Racistische groene ngo’s

Wij geloven dat als we de ecologische crisis willen overleven en het systeem willen veranderen, het Wereld Natuur Fonds (WNF) en de hele natuurbeschermingssector volledig moeten veranderen, en dat zullen ze alleen doen als wij hen daartoe dwingen. Er zijn drie belangrijke redenen: het WNF en natuurbehoud doen mee aan de massale uitzettingen van Inheemse bevolkingen van hun land, het WNF doet mee aan de greenwashing en rechtvaardiging van de ergste vormen van vervuiling, en tenslotte doen ze mee aan het hersenspoelen van het publiek. Dit alles weerhoudt ons er feitelijk van om de klimaatcrisis aan te pakken.

Wist je dat het WNF, en de natuurbeschermingssector in het algemeen, op dit moment betrokken zijn bij de gewelddadige systematische deportatie van honderdduizenden Inheemse mensen, zogenaamd omwille van natuurbehoud? Deze verklaring van het Indigenous Peoples’ Forum op een internationale conferentie in 2004 laat zien dat deze beroofde mensen geen moeite hebben om het patroon van misbruik te begrijpen: “Eerst werden we onteigend in naam van koningen en keizers, later in naam van staatsontwikkeling, en nu in naam van natuurbehoud.” Het is triest dat niet grotere delen van de milieubeweging strijden tegen racistisch natuurbehoud en tegen de medeplichtigheid van ngo’s aan de natuur als fetisj waardoor de Inheemse bevolking wordt uitgesloten als behorend tot en zorgdrager van dat land.

Op 19 juni vindt in Rotterdam de klimaatmars plaats, waaraan wij deelnemen met een dekoloniaal anti-racistisch blok. Dit artikel is onderdeel van een serie van begeleidende teksten bij de banners van dat blok, waarin we uitleggen waarom we dit blok organiseren, en waarom het zo noodzakelijk is. Hier vind je de andere artikelen op onze site (en ze zijn ook allemaal hier te vinden):
Koloniale klimaatpolitiek (also in English)
Racistische groene ngo’s (also in English)
De Nederlandse oorlog tegen gelijkheid (also in English)
Witgewassen duurzame media (also in English)
– Witte suprematie doodt mensen en planeet (ook in het Engels)

Dus wat heeft het WNF gedaan? In 2019 bleek uit onderzoek van Buzzfeed naar de organisatie dat het WNF bewakers financiert die mensen hebben gemarteld en gedood. In het onderzoeksrapport staat een spectrum aan terreur waar het WNF bij betrokken is geweest: “Het WNF heeft hightech handhavingsapparatuur, cash en wapens geleverd aan krachten die betrokken zijn bij wreedheden tegen Inheemse gemeenschappen.” Het onderzoek strekt zich uit over zes landen, honderden interviews en duizenden documenten, waaronder vertrouwelijke memo’s, interne begrotingen en e-mails waarin wapenaankopen worden besproken.

Enkele van hun bevindingen zijn:

  • Dorpelingen zijn geslagen met riemen, aangevallen met machetes, bewusteloos geslagen met bamboestokken, seksueel misbruikt, neergeschoten en vermoord door anti-stroperij eenheden die door het WNF werden gesteund. Volgens rapporten en documenten die zijn verkregen door BuzzFeed News.
  • Veldmedewerkers van het WNF in Azië en Afrika hebben anti-stroperij missies georganiseerd met beruchte wrede stoottroepen, en hebben een voorstel ondertekend om overtreders te doden, dat was opgesteld door een parkdirecteur die de leiding had over de moord op tientallen mensen.
  • Het WNF heeft paramilitaire troepen voorzien van salarissen, training en voorraden – waaronder messen, nachtkijkers, oproeruitrusting en wapenstokken – en heeft invallen in dorpen gefinancierd. In een Afrikaans land is de liefdadigheidsinstelling verwikkeld geraakt in een mislukte wapendeal om aanvalsgeweren te kopen van een bruut leger dat op straat paradeerde met de afgehakte hoofden van vermeende “misdadigers”.
  • De liefdadigheidsinstelling heeft geopereerd als een wereldwijde spion, door het organiseren, financieren en runnen van gevaarlijke en geheime netwerken van informanten gemotiveerd door “angst” en “wraak”, ook binnen Inheemse gemeenschappen, om parkfunctionarissen te voorzien van inlichtingen – dit alles terwijl ze publiekelijk ontkennen te werken met informanten.

De steun die natuurbeschermers geven aan grote bedrijven is enorm! Beschermingsgebieden worden meestal gecreëerd in hetzelfde proces waarbij de rest van een biodivers ecosysteem wordt opgedeeld in verschillende secties voor industriële exploitatie. Dus eerst heb je een groot, gezond ecosysteem, dan zet je een groot hek met bewakers rond dertig procent ervan en vernietig je de resterende zeventig procent! Het militariseren van een deel van het bos wordt gebruikt om de vernietiging van de rest te rechtvaardigen.

Het is niet zo dat het WNF en de anderen de vervuiling niet bestrijden, maar zij verschaffen de nodige legitimiteit om de vervuiling dramatisch te laten toenemen. Veel enorme vervuilende projecten slaagden er pas in om de financiering en toestemming te krijgen nadat er een klein beschermd gebied bij gemaakt was. De mate waarin het WNF bedrijven steunt is verbijsterend: het heeft meerdere keren geïnvesteerd in fossiele brandstoffen, gelobbyd voor de jacht op trofeeën, voor Shell studies gemaakt over geschikte gebieden om naar olie te boren en die werden gebruikt om concessies van regeringen te krijgen, en regeringen gerustgesteld dat palmolieplantages duurzaam waren terwijl ze in werkelijkheid het hele bos verwoestten. Voor dit alles is er overvloedig bewijsmateriaal. En het is geen verrassing, aangezien de meeste bestuursleden van het WNF afkomstig zijn uit diezelfde bedrijven. Dit is een diepgaand belangenconflict.

Tot slot blijkt uit alles wat het WNF tegen het publiek zegt dat we het economische systeem niet hoeven te veranderen, maar gewoon moeten stoppen met het gebruik van plastic rietjes, een marathon moeten lopen voor de planeet, een pluizige panda moeten kopen en alles komt goed! En het WNF is nog steeds de grootste ngo ter wereld. Het is nodig dat ze de waarheid gaan vertellen.

Hoe kan het WNF wegkomen met zoveel kwaad? Ze gaan er prat op dat ze de grootste natuurbeschermingsorganisatie ter wereld zijn. Het WNF is opgericht door prins Bernard die zelf veel kenmerken van een ecofascist had: het combineren van diepe liefde voor de bodem en de natuur met een uitsluitende en gewelddadige politiek (sympathie voor nazi’s), en het zelf jagen op dieren.

Het onderzoek van Buzzfeed was niet het eerste en ook niet het laatste. Kijk ook eens naar het artikel van de Groene Amsterdammer uit 1997 “Optellen en afschieten“, of het NPO3-programma/artikel “WNF in schaapskleding“. Daarin wordt het WNF ontmaskerd voor het van het land verwijderen van de Baka-bevolking, het verkrachten van een elfjarig kind, het vermoorden van mensen door de politie tijdens uitzettingen in India. En toch concludeert het NPO3-artikel dat je je donatie-relatie met het WNF niet hoeft op te zeggen: “want het WNF doet ook goede dingen. Kolonialisme hoort daar gewoon niet bij.”

Het is deze halfslachtige houding tegenover de genocides met andere middelen op Inheemse bevolkingen die maakt dat mensen uit gekoloniseerde gebieden zich in de meeste groene ruimten van het mondiale noorden niet veilig voelen. Want helaas is het WNF niet de enige boosdoener – alleen de meest afschuwelijke.

Het heeft meer dan een eeuw en veel Black Lives Matter-protesten gekost voordat de Sierra Club zich formeel verontschuldigde voor zijn racistische stichter John Muir, die zo lang als een held is voorgehouden. Ook zijn collega oprichters van de Amerikaanse nationale parken zagen het behoud van natuurgebieden in hun kolonie de VS als een manier om de Inheemse bevolking van het land te zuiveren en zwart grondbezit te voorkomen. Nationale parken werden vooral bedacht als ruimten voor genot van witte kolonisten, en dat is nog steeds zichtbaar in de huidige bezoekersaantallen van nationale parken.  De New York Times rapporteert: “Een onevenredig laag aantal gekleurde mensen bezoeken de nationale parken. En toen een witte vrouw de politie inschakelde tegen een zwarte vogelaar in Central Park, werd duidelijk waarom zoveel zwarte mensen zich niet welkom en onveilig hebben gevoeld in de openbare natuurgebieden.”

En hoe zit het met Greenpeace? Hoewel deze organisatie eerder opgericht is door een combinatie van groene (en oceaan) bescherming en sociaal welzijn (vrede) zijn er talloze blunders die te maken hebben met gebrek aan respect voor de Inheemse bevolking. De meest bekende is het vroege Greenpeace-werk om de zeehondenjacht in Canada te verbieden, wat gevolgen had voor de Inheemse bevolking in hun levensonderhoud in de niet-industriële jacht. The National Post berichtte over de verontschuldigingen die Greenpeace Canada in 2014 maakte: “Al meer dan dertig jaar is Greenpeace door haar rol in de anti-zeehondenjacht campagnes de bittere vijand van de Arctische bevolking. In Nunavut wordt de groep er niet alleen van beschuldigd dat ze een van de enige bronnen van inkomsten in de regio heeft platgelegd, maar ook dat ze ooit zo trotse jagers tot afhankelijkheid van bijstand en zelfmoord heeft gedreven.” In het artikel wordt gesproken met een Inheemse vrouw, Rosemarie Kuptana, een voormalig voorzitter van de Inuit Circumpolar Council, een internationale organisatie die de 160.000 Inuit van de wereld vertegenwoordigt, die zegt: “Onze jonge mannen begonnen in de jaren zeventig zelfmoord te plegen omdat ze hun gezin niet meer konden voeden.” Greenpeace heeft volgens haar nooit erkend “dat er vandaag de dag een hele generatie jonge mensen is die is opgegroeid zonder vaders.” Een ander voorbeeld van het niet erkennen van Inheems heilig land door Greenpeace is toen zij zonder toestemming een oude site gebruikten als plaats voor een stuntactie: de Nazca Lijnen in Peru.

Er is een groot verschil tussen het WNF (dat bij het opsommen van hun eigen top tien van prestaties het logo van de panda en hun werk met bedrijven noemt) en een organisatie als Greenpeace die ook solidair heeft gewerkt met Inheemse stammen die strijden tegen giftige bedrijven. Maar één ding overheerst in het spectrum van felgroene ngo’s: hun personeel is erg wit, en hun belangrijkste kantoren bevinden zich in het mondiale noorden. Ook kunnen er landverdedigers zijn die vier lokale talen spreken, maar geen Engels, wat een barrière kan zijn om aangenomen te worden in een lokaal frontlijnkantoor in een internationale ngo. Dit is een systematische devaluatie van lokale (zwarte/Aziatische/Inheemse/boeren) kennis en resulteert in het aannemen van mensen die verder af staan van de lokale situatie.

Vanuit steeds meer Inheemse activisten en hun bondgenoten klinkt de roep om dekolonisatie van de rijkdom en de beslissingsmacht van groene campagnes. Als de Inheemse bevolking het grootste deel van de overblijvende biodiversiteit beschermt – waarom zouden zij dan niet mogen beslissen wat er gebeurt met tachtig procent van het groene budget? In de groene ngo’s van vandaag vind je de meeste gekleurde mensen die er werken in de kantine, de receptie, als schoonmakers of in de financiële wereld. Niet-witte mensen die in de sector werken, dragen de last van de vertegenwoordiging, moeten op het werk code switchen en moeten voortdurend de overheersende frames en racistische micro-agressies aanvechten. Als er in Nederland of Duitsland kritiek komt op groene ngo’s, is het antwoord ontkenning en gaslighting. Er is een reden waarom niet-witte mensen zich in veel ‘groene’ ruimten niet veilig voelen. In het Verenigd Koninkrijk stuurden groene organisatoren van een klimaatmars de politie af op het dekoloniale blok dat borden droeg die de ngo’s te veel van hun stuk brachten. In andere gevallen valt de politie de aanwezige zwarte bevolking lastig en heerst er witte stilte. In andere gevallen communiceren de groene organisaties over milieuproblemen en citeren racisten zoals David Attenborough. Er zijn zowel kleine als grote acties die duidelijk maken dat het een ruimte is zonder praktijk of kennis van raciale rechtvaardigheid.

Het racisme in de natuurbehoudwereld is systemisch: een van de gevaarlijkste bedreigingen is het natuurbehoudproject 30×30 (een project dat voorziet dat dertig procent van het land tegen 2030 van mensen zal zijn ontdaan – raad eens welk land zal worden ’teruggegeven aan de natuur’).

Het is van essentieel belang dat mensen die zich bekommeren om ecologische rechtvaardigheid eens kijken naar de grote natuurbeschermingsplannen die in de VN worden besproken als klimaatoplossingen, maar die zeer botte middelen zijn om de landroof van de Inheemse bevolking te versterken, diegenen dus die een staat van dienst hebben in het verzorgen van tachtig procent van de resterende biodiversiteit op aarde. Het is een directe aanval op het huis, het levensonderhoud, het gevoel erbij te horen en de cultuur van Inheemse bevolkingen. Dus zelfs als je alleen maar om ‘de natuur’ geeft, heeft de mensheid in het algemeen de Inheemse beschermers van het land echt nodig om te overleven, om de rest van de wereld te leren leven als een beschermer – niet als een indringer. Wat het WNF en haar fort-model van natuurbehoud doen, is hun vermogen verder uit te hollen om bedreigde kwetsbare ecosystemen te beschermen. Er is zoveel bewijsmateriaal dat erop wijst dat Inheemse en plaatselijke gemeenschappen die in relatie met het land leven de beste natuurbeschermers zijn: veel beter dan regeringen en de particuliere sector en aanzienlijk beter dan natuurbeschermings-ngo’s zelf.

We hebben hun culturen en kennis ook hard nodig. Wie is in staat om volledig van het land te leven, onafhankelijk van het systeem? Wie is in staat om een bos te regenereren in een volledig gedegradeerd gebied? Niemand, behalve deze miljoenen mensen die de enigen zijn die ons en alle anderen kunnen leren hoe het moet! Als hun culturen, gebruiken en kennis verdwenen zijn, omdat ze van het land getrapt zijn door natuurbeschermers, zal niemand meer weten hoe te leven met het land en het te genezen! Dan is het game over.

Bovendien hebben deze mensen het land verdedigd en verdedigen ze het nog steeds tegen industriële vervuiling! Zodra zij met geweld zijn verwijderd omwille van ‘natuurbehoud’, bouwen regeringen regelmatig een paar jaar later vervuilende ontwikkelingsprojecten in nationale parken. Het gebeurde in Nairobi nationaal park, met spoorwegen en hotels, in Virunga, met oliewinning, en vele andere. Deze natuurbeschermingsorganisaties nemen bossen uit handen van de plaatselijke bevolking, die voor het land zorgt, en geven ze aan gemilitariseerde eco-bewakers en regeringen die er niets om geven en regelmatig steekpenningen aannemen van stropers, houtkappers en andere bedrijven. In plaats daarvan moeten natuurbeschermers natuurbehoud vanuit de gemeenschap steunen, wat goedkoper is, duurzamer in de tijd, ecologischer en veel rechtvaardiger!

Als dekoloniaal anti-racisme blok voor klimaatrechtvaardigheid is het essentieel om dit gesprek in de beweging te voeren. Als je tot hier toe gelezen hebt, ben je waarschijnlijk het soort milieuactivist dat oprecht meer wil weten en leren. Dus sluiten we dit stuk af met een paar tips voor verdere betrokkenheid

1: Kijk op de website van WTF WWF. Dit is een Britse actiegroep die solidariteitswerk doet voor gemeenschappen in de frontlinie die door het WNF ontheemd zijn geraakt. Je kan helpen door te doneren (alle giften gaan naar de frontlinie) of door te helpen hun blad over misbruiken te verspreiden.

2: Leeslijst: dankzij Sara Cannon is er een “decolonizing conservation” leeslijst. Wat een prachtige bron.

Decolonial antiracist bloc

(De foto’s van het blok zijn op de 20ste juni aan dit artikel toegevoegd.)