Onze schaamteloze canon

Het is niet alleen dat vrouwen en mensen van kleur een inherent deel van de geschiedenis vormen dat we nog steeds grootschalig over het hoofd zien, het is ook dat de kwaliteitscriteria waarop we onze canon gebaseerd hebben de idealen van witte mannen betreffen. Witte mannen wier morele karakters niet zelden dubieus te noemen zijn. Op een dagelijkse basis vieren we de nalatenschap van racisten en seksisten. Ons hele onderwijs is erop gebouwd. Op filosofen als Kant en kunstenaars als Renoir, die ervan overtuigd waren dat vrouwen minderwaardige denkers waren ondanks de heldinnen die het tegendeel bewezen. Op de revolutionairen van de 18de en 19de eeuw, die ondanks hun democratische ideeën vrouwen het stemrecht en koloniën hun onafhankelijkheid ontzegden. Op onze grootste schrijvers, Mulisch en Reve, die respectievelijk vonden dat vrouwen niks leerzaams te vertellen hebben en dat apartheid noodzakelijk was voor de democratie. We blijven ons hardnekkig aan deze canon vastklampen. Misschien wordt er af en toe in een vlaag van groeiend bewustzijn wat moeite gedaan en worden er een paar vrouwen of mensen van kleur aan een syllabus toegevoegd, maar onze idealen en ideeën over wat er geleerd moet worden blijven grotendeels hetzelfde. (Dat dit in het Nederlands literatuuronderwijs hoogst problematisch is, betoogde de uitzonderlijke Lezeres des Vaderlands al overtuigend in De Groene). Net als bij discussies over vrouwenquota in het huidige bedrijfsleven, wordt er gevreesd voor de kwaliteit. Er wordt gevreesd dat de kwaliteit achteruitgaat op het moment dat je de canon rigoureus aan zou pakken. Wat dan vaak over het hoofd wordt gezien, is dat dat nu juist het hele punt is. De kwaliteiten van een corpus – binnen een opleiding geschiedenis, literatuur of andere geesteswetenschap – zullen niet hetzelfde zijn als je dat corpus baseert op veel diversere bijdragen. Als je gaat zoeken naar wat de vrouwen schreven en maakten, waar ze voor streden, dan zal je onvermijdelijk andere ideeën, structuren, vormen en disciplines in je corpus moeten opnemen. En als je de geschiedenis van kolonialisme serieus neemt, dan zal je onvermijdelijk moeten tornen aan bijvoorbeeld de structuur van onze filosofische canon. En daar gaat het nu juist om. De kwaliteit verandert omdat “kwaliteit” geen genderneutraal, kleurloos of objectief idee is.

Naomí Combrink in Onze schaamteloze canon (Hardhoofd)