, stad van ontdekkingen”. Het Visitors Centre is vooral gericht op zakelijke bezoekers en studenten, via een echt expatdesk. Het gaat dus vooral om bezoekers met genoeg poen, die in de watten moeten worden gelegd.

In de jaren 90 trad Leiden naar voren als “Stad van vluchtelingen”. Ook heeft de gemeente campagne gevoerd onder de noemer “Niets lijkt op Leiden”. Leiden promoot zichzelf verder als “derde museumstad van Nederland”, “Leiden geuzenstad”, “Leiden leeft”, “Leiden Rembrandtstad”, “Leiden, daar gebeurt het”, “Lekker Leiden”, en niet te vergeten de gouwe ouwe “Leiden sleutelstad”. De stad is een merk en moet dus als een wasmiddel worden verkocht, aldus het stadsbestuur. Als de leuzen ooit opraken, dan kunnen we de stad altijd nog omdopen tot “Leiden leuzenstad”.

Flink bezuinigen op de sociale zekerheid en de armen en kwetsbaren afknijpen, maar het merk Leiden ondertussen wel overeind houden met flinke financiële injecties. Dat lijkt het motto te zijn. Een rotte binnenkant is namelijk best te verdoezelen met een mooie schil van billboards, hapjes en drankjes voor de happy few, kennisfestivals, debatten over bedrijvigheid, en hapklare cultuurbrokken. En sinds kort is er dan eindelijk een echt Leids biertje, dat natuurlijk ook in Leiden gebrouwen wordt. Met geld van de gemeente natuurlijk. Geld dat ook ten goede had kunnen komen aan onze sociale voorzieningen.

4. Tel uit je winst
(Kamer van Koophandel, op plein van Leiden CS)

Bij een machtige belangenbehartiger.
Wie een bedrijf wil starten, moet bij de Kamer van Koophandel langs. Ondernemers betalen er een kleine jaarlijkse bijdrage om hun belangen te laten behartigen. Deze machtige lobbyclub geeft de overheid bijvoorbeeld advies over hoe het de ondernemers naar de zin kan worden gemaakt. Hadden studenten, uitkeringsgerechtigden, jongeren met een arbeidsbeperking, en mensen zonder verblijfsrecht ook maar zo’n sterke belangenbehartiger achter zich staan.

Als loopjongen van het kapitaal, houdt de overheid altijd veel rekening met de wensen van de bedrijven. Hun wil is wet, zo lijkt het. Zo hebben ze voor elkaar gekregen dat dit jaar de vennootschapsbelasting weer verder is verlaagd. Dat is de belasting die bedrijven betalen over de winst die ze hebben gemaakt. Ze hoeven voortaan nog maar 20 procent belasting te betalen over de eerste 200 duizend euro winst. Eerder was dat nog ruim 25 procent, en tot 2006 zelfs ruim 31 procent. Een lastenverlaging voor bedrijven van 11 procent in 5 jaar tijd: tel uit je winst. Dit nieuwste belastingvoordeel levert ondernemers op jaarbasis maar liefst 250 miljoen euro op. Via dit soort maatregelen bouwt Bruin I dus tekorten op, die men vervolgens gaat verhalen op onze sociale voorzieningen.

5. Gemeente maakt krottenkoning slapend rijk
(Bij de ingang van Multipleks)

Kraakflat en fietsenstalling.
We staan hier voor het grootste kraakpand van Leiden: de Multipleks. Vanwege brandveiligheidsredenen zijn alleen de begane grond en eerste verdieping in gebruik. Het pand heet officieel “De Leidse Poort”. Jullie denken misschien: waarom staan we hier nu? Hebben die krakers zoveel geld dan? Nee, natuurlijk niet. We staan hier omdat dit pand en dit terrein met fietsenrekken speelbal is geweest tussen een commerciële projectontwikkelaar en de gemeente Leiden. En dat heeft al ontzettend veel geld gekost.

De Leidse Poort en het fietsenstallingterrein waren lange tijd eigendom van de beruchte projectontwikkelaar Ronnie van de Putte. Die kocht deze plek in 1993 van de gemeente Leiden. Omgerekend betaalde hij er toen 1,3 miljoen euro voor. Van de Putte staat als een gigantische speculant. Hij staat op de 399ste plek in de top 500 van rijkste Nederlanders. Hij wordt ook wel de Krottenkoning of Van de Beerputte genoemd. Een van zijn vroegere vriendjes zegt over hem: “Hij heeft nog nooit iets gebouwd. En hij wordt er nog rijk van ook.” Toch ging de gemeente met hem in zee en dat hebben ze geweten ook.

Waar nu de fietsenstallingen staan, was sinds 2001 jarenlang niets anders dan een enorm gat in de grond. Een bouwbedrijf had allemaal stalen schotten geplaatst om de grond te stutten. Dat bedrijf lag in de clinch met de Krottenkoning omdat die niet betaalde voor de schotten. Hij beloofde de gemeente al vanaf 2000 dat hij flats met dure appartementen bovenin en winkels onderin zou gaan bouwen, maar dat deed ie niet. Het terrein werd dan ook het Gat van Van de Putte genoemd.

Toen het pand en het terrein ernaast in 2006 werden gekraakt, werd de tuin een soort vrijplaats vol caravans en tentjes. Dat was de gemeente een doorn in het oog. De entree van hun stad zag er niet uit, met lelijke schuttingen vol graffiti, en krakersvolk in het hart van de stad. Dus daarom liet de toenmalige PvdA-wethouder Hillebrand 15 meter hoge spandoeken plaatsen die het terrein aan het zicht moesten onttrekken. Op die spandoeken stonden, wat anders, reclameleuzen over Leiden. Die spandoeken hingen over de gehele lengte van het terrein en zaten vast aan grote metalen pilaren die er toen nog stonden. De spandoeken werden al snel bekend als het Schaamlapje van Hillebrand. Kosten: 180 duizend euro. De eerste de beste najaarsstorm scheurde ze finaal aan flarden. Toch besloot de gemeente nieuwe op te hangen. Op een gegeven moment kwam er elke twee weken een bedrijf met een hoogwerker langs om alle elastiekjes te vervangen. Na 12 weken moesten de doeken alsnog van de brandweer verdwijnen. Totale kosten onbekend, maar jullie kunnen je er wel wat bij voorstellen.

De gemeente probeerde het terrein sinds 2002 te onteigenen. Maar door fouten te maken in de procedures, of deze toch weer op te schorten als Van der Putte weer iets beloofde, liepen maar liefst drie onteigeningsprocedures spaak. De procedure om de bouwvergunning van Van de Putte af te nemen werd uiteindelijk na veel procederen wel een succes. Kosten aan ambtelijke uren en geld: onbekend.

In 2010, vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen, besloot de VVD-wethouder Van Woensel om dan maar het pand en het terrein terug te kopen van Van der Putte. Let wel, dat was net nadat de gemeente de gekraakte panden in de Koppenhinksteeg had laten ontruimen, omdat legalisering daarvan te duur zou zijn. Kosten van de aankoop van het pand en het terrein: 17,9 miljoen. Dat is een waardestijging voor Van de Putte van bijna 1.400 procent in 17 jaar tijd. Overigens is het terrein volgens een recente taxatie veel minder waard, namelijk 14,8 miljoen.

Amper een maand later maakte de gemeente bekend dat men tientallen miljoenen wil gaan bezuinigingen, vooral op sociale zekerheid. Maar VVD-raadslid Van Zevenbergen zegt over de koop en dus over de verrijking van Van de Beerputte: “Dit is een unieke situatie, en dan moet je deze kans niet laten schieten.” Waar het allemaal om gaat is de entree van de stad. De gemeente wil vele tientallen miljoenen uitgeven aan het stationsgebied. Daar is dit verhaal maar een klein onderdeel van. Ondertussen worden de armere bewoners van Leiden geacht om in te leveren en moeten ze de broekriem strak aanhalen.

Nu is het Gat van Van de Putte dus het Gat van Van Woensel geworden. Er staat nu een gratis fietsenstalling. Dat is natuurlijk niet verkeerd, maar omgerekend kost het de gemeente dus per fiets zo’n slordige 18 duizend euro. En dat komt natuurlijk niet uit Van Woensels eigen zak. De uiteindelijke bedragen van de hele affaire zijn onbekend, maar zeker is dat al dat geld beter besteed had kunnen worden.

6. Meer asfalt en heilige koeien, minder openbaar vervoer
(Op een strook midden op het kruispunt op de Lammermarkt)

Op het veld van de heilige koeien...
Waarom staan we hier nu stil, zul je je afvragen. Er is niet veel bijzonders te zien. Ja daar, die mooie molen. En wat ook opvalt is die grote parkeerplaats, afgeladen met auto’s. Kijk nu eens naar beneden en je ziet asfalt. Asfalt, daar kun je nooit genoeg van hebben, vindt het kabinet Bruin I. Want auto’s moeten rijden. De economie raakt achterop als er niet genoeg wegen zijn. En de files zijn toch echt alleen op te lossen door nog meer te asfalteren. En het helpt onze economie als er harder gereden kan worden: 130 kilometer per uur is beter dan 120 kilometer.

Maar wat offeren we op door het leefgebied van de heilige koe te verbeteren? Dat is schaars groen en desnoods natuurgebieden, schonere lucht, en het openbaar vervoer dat beter is voor het milieu dan al die miljoenen auto’s. Het kan nog gekker. Bruin I wil in totaal 120 miljoen euro afpakken van ons openbaar vervoer. De vervoersbedrijven in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam worden gedwongen geprivatiseerd en verkocht aan de hoogste bieder. Er gaat dus minder geld naar het openbaar vervoer, maar er gaat wel extra geld naar nieuwe wegen. En er komt een hogere maximumsnelheid. Er worden honderden miljoenen extra geïnvesteerd in asfalt.

Terug naar waarom we hier staan. Door deze straat zou de Rijn-Gouwelijn gaan rijden. De oorspronkelijke plannen voor die lijn zijn inmiddels gewijzigd. Er zijn nieuwe, goedkopere plannen. Je zou denken: dan stop je dat vrijgekomen geld toch opnieuw in het openbaar vervoer? Natuurlijk niet. Tijdens de onderhandelingen over het nieuwe akkoord van Gedeputeerde Staten wilde de VVD alleen instemmen met een wijziging van de Rijn-Gouwelijn, als er extra geïnvesteerd zou worden in de Rijnlandroute, de geplande verbindingsweg tussen de A4 en de A44. Die snelweg begint bij de aansluiting van de N11 op de A4, loopt door de Oostvlietpolder, dus door groen, dwars door Voorschoten, langs de Stevenshof, op naar de A44, en waarschijnlijk via de N206 naar Katwijk. Het nut en de noodzaak van die nieuwe weg is helemaal niet aangetoond. Meer auto’s en minder openbaar vervoer, dat is het motto van Bruin 1. Meer ieder voor zich in een auto, dan samen in het openbaar vervoer.

7. Hoe groter de koopwoning, hoe meer voordeel voor de eigenaar
(Hypotheekcentrum, Lammermarkt)

Adviseurs voor villasubsidies.
Er zijn maar weinig onderwerpen waar zoveel omheen wordt gedraaid, waar zoveel over gelogen wordt als de hypotheekrenteaftrek. We staan hier bij het Hypotheekcentrum, en dat kan ongetwijfeld goede adviezen geven over de villasubsidie, een benaming die beter aangeeft wat er aan de hand is.

Natuurlijk zijn de VVD, het CDA en de PVV voor behoud van die villasubsidie, want dat geld komt onveranderlijk bij hun eigen achterban terecht: de vaak witte en rechtse kapitaalkrachtigen. Met die subsidiëring van de rijken is ruim 10 miljard euro gemoeid, iets meer dan de helft van de voorgenomen bezuinigingen. De helft van van die subsidie komt terecht bij de 20 procent rijkste gezinnen van Nederland, gezinnen die een inkomen van meer dan 81 duizend euro hebben. Niet echt het deel van de samenleving dat het hard nodig heeft, zou je zeggen. Het principe van de villasubsidie is: hoe groter de woning, hoe meer belastingvoordeel de eigenaar krijgt. De kopers van grote woningen worden bevoordeeld, en de huurders worden benadeeld. Want daar gaat de overheid veel geld weghalen, als minister Donner zijn zin krijgt. Donner wil de huren in 10 gebieden met woningnood, waaronder Leiden, verhogen met 120 euro per maand extra. En hij wil de huurtoeslag verlagen.

De rechtse partijen hebben liever niet dat de onderkant van de samenleving in de gaten krijgt dat hun achterban zich op deze manier voortdurend schaamteloos aan het verrijken is. Daarom komen ze met verhalen over lagere of hogere huizenprijzen, vastzittende huizenmarkten, stimulering van eigen bezit, de noodzaak van rust op de huizenmarkt, enzovoorts. Als redenen om niet aan de hypotheerenteaftrek te gaan tornen. Of die verhalen nu kloppen of niet, dat maakt voor de meeste mensen niet uit. Want ze komen toch niet of nauwelijks in aanmerking voor die villasubsidie. Ze hebben namelijk geen patsersvilla, maar een bescheiden rijtjeshuis. Of ze bezitten helemaal geen huis, maar huren er één. We gaan verder…

8. Nederland: belastingparadijs voor multinationale bedrijven
(C&A in de Haarlemmerstraat)

Het is toch voordeliger als je een multinational bent...
We staan hier bij C&A, omdat dat een van de bekendere multinationale bedrijven in Nederland is. Het soort bedrijven dat voortdurend in de watten wordt gelegd door de BV Nederland.

In 2009 zei de Amerikaanse president Obama dat Nederland een belastingparadijs voor multinationals was, vergelijkbaar met Bermuda of de Kaaimaneilanden. Maar dan in het groot. De Nederlandse regering reageerde verontwaardigd, maar kon de feiten niet ontkennen. Multinationals hoeven hier namelijk inderdaad weinig tot geen winstbelasting te betalen.

Daarom hebben ontelbare multinationals hun hoofdkantoor officieel in Nederland gevestigd, waaronder meer dan 700 Amerikaanse, zoals Boeing, US Steel, Wall Mart, Microsoft, Walt Disney, en ook rijke popgroepen als de Rolling Stones. Die hebben hier geen fabrieken of kantoren, maar slechts een brievenbus bij een van de grote banken of andere financiële instellingen. Ongeveer driekwart van de wereldhandel vindt plaats binnen multinationale bedrijven, en die kunnen het dus intern zo regelen dat hun Nederlandse vestiging het meest winstgevend is. Daarom werd er in 2005 door deze bedrijven maar liefst 4.700 miljard euro door Nederland heen gesluisd. Multinationale accountantorganisaties als KPMG leveren de belastingtechnische know how en houden daar zelf ook weer miljarden aan over. De hele constructie levert de Nederlandse staat jaarlijks 2 miljard euro aan extra belastinginkomsten op.

Mooi meegenomen, zou je zeggen? Nou nee, want ook Nederlandse multinationals worden zo in de watten gelegd. Officieel moeten ze 25,5 procent belasting over hun winst betalen. Maar de grote multinationals betalen in de praktijk slechts 6 tot 7 procent, de grootste 20 vrijwel helemaal niets. De wet is zo soepel dat bedrijven hem niet hoeven te ontduiken, maar slechts hoeven te ontwijken, zoals dat heet. Vaak zelfs in overleg met de overheid zelf. Zo wordt de schatkist jaarlijks 16 miljard onthouden. Netto verlies door het pamperen van alle multinationals: 14 miljard euro. Dat bedrag komt aardig in de richting van de 18 miljard die Bruin I voornamelijk op onze voorzieningen wil bezuinigen.

Veel andere landen lopen ook gigantische bedragen aan winstbelasting mis doordat belastingparadijzen als Nederland hun multinationals pamperen. De VS alleen al jaarlijks 170 miljard euro. Bedragen die uiteindelijk de inwoners zullen moeten ophoesten, willen ze hun sociale vangnetten en andere overheidsdiensten behouden. Met dank aan onder meer Nederland dus. Natuurlijk, zo’n beetje alle staten verlagen sinds eind jaren 70 hun tarieven op de winstbelasting, maar Nederland loopt steevast voorop en jaagt deze wereldwijde wedloop naar beneden verder aan. Een wedloop die uiteindelijk alleen de rijke multinationale bedrijven ten goede komt.

9. Een gesubsidieerd consumptiecircus
(Aalmarkt, bij winkel SuitSupply, McGregor en Gaastra)

Gepamperde bedrijven...
Er moet natuurlijk wel luxueus gewinkeld kunnen worden. En daarom staan we hier bij de modewinkels SuitSupply, McGregor en Gaastra. Die zitten samen in een winkelruimte van maar liefst 700 vierkante meter. Het zijn duidelijk winkels voor welgestelde burgers. Je zou denken dat die burgers toch wel aan hun trekken kunnen komen in de kapitalistische consumptiemaatschappij. Maar volgens de gemeente blijkbaar nog niet genoeg, want Leiden laat deze bedrijven vijf jaar lang een huur betalen die afhankelijk is van hun omzet. Die bedrijven lopen dus niet langer meer het ondernemersrisico, maar de gemeente, die zo staatssteun geeft. In deze tijd van bezuinigingen en hameren op de eigen verantwoordelijkheid is dat bijzonder vreemd. Temeer daar deze drie winkel onder de McGregor Fashion Group BV vallen. Die heeft een jaaromzet van 210 miljoen euro. Als de zaken goed draaien, dan steekt men het geld in eigen zak. Als het wat minder loopt, dan springt de gemeente bij. Ja, zo’n deal wil iedereen wel. Oorspronkelijk dacht het gemeentebestuur zelfs aan het aanbieden van een subsidie van 1,7 miljoen euro voor de afwerking en de inrichting van de winkel. Maar dat vonden sommige lokale politici toch wat te gortig.

Deze winkels vallen onder het Aalmarktproject, samen met onder meer de Stadsgehoorzaal die in de Breestraat ligt. Dat project is van groot belang voor de gemeente. Men wil het winkelgebied vergroten om de consumptie nog meer aan te wakkeren. Via de Aalmarkt wordt de Breestraat met de Haarlemmerstraat verbonden en kan er non stop gefunshopt worden. Daar heeft de gemeente flink wat geld voor over. Daar gaat ons geld dus heen. Voor de armen blijft alleen de window shopping over, een soort kijken naar de rijken, kijken naar wat die allemaal kopen.

10. Absurde rijkdom
(ABN/AMRO-filiaal in de Breestraat)

'Onze' genationaliseerde bank.
We staan hier bij de ABN/AMRO, maar we hadden net zo goed bij een andere grote Nederlandse bank kunnen staan. Nederland heeft een relatief grote financiële sector en is een absurd rijk land.

Aan de basis van al dat Nederlandse kapitaal stonden onder meer de slavenhandel en rijkdommen die geproduceerd werden door slaven op koloniale plantages. ABN/AMRO zelf stamt lijnrecht af van het achttiende eeuwse Amsterdamse bankiershuis Ketwich & Voombergh dat slavenplantages financierde. En van de eveneens achttiende eeuwse Rotterdamse bankier Chabot, die slaventransporten verzekerde. Die verzekeringen werden betaald met een percentage van de winst.

De ABN/Amro is sinds 2008 in handen van de staat, en zo’n 56 miljard euro waard. De bestuurders worden flink in de watten gelegd. De vorige topman kreeg 8 miljoen euro toegestopt bij zijn vertrek, en negen wat minder hoge bonzen kregen samen ook nog eens een slordige 12 miljoen euro. De vice-voorzitter van de raad van bestuur, Gerrit Zalm, sleept jaarlijks 750 duizend euro binnen.

Nederland is een absurd rijk land, of beter gezegd: een deel van Nederland is absurd rijk. Wie hebben hun geld bij dit soort banken geparkeerd? En om hoeveel gaat het? Een paar cijfers.

– Maar liefst 23 Nederlanders bezitten meer dan een miljard euro.
– De 500 rijkste Nederlanders hebben gezamenlijk bijna 136 miljard euro. Hun bezit is in het crisisjaar 2010 met 7 miljard toegenomen.
– De rijkste 10 procent van de Nederlandse bevolking bezit bijna 60 procent van al het particuliere vermogen.
– En de rijkste 40 procent bezit 98 procent. Dat wil zeggen dat de resterende 60 procent van ons vrijwel niets bezit, en voor een deel zelfs in de schulden zit.
– En die kloof tussen arm en rijk groeit elk jaar verder. Wereldwijd bezien is het overigens nog erger. Twee procent van de mensen bezit meer dan de helft van al het vermogen. En dat zijn vrijwel allemaal mannen.

Maar ook bedrijven hebben hun geld op de bank staan. De winsten zijn ondanks – of dankzij – de crisis flink blijven groeien. De aan de AEX genoteerde Nederlandse bedrijven maakten vorig jaar 39 miljard euro winst. De 16 grootste hadden begin dit jaar samen de beschikking over 210 miljard euro om andere bedrijven over te nemen.

En waar investeren banken al dat geld in? Onder meer in staatsleningen. De ABN/AMRO heeft bijvoorbeeld 1,4 miljard euro geleend aan de Griekse spoorwegen. De bank zet nu de Nederlandse staat onder druk om Griekenland te dwingen die leningen ook terug te betalen. Daartoe moet dat land van de Nederlandse kapitaalbezitters haar sociale voorzieningen verder en verder afbreken.

Doorbraak

De ABN/AMRO zit op de hoek van de Diefsteeg...