“Met een nulurencontract ben je altijd bang”

Taxi.
Taxi.
Johan de Heer werkt sinds een jaar met een nulurencontract bij een taxibedrijf in Den Haag en zit midden in de “race to the bottom” in de taxiwereld. Hij is zijn hele leven al van flexbaantje naar uitkering naar flexbaantje gegaan. Bij zichzelf en bij zijn collega’s merkt hij aan den lijve wat de gevolgen zijn van de steeds verder oprukkende flexibilisering, vooral aan de onderkant van de arbeidsmarkt.

Johans werkdag begint om drie uur ‘s middags en gaat door tot twaalf uur ‘s nachts, als hij mazzel heeft. Vaak krijgt hij er nog nachtritten achteraan. Het komt voor dat hij dan pas om vier uur ‘s nachts thuis is. “Soms sta ik om vijf uur ‘s morgens mijn avondeten te koken. Dan duik ik mijn bed in, en de volgende dag ben ik om drie uur weer paraat. Geregeld eet ik twee of drie dagen alleen maar brood, omdat ik geen tijd heb om te koken”. Als hij achtenveertig uur per week werkt, wat geen uitzondering is, verdient hij zo’n vijftienhonderd euro netto per maand. Net boven het minimumloon dus.

Underemployed

De carrière van Johan begon op zijn vijftiende bij een banketbakker. In de meer dan dertig jaar daarna leerde hij de onderkant van de arbeidsmarkt op zijn duimpje kennen, na veel flexbaantjes en meerdere keren in de WW. Al zijn hele leven is hij underemployed. “En elke keer ben ik getuige van wat er mis gaat: uitbuiting, seksisme en racisme op de werkvloer.” Vanaf 2010 zat hij weer in de WW. Met het baantje dat hij daarvoor had, verdiende hij niet veel. Dat werd nog minder toen hij in de WW belandde. Hij dreigde in de bijstand terecht te komen, en nog verder in inkomen achteruit te gaan. Omdat hij schulden moest afbetalen, kon hij weinig eisen aan een baan stellen.

“Het UWV bood mij ‘met vriendelijke dwang’ een soort stageplaats aan bij een taxibedrijf dat mensen van een parkeerplaats aan de rand van de stad naar het centrum brengt. Ik vervoerde vooral forenzen en toeristen. De sfeer onder de chauffeurs was erg vervelend. Na twee maanden werd het me duidelijk dat een betaalde baan er niet in zat. Daarom deed ik een open sollicitatie bij een ander taxibedrijf. Daar kreeg ik meteen een nulurencontract aangeboden met een schamel uurloon. Ik kon kiezen: het contract niet tekenen en nog meer in financiële narigheid terechtkomen, of het maar gewoon accepteren. Dan is de keuze snel gemaakt.”

“Ik ben ondertussen dik een jaar in dienst. Over ongeveer een jaar word ik ontslagen, om drie maanden later weer aangenomen te worden. Dat heeft mijn baas al aangekondigd. Dan hoeven ze me geen vast contract te geven”.

Nuttig werk

Johan rijdt in een busje en vervoert vooral ouderen en lichamelijk en geestelijk gehandicapten. De gemeente geeft daar subsidie voor, waardoor de passagiers relatief goedkoop van A naar B kunnen reizen. Hij is blij dat hij dit werk kan doen, in plaats van het rondrijden met forenzen dat hij eerst deed. “Het is nuttig werk. Ik help mensen in een kwetsbare positie en maak hen mobieler.” Maar door de slechte planning gaan er vaak dingen mis, en worden passagiers veel te vroeg of te laat opgehaald. En dat krijgt Johan dan over zich heen. “Ik ben het gezicht van het bedrijf. Ik hoor de verhalen van de mensen onderweg en merk dat ze niet goed te woord worden gestaan door het kantoorpersoneel van het bedrijf. De planners vertellen vaak leugens en gedragen zich alsof de passagiers pakketjes zijn. Ik doe daar niet aan mee. Ik probeer de passagiers zoveel mogelijk te steunen.”

Tot twaalf uur ‘s nachts rijdt Johan deze mensen rond. Daarvoor krijgt hij elke week een nieuw werkrooster. Maar de extra ritten na middernacht worden hem soms pas een uur van tevoren opgedragen. Die ritten zijn gericht op ‘gewone’ klanten die op luchthaven Schiphol moeten worden opgehaald. “Ze zetten je voor het blok met die nachtritten: je kunt het weigeren en de planners en de directie tegen je in het harnas jagen, of je kunt het accepteren en afgepeigerd thuis komen. Vaak moet ik ook nog een of twee uur op Schiphol wachten voordat de klant daar met het vliegtuig arriveert.”

Vaste medewerkers

Er werken zo’n vijfentwintig chauffeurs bij het bedrijf. Een stuk of tien daarvan hebben nog een vast contract dat dateert van voor de crisis. De rest heeft een nulurencontract. Johan vermoedt dat de bedrijfsleiding de vaste medewerkers probeert weg te pesten door hen minder werk te geven en hen hele dagen stil te laten zitten. Dat mag op korte termijn best wel wat geld kosten, want op de lange termijn is het voordelig. De vaste medewerkers maken soms overuren, maar die moeten ze dan weer inleveren als ze grote gaten in hun rooster hebben. Ze maken lange dagen, maar krijgen niet meer betaald.

Het extra werk dat vroeger door het vaste personeel werd gedaan, verschuift nu naar de flexwerkers. Die zijn goedkoper. Johan heeft de indruk dat de strategie van de bazen – vast personeel vervangen door flexpersoneel – goed werkt. “Gisteren bijvoorbeeld hebben drie van de tien vaste medewerkers zich ziek gemeld. Maar er zijn er ook die zich God voelen. Die pappen lekker aan met de managers en lezen iedereen de les. Dat is natuurlijk handig voor de bedrijfsleiding, want zo raken de chauffeurs onderling verdeeld.”

Pauze

Soms zitten de dagen van Johan helemaal volgepland. Laatst had hij aan het begin van de dag expliciet gevraagd om pauze in zijn rooster. Die kreeg hij eerst, maar werd hem later toch weer afgenomen door hem op te schepen met extra ritten. Toen hij naar de reden vroeg, vertelde de planner hem dat het een hele drukke dag was en dat de directie achter de computer zat om de pauzes van de flexwerkers op te vullen met werk.

Aan het eind van de maand zag hij dat hij te weinig loon had gekregen. Toen hij vroeg wat er aan de hand was, ontving hij meteen een mail waarin men meldde dat hij geen pauzes had opgeschreven. Dat klopte, want hij had wegens de drukte tijdens zijn pauzes doorgewerkt. Maar de administratie noteerde toch pauze-uren, ten koste van gewerkte uren. Daardoor kreeg hij minder loon. Het is wettelijk verplicht om chauffeurs pauze te geven. Zo was de administratie weer op orde. Dat ging ten koste van Johans salaris, wat voor de directie mooi meegenomen was. Hij stuurde daar weer een mail over, maar heeft er tot nu toe nog geen reactie op ontvangen.

De flexwerkers worden of nauwelijks of erg veel ingezet, afhankelijk van hoe ze zich gedragen. Je goed gedragen betekent in dit geval netjes luisteren. “Ik heb het gevoel dat er dossiers worden bijgehouden van ons. Werken we wel goed? Nemen we niet te vaak pauze? Weigeren we nachtdiensten? We worden onder druk gezet om alles maar te slikken. We moeten zeven dagen per week beschikbaar zijn, krijgen geen vergoeding voor avond- en nachtwerk, alleen een beetje voor overwerk. Zo krijgen de chauffeurs die het slechtst ‘presteren’ steeds minder werk, en worden ze er langzaam maar zeker uitgewerkt. Van mensen met een nulurencontract kom je makkelijk af.”

Hiërarchie

“Met een nulurencontract ben je altijd bang. Je moet vooral je gebreken niet laten zien en altijd beschikbaar zijn voor werk. Toen ik bij het bedrijf solliciteerde, had ik last van mijn rug, de gevolgen van een hernia. Maar ik heb dat niet verteld uit angst dat ik daardoor deze baan zou mislopen. Verder probeer ik niet te links en te opstandig over te komen. Dat kan ook maar problemen geven.”

“Ik zit in een luxepositie. Ik heb geen koophuis, geen partner, geen kinderen. Verder geef ik sowieso niet veel uit aan ‘rariteiten’, ik ga niet vaak naar de kroeg, nooit naar het casino.” Veel van zijn collega’s zitten niet in die ‘luxepositie’. En juist zij worden geraakt door dit systeem. Ze zijn minder flexibel, omdat ze bijvoorbeeld ‘s avonds bij hun kinderen willen zijn. Daardoor worden ze steeds minder ingezet, terwijl ze het geld eigenlijk het hardst nodig hebben.

Er is een stevige hiërarchie. De directie bepaalt, de planners voeren de druk op de chauffeurs op en de chauffeurs krijgen alles over zich heen. Er is zeker geen gebrek aan geld. “In de laatste nieuwsbrief stond nog dat er veel winst werd gemaakt en dat het bedrijf nieuwe Mercedesbusjes had aangeschaft.”

Concurrentiestrijd

Niet alleen dit taxibedrijf is aan het flexibiliseren, het gebeurt overal, ook buiten de taxiwereld. “Er ontstaat een onderlaag van werkende mensen die het eigenlijk niet redden, maar hun mond dicht houden. Ze worden bang gemaakt en klein gehouden. En er heerst in de bedrijven een concurrentiestrijd tussen collega’s, waarbij het recht van de sterkste geldt. Dat vinden de bazen maar al te fijn, want dan hoeven ze zelf niet te veel moeite te doen om mensen te dumpen. Zo’n structuur verdeelt mensen. De bazen spelen verdeel en heers. Het is links tegen rechts.”

Ondertussen heeft Johan het gevoel dat hij een bepaalde positie heeft opgebouwd tegenover de planners. Daarom gaat hij proberen om nachtdiensten te weigeren en pauzes af te dwingen. Hopelijk gaat hem dat niet te veel uren kosten. Maar omdat hij een tijdelijk contract heeft, blijft zijn situatie onzeker. Er zijn genoeg anderen die staan te popelen om zijn plek over te nemen. Als hij weer wat financiële reserve heeft opgebouwd, dan overweegt hij om te stoppen met het werk en weer een tijdje van de WW te gaan genieten. “Even rust, even bijkomen. Dat commerciële en dat onzekere, dat hakt erin.”

Frodo Tromp
Harry Westerink