Over de aanslag in Istanboel en Erdoğans oorlog tegen de Koerden (die nauwelijks aandacht krijgt)

Beschoten huis in de wijk Sur van de Koerdische stad Diyarbakır, of Amed zoals de Koerden hem zelf noemen.
Beschoten huis in de wijk Sur van de Koerdische stad Diyarbakır, of Amed, zoals de Koerden hem zelf noemen.

Afgelopen dinsdag blies een zelfmoordterrorist zich op in het centrum van Istanboel, midden in een groep toeristen. Elf mensen kwamen om het leven en vijftien anderen raakten gewond. De politieke en logistieke steun van de moslimfundamentalistische AKP aan de IS en andere jihadistische organisaties in hun strijd tegen de Syrische dictator Bashar Al-Assad slaat nu als een boemerang terug op de Turkse regeringspartij zelf. Bij voorgaande IS-aanslagen in Turkije waren Koerden en de seculiere linkse oppositie nog het doelwit. De aanslag in Istanboel laat zonder twijfel zien dat de IS de Turkse economie wil treffen, met name het toerisme.

Vanaf het moment dat de IS zich mengde in de strijd in Syrië tegen Assad konden ze rekenen op de steun van president Recep Erdoğan en zijn AKP. Zelfs na bloedige aanslagen in Turkije en andere landen weigerde de partij het woord “terrorisme” in de mond te nemen als het ging om de IS. “Boze jongens”, zo werden ze genoemd. Na bloedige aanslagen in Suruç en Ankara werd door Erdoğan alles op een hoop gegooid: hij plaatste de IS, linksen en de Koerdische PKK in één rijtje van mogelijke daders. Na de aanslag van dinsdag was de AKP kennelijk zo in de war dat men binnen een uur een mediaverbod instelde: er mocht niet over de aanslag worden bericht. Kennelijk was dat ook ingegeven door angst voor eventuele bewijzen die aan het licht konden komen en die de regering in moeilijkheden zouden kunnen brengen. Maar die angst was voorbarig, want er is bijna geen sprake meer van onafhankelijke media in Turkije.

Broeinest

De steun aan de moslimfundamentalisten die in Syrië vechten, maakte van Turkije een broeinest van jihadisten. Voor strijders op weg naar Syrië was Turkije de makkelijkste route. Ook in Syrië gewond geraakte strijders werd het makkelijk gemaakt om de grens over te steken. Ze werden in Turkse ziekenhuizen verzorgd en verpleegd om terug te kunnen keren naar Syrië en daar verder te vechten. Ook financieel was Turkije een trouwe bondgenoot van de jihadistische groepen. De illegale oliehandel vanuit Irak naar Turkije, waar Erdoğans eigen familie volop van profiteerde, was voor de IS van levensbelang.

Erdoğan mobiliseerde de Turkse strijdkrachten om de strijd aan te gaan met de PKK en het autonome Koerdische bestuur in het Syrische Rojava, dat met succes tegenstand bood aan de IS. De linkse en Koerdische partij HDP, die sterk uit de verkiezingen kwam, was voor Erdoğan zo gevaarlijk dat die, zelfs na bloedige aanslagen door de IS, ook nog eens het slachtoffer werd van staatsrepressie, politiegeweld en lynchpartijen.

Neo-Ottomaans

Ondertussen liep de buitenlandse politiek van Erdoğan steeds meer uit op een fiasco. Zijn droom om van Turkije een grootmacht te maken in het Midden-Oosten, zoals het Ottomaanse rijk dat ooit was, liep uit op een totale mislukking. Hij verloor steeds meer bondgenoten. En zijn rivaal Assad bleek de strijd niet zo snel op te willen geven. In de loop van de Syrische burgeroorlog mengden zich steeds meer krachten in de strijd, zoals Rusland, waardoor het tij keerde in het nadeel van Erdoğan. Verder werden in Egypte de Moslimbroeders, een belangrijke bondgenoot van Erdoğan, afgezet en gevangen genomen, waardoor de relatie tussen Egypte en de AKP daalde tot het vriespunt. Vrij recent verslechterden de betrekkingen met Rusland ook nog verder na het neerhalen van een Russisch gevechtsvliegtuig door de Turkse landmacht.

Na de aanslagen in Parijs van afgelopen november werd Turkije onder druk gezet om op te treden tegen de IS. De zelfmoordaanslag in Istanboel kan worden bezien in dat licht. Het is een waarschuwing van de IS aan het adres van Erdoğan dat een koerswijziging grote gevolgen zal hebben. Maar we moeten in het oog houden dat er geen sprake is van een ideologische breuk van Erdoğans AKP met de IS en andere jihadistische groeperingen. De AKP is zelf druk bezig om af te rekenen met het secularisme en Erdoğan heeft min of meer openlijk aangekondigd een fascistische islamistische dictatuur te willen stichten naar het voorbeeld van Hitlers Duitsland.

Kobani

In Koerdistan voert Erdoğan ondertussen een meedogenloze oorlog tegen de Koerden. Dat blijft in Europa grotendeels onopgemerkt, maar het zal in de nabije toekomst grote gevolgen hebben voor de krachtsverhoudingen in de regio. De oorlog is het directe gevolg van Erdoğans mislukte poging tot herovering van de politieke macht die hij via de verkiezingen is kwijtgeraakt. Hij wil voorgoed afrekenen met de HDP, die zijn gooi naar het absolute presidentschap zo heeft gedwarsboomd en de PKK die steeds meer militaire én politieke invloed krijgt via haar succesvolle strijd tegen de IS. Vrede met de Koerden is een gevaar voor Erdoğans politieke ambities. Hij kan zich niet permitteren dat democratische krachten, zowel in Koerdistan als in het westen van Turkije, zijn macht en zijn alleenheerschappij gaan ondermijnen.

Een andere dreiging voor Erdoğan is het ontstaan van een seculier democratisch regime in Rojava. De verdediging en bevrijding van Kobani was niet alleen voor de IS, maar ook voor Erdoğan een enorme nederlaag. Hij had gerekend op een snelle verovering van Kobani door de IS, zijn bondgenoot in de Syrische burgeroorlog. Toen dat niet gebeurde, en de Koerdische PYD-troepen zelfs steeds meer gebieden uit handen van de IS bevrijdden, waarschuwde de AKP de Koerden om niet in westelijke richting de rivier de Eufraat over te steken, naar de gebieden die nog in handen zijn van de IS. Want als de Koerden daar succes zouden hebben, dan zouden ze het hele Syrische grensgebied met Turkije in handen hebben en de levenslijnen tussen Turkije en de IS hebben verbroken.

De Koerdische PYD en PKK bleken uiteindelijk niet alleen de enige krachten te zijn die militair tegenstand kunnen bieden aan jihadisten zoals die van de IS, maar ook politiek gezien een alternatief te kunnen bieden voor de islamitische sektarische machtsstrijd die vandaag de dag woedt in het Midden-Oosten. De zogenaamde liberale en gematigde islamitische politieke krachten, inclusief de AKP, bleken uiteindelijk geen oplossingen te kunnen en willen formuleren om tegemoet te komen aan de behoefte van de bevolking aan meer vrijheid, en ook geen oplossing te hebben voor alle andere economische en sociale problemen. Deze krachten stortten landen in het Midden-Oosten alleen maar in meer en meer sektarisch en religieus geweld.

Ontvolken

Het democratisch confederalisme dat in Rojava niet alleen militair, maar ook ideologisch gezien een succes teweeg heeft gebracht, zal vroeg of laat ook in Turks Koerdistan en andere delen van Koerdistan zijn weerklank vinden. Het recente uitroepen van zelfbestuur in de door Koerden bestuurde gemeenten in Turkije is een direct gevolg van die ontwikkeling. Het gaat om een poging om vrijere bestuurlijke vormen te creëren, overigens zonder de legitimiteit van de staat zelf ter discussie te stellen. Het is dus geen radicaal-links of anarchistisch antwoord op de staat, noch een poging om zich af te scheiden van Turkije. Maar in het licht van de dictatoriale ambities van Erdoğan kan men het wel zien als een offensief tegen het opkomende fascisme.

Het verzet in de Koerdische steden kan tot op heden stand houden met dank aan de eerder door de PKK en de stedelijke bevolking zelf opgezette structuren. Het Turkse leger vecht momenteel dus niet meer in de bergen tegen de PKK, maar in de steden tegen milities. Het is een oorlog die de Turkse staat maar moeilijk zal kunnen winnen. De enige optie die men heeft, en die men ook aan het voorbereiden lijkt te zijn, is het ontvolken van de steden waar de PKK en de HDP sterk staan. Alles wijst erop dat het in die richting zal gaan. Ontvolking van grote gebieden door de Turkse staat is overigens niets nieuws. In de jaren negentig werd dat middel ook al ingezet door de staat om de Koerden te dwingen om zich over te geven. Die vertrokken toen massaal naar de grote steden in het oosten en in het westen van Turkije. Nu probeert de Turkse staat grote steden in het oosten, zoals Diyarbakır, Cizre en Silopi, met dezelfde strategie te ontvolken.

Executies

Maar de situatie is niet meer als in de jaren negentig. De PKK is veranderd van strategie, is veel sterker, geniet grote sympathie onder Koerden en ontvangt steun van westerse landen, vooral na het succes in Rojava en de redding van Jezidi’s uit de bergen van Sinjar. Het gevaar bestaat nu dat de burgeroorlog overslaat naar andere gebieden in Turkije waar Koerden wonen, voornamelijk de grote steden in het westen waar het tot nu toe relatief rustig bleef. Een ander rampscenario is dat Erdoğan de oorlog verder laat escaleren en laat uitlopen op meer en meer massamoorden en executies van invloedrijke activisten. Onlangs werden zo de mensenrechtenactivist Tahir Elci en drie vrouwelijke Koerdische activisten geëxecuteerd. Tot nu toe werden alle oproepen voor vrede in de kiem gesmoord door Erdoğan en het ziet er niet naar uit dat hij zijn macht zomaar, zonder verder bloedvergieten, gaat opgeven.

Bülent Yilmaz

Voor actueel nieuws over de oorlog tegen de Koerden door de Turkse staat zie onder meer Fedkom (Nederlands) en Kurdisch Question (Engelstalig).