Moslimfundamentalisme (fundamentalisme-discussie deel 1)

Moslimfundamentalisme is een Nederlands probleem
Het moslimfundamentalisme wint wereldwijd aan macht en vormt een concreet probleem voor links, ook in Europa. Doorbraak spreekt zich scherp uit tegen die politieke islam en probeert het waar mogelijk tegen te gaan. Welke gedachten zitten daar achter?

Meer bijdragen aan dit debat vind je bij het thema “Discussie”.

Hecht Doorbraak dan niet aan de vrijheid van godsdienst?

Jawel. Dat is een belangrijke verworvenheid. Iedereen heeft het recht om zijn of haar geloof te beleven. Dat geldt dus ook voor orthodoxe moslims die willen leven naar de letter van hun geschriften. Maar de vrijheid van godsdienst lijkt uit de hand gelopen te zijn. Zoals wanneer orthodoxe moslims ongestraft discriminerende uitspraken denken te mogen doen, bijvoorbeeld over homo’s. Ze menen dat die uitspraken onder de vrijheid van godsdienst vallen. Daar is Doorbraak het niet mee eens. De vrijheid van godsdienst moet beperkt worden door het recht om niet gediscrimineerd te worden. Doorbraak probeert de oerconservatieve religieuzen – ook de christenen onder hen – die zulke uitspraken doen ideologisch te bestrijden. Dat begint uiteraard met het grondig analyseren van hun denkbeelden.

Het gaat Doorbraak dus om een ideologische strijd?

Niet alleen. Veel orthodoxe moslims doen ook aan machtsvorming in het publieke domein. Dan zijn ze in onze ogen te kenschetsen als fundamentalisten. Die proberen hun autoritaire religieuze overtuigingen op te leggen aan anderen of zelfs aan de hele samenleving. Zij streven naar de oprichting van een al dan niet wereldwijde islamitische staat, een dictatoriale staatsvorm waarbij vrouwen en aanhangers van andere geloven wettelijk worden achtergesteld, en homo’s, lesbo’s en atheïsten worden vervolgd. In zo’n theocratie is de scheiding tussen kerk en staat volledig opgeheven. Die scheiding en het idee van de volkssoevereiniteit – dus de afwijzing van de politieke heerschappij van God – worden door links en vrijwel alle andere seculiere politieke stromingen, zeker in Europa, als belangrijke verworvenheden beschouwd. Om die reden hoeven we hier gelukkig niet bang te zijn voor de invoering van een islamitische staatsvorm. Maar als het om macht gaat, moet niet alleen naar de staat gekeken worden. Fundamentalisten bouwen hun macht op in en rond de moskee, in allerlei instituties, op straat en in het gezin, onder meer via informele structuren en psychologische druk. Daarbij proberen ze de vrijheid en invloed van onder meer vrouwen, homo’s, linksen en andere politieke tegenstanders zoveel mogelijk in te perken, zo niet weg te vagen. Met fundamentalisten is overigens geen zinvolle discussie mogelijk. Niet omdat we daarvoor terugschrikken, maar omdat het zinloos is, gezien de principiële tegenstellingen tussen hen en Doorbraak. Bovendien hoeft een eventueel debat ook niet gebruikt te worden ter ontmaskering van fundamentalisten. Zij zijn immers dikwijls al zeer expliciet in hun uitingen. Fundamentalisten moeten simpelweg bestreden worden.

Met orthodoxe moslims die geen discriminerende uitspraken doen of machtsposities opbouwen heeft Doorbraak dus geen probleem?

Toch wel. In de meeste orthodoxe moslimgezinnen spelen mannen de baas en worden kinderen autoritair opgevoed. Homoseksuele gevoelens uiten is geen optie, en uit het geloof stappen al helemaal niet. De normen en waarden van orthodoxe moslims gaan in tegen alle progressieve idealen. Doorbraak heeft zelfbeschikking en bevrijding hoog in het vaandel staan, en probeert deze conservatieve stroming daarom ideologisch te bekritiseren. En Doorbraak steunt in principe vrouwen, homo’s en kinderen die uit het repressieve orthodoxe milieu willen ontsnappen.

Ook in zogenaamd verlichte westerse kringen worden vrouwen en homo’s onderdrukt. Is het niet beter om de hand eerst in eigen boezem te steken?

De leden van Doorbraak hebben uiteenlopende achtergronden, en zijn afkomstig uit allerlei landen, deels ook uit landen met een moslimmeerderheid. Wat hen bindt is een linkse, internationalistische overtuiging. Doorbraak kent dus geen nationale of culturele “eigen boezem”, en wil onderdrukking tegengaan, welke vorm het ook aanneemt en met welke cultuur het zich ook afficheert.

Maar waarom toch die nadruk op moslimfundamentalisme, en niet op bijvoorbeeld zijn christelijke tegenhanger?

Doorbraak heeft evenzeer kritiek op het christenfundamentalisme. Beide ideologieën zijn zo vergelijkbaar dat analyses vaak relatief makkelijk over te plaatsen zijn. Doorbraak wordt momenteel echter ook geconfronteerd met de politieke islam, die bovendien een van de belangrijkste thema’s vormt in het huidige publieke debat. Moslimfundamentalisten hebben het gemunt op boze en teleurgestelde jongeren met een moslimachtergrond, en proberen hen te winnen voor een oerconservatief wereldbeeld. Doorbraak vindt dat links die jongeren een progressief alternatief moet bieden, en zich tegelijk nadrukkelijk af moet zetten tegen de fundamentalisten. Maar veel andere linkse organisaties lijken zich liever op de vlakte te houden over het moslimfundamentalisme, wellicht uit angst om voor islamofoob of zelfs racistisch aangezien te worden. Doorbraak wil juist nadrukkelijk de strijd aangaan met de fundamentalisten en linkse antwoorden formuleren op de problemen waar jongeren mee geconfronteerd worden.

Maar kan links niet beter het gras voor de voeten van de moslimfundamentalisten wegmaaien, en zich verder onthouden van kritiek op die stroming? Bijvoorbeeld door vooral strijd te gaan leveren voor een vrij Palestina, Irak en Afghanistan.

Dat soort voorstellen komt meestal van linksen die de ideologische tegenstellingen met fundamentalisten niet willen benoemen, en die de mogelijkheid van bondgenootschappen open willen houden. Maar het overnemen van de mobilisatiethema’s van de fundamentalisten leidt er niet automatisch toe dat hun potentiële achterban de linkse kant op komt. Het valt eerder te verwachten dat die zal kiezen voor het fundamentalistische origineel en niet voor het linkse afgietsel. Het is lonender om te laten zien dat links betere alternatieven heeft, ook met betrekking tot oorlogen, onderdrukking en bezettingen in het Midden-Oosten en Afghanistan.

Maakt het openlijk bekritiseren en bestrijden van moslimfundamentalisten het niet moeilijker om goede contacten met migranten te onderhouden? Is links in Nederland zo niet gedoemd om voor altijd wit te blijven?

Nee, de meeste migranten en hun kinderen moeten niets hebben van moslimfundamentalisten, en velen onder hen ergeren zich aan het ontbreken van een duidelijke linkse stellingname tegen deze religieuze radicalen. In de praktijk heeft Doorbraak nooit gemerkt dat scherpe kritiek op het moslimfundamentalisme goede contacten met “allochtonen” in de weg stond. Daarbij hebben ook lang niet alle “allochtonen” een moslimachtergrond.

Er zitten toch ook positieve aspecten aan de politieke islam? Ze bieden vaak een sociale infrastructuur en een helpende hand aan de armen en onderdrukten. Ze lijken daadkrachtig, in tegenstelling tot veel linksen die alleen maar praten.

Voor veel aanhangers ligt de aantrekkingskracht van de fundamentalisten wellicht ook in hun energie en principiële opstelling. Ze lijken 24 uur per dag bewust moslim te zijn en bezig om hun ideeën in de praktijk te brengen. Linksen hebben die uitstraling veel minder. Linkse bewegingen zijn de afgelopen decennia overal ter wereld sterk gekrompen (met wellicht Latijns-Amerika als uitzondering) en de fundamentalisten zijn binnen de migrantengemeenschappen in Europa en in de herkomstlanden in dat gat gesprongen. De fundamentalisten bieden echter geen werkelijke oplossingen voor de problemen van armen en onderdrukten. Af en toe een brood geven helpt natuurlijk niets. Ze pakken de oorzaken niet aan, want ze zijn in wezen niet tegen het kapitalisme, hoewel zij zich wel regelmatig bedienen van anti-kapitalistische retoriek. Integendeel, moslimfundamentalisten zijn anti-revolutionair en willen dat iedereen in de samenleving zijn ‘natuurlijke’ plaats kent. Ze dienen zo de belangen van de rijken, en maken misbruik van de materiële behoeften van de armen. Overigens niet zonder succes. Ze doen in Nederland onder meer aan huiswerkbegeleiding, sport, juridische en financiële hulpverlening: een soort islamitische charitas. Het is allemaal onderdeel van de uitbouw van informele invloedssferen. De ruimte daarvoor hebben ze trouwens ook gekregen van een almaar “kleiner” wordende overheid die zich in lijn met de neo-liberale ideologie steeds verder terug heeft getrokken uit onder meer de officiële zorg en hulpdiensten.

Maar passen moslimfundamentalistische denk- en werkwijzen niet veel beter bij de historische achtergrond van veel “allochtonen” dan het linkse wereldbeeld? De islam zit toch diep geworteld in veel migrantenkringen?

Moslimfundamentalisten proberen inderdaad aan te sluiten bij de culturele achtergrond van de mensen die ze willen werven voor hun reactionaire ideeën. Ze gebruiken zo onder meer de taal en de gewoonten om een bijzondere band te suggereren tussen hun politieke ideologie en de achtergrond van hun doelgroep. Maar het moslimfundamentalisme is een relatief nieuw verschijnsel, en zeker niet de oorsprong van islamitische gewoonten en tradities. Het is begin twintigste eeuw ontstaan, en pas echt gaan groeien na de aftocht van links in de jaren 80 en 90. Daarbij willen veel migranten en hun kinderen juist af van sommige beperkingen van de orthodoxe islam. Die zijn op zoek naar iets anders. Naar meer vrijheid, naar een vrijere omgang tussen de seksen bijvoorbeeld. En dat is iets wat de fundamentalisten hen willen afnemen.

Links is momenteel klein en onbeduidend. Om nog een rol van betekenis te kunnen spelen kan het misschien wel beter voorzichtig samenwerken met moslimfundamentalisten die immers ook onder vuur liggen. Gaandeweg kunnen zo progressieve opvattingen over bijvoorbeeld vrouwen en homo’s binnendruppelen bij de moslimfundamentalisten. Als links gemeend samenwerkt, dan zullen de fundamentalisten zulke ideeën sowieso serieuzer nemen.

In het verleden hebben linkse bewegingen om dezelfde redenen samengewerkt met onder meer bevrijdingsnationalisten in de Derde Wereld. Had zo’n gezamenlijke strijd succes, dan werd links daarna vaak keihard aangepakt of zelfs uit de weg geruimd. Het resultaat was dan meestal een dictatoriaal regime, dat onder meer de vrouwen die hadden meegevochten voor bevrijding snel weer terugjoeg achter het aanrecht. In die val moet links niet opnieuw trappen, en zeker niet als het relatief klein en weinig invloedrijk is. Op termijn kan het tot niets positiefs leiden, en daarbij maakt het de eigen geloofwaardigheid stuk. Samenwerken met een ultra-patriarchale stroming als de politieke islam valt op geen enkele wijze te rijmen met het opkomen voor de rechten van vrouwen, homo’s en lesbo’s, zoals Doorbraak dat doet. Doorbraak flirt dan ook uit principe niet met het moslimfundamentalisme. Samenwerking is uitgesloten, ook in een breder verband. Fundamentalisten mogen hooguit meelopen op demonstraties van Doorbraak, mits ze de symbolen en andere uitingen van hun ideologie voor zich houden.

Kan links zich niet beter richten tegen het snel groeiende rechts-populisme met zijn hetzerige racisme? Is die stroming niet veel gevaarlijker dan het moslimfundamentalisme? Daarbij drijft het rechts-populistische moslimbashing jongeren zo in de armen van de fundamentalisten.

Doorbraak voert ook actie tegen het rechts-populisme. Links moet niet een van beide benoemen tot ‘het grotere gevaar’, maar juist laten zien dat beide stromingen haaks staan op de richting die het uit wil. Doorbraak wil een alternatief bieden aan mensen die er ook zo over denken. Tegelijk wil Doorbraak via de strijd tegen het “allochtone” religieuze radicaal-rechts het voortouw nemen bij het ontwikkelen van bredere opvattingen tegen extreem-rechts dan gebruikelijk is bij traditioneel wit links.

Loopt Doorbraak met de kritiek op het moslimfundamentalisme in deze rechts-populistische tijden niet het risico om aangezien te worden voor een club van moslimbashers?

Doorbraak maakt steevast heel duidelijk dat moslimfundamentalisten het probleem vormen, en niet moslims in het algemeen. Een onderscheid dat politici en opiniemakers als Wilders pertinent weigeren te maken. Bovendien schrikt Doorbraak er niet voor terug om ook andere vormen van religieus radicalisme, zoals het christenfundamentalisme, aan de kaak te stellen. Doorbraak doet ook niet mee aan het op de spits drijven van allerlei onzinnige symboolpolitieke kwesties, zoals het dragen van een hoofddoek en het geven van een hand. In sociaal-democratische en liberale hoek wordt vaak gezegd dat Wilders “wel een punt heeft”, maar dat zijn stijl en zijn voorstellen voor een aanpak van de problemen niet deugen. Doorbraak ziet heel andere problemen, probeert de voedingsbodem van het fundamentalisme te doorgronden en tracht heldere inhoudelijke kritieken te formuleren op het doen en denken van de moslimfundamentalisten. Maar bovenal wil Doorbraak een links alternatief formuleren voor politiserende jongeren, die zich nu in de invloedssfeer van het islamitische fundamentalisme bevinden of hierin kunnen geraken.

Hoe onderscheidt de kritiek van Doorbraak op het moslimfundamentalisme zich dan?

Doorbraak zal bijvoorbeeld niet roepen dat het islamitische fundamentalisme integratie tegengaat. Het hele denken rond integratie en inburgering is namelijk door en door nationalistisch. Ook zal Doorbraak misdaden als vrouwenbesnijdenis en eerwraak niet toeschrijven aan moslimfundamentalisten, zoals rechts-populisten dat gemakshalve – maar ten onrechte – wel graag doen. Doorbraak zal ook geen platform bieden aan gematigde moslims die aankomen met koranteksten die zouden moeten aantonen dat de islam anders bedoeld is dan de fundamentalisten hem opvatten. Dat is een heilloze weg in het labyrint van religieuze irrationaliteit. Waarbij aangetekend dat Doorbraak in de strijd tegen het moslimfundamentalisme niet actief het atheïsme promoot, maar wel pleit voor het recht om religies en godsdienstige uitingen te mogen bekritiseren. Overigens zijn linkse, gelovige activisten die hun religieuze overtuiging zien als een privé-kwestie, een zaak van hun geweten, welkom in de organisatie van Doorbraak. Tenslotte zal Doorbraak nooit pleiten voor het sluiten van moskeeën en het deporteren van imams. De overheid zou daar eigenlijk de macht niet eens toe moeten hebben. Daarbij lossen beide niets op en verplaatsen ze het probleem slechts.

Hoe stelt Doorbraak zich de linkse inzet tegen moslimfundamentalisme voor?

In de eerste plaats via onderzoek en publicaties. Doorbraak is ook bereid tot het organiseren van concrete acties, zoals een protest bij een spreekbeurt ergens van een prominente fundamentalist. Maar omdat het islamitische fundamentalisme een relatief nieuwe tegenstander is voor links in Nederland zullen linkse krachten uit de praktijk moeten leren wat de meest geschikte en effectieve actievormen zijn. Links zal in deze rechts-populistische tijden in ieder geval behoedzaam en strategisch moeten opereren bij acties en campagnes door bijvoorbeeld de juiste bondgenootschappen te sluiten, niets te forceren en een geschikte politieke toon te hanteren. Zo zal Doorbraak nooit protesteren voor de deur bij een fundamentalistische moskee. Het is nauwelijks mogelijk om op die locatie duidelijk te maken dat het niet gaat om een rechts en racistisch protest tegen de islam an sich. Daarnaast is Doorbraak bereid om samen te werken met progressieve moslims en ex-moslims, en met vrouwen en homo’s die willen losbreken uit de repressieve wereld der moslimfundamentalisten.