Regering bedreigt inburgeringsplichtigen met nog meer boetes

"Allochtonen" moeten zich het Nederlandse nationalisme eigen maken
De regelgeving rond de gedwongen inburgering wordt steeds harder, nu blijkt dat veel van de ongeveer 250.000 inburgeringsplichtige “allochtonen” niet direct komen opdagen wanneer hen een cursus wordt aangeboden. In 2007 ging naar schatting hooguit 10 procent van alle voor dat jaar aangewezen “allochtonen” daadwerkelijk op cursus. Het kabinet wil nu iedereen die niet binnen 4 weken komt opdagen een boete van 500 euro opleggen. Een krankzinnig hoog bedrag, zeker wanneer in ogenschouw wordt genomen dat vooral gaat om mensen met een laag inkomen. Voor een flink deel bijstandsgerechtigden, afgeschreven gastarbeiders die hun leven lang voor Nederlandse bedrijven gezwoegd hebben in ruil voor vaak uiterst schamele loontjes.

En dan te bedenken dat de verplichte inburgering al aan elkaar hangt van de boetes en dreigementen. Wie het examen niet haalt, wacht al een boete van 500 euro en verliest bovendien het recht op een permanente verblijfsvergunning. Dat zou uiteindelijk kunnen leiden tot uitzetting. Een herhalingscursus kost maar liefst 3.000 euro en wie voor de tweede keer niet slaagt, krijgt opnieuw een boete, dit keer 1.000 euro, net zolang tot het wel lukt. De kosten kunnen enorm oplopen, zeker als meerdere gezinsleden tegelijk een cursus moeten doen.

Verplichte inburgering betekent in de eerste plaats disciplinering van “allochtonen” die vaak al heel lang in Nederland wonen. Hen wil de regering goed inprenten wie hier de baas is, hoe hier gesproken en gedacht dient te worden. Want de inburgeringsplichtigen moeten niet alleen Nederlands leren, maar zich ook “de Nederlandse cultuur” eigen maken en nazeggen dat Nederland een fijn land is, een vrij en vol land met bewoners die erg hechten aan hun koningshuis en altijd hard willen werken. Kortom, de regering wil “allochtonen” een conservatieve ideologie opdringen.

De verplichte inburgering moet per direct afgeschaft worden. In plaats daarvan moeten er gratis en vrijwillige taallessen komen zonder ideologische indoctrinatie. Taallessen zijn belangrijk opdat “allochtonen” en “autochtonen” elkaar goed kunnen begrijpen en samen kunnen strijden tegen onder meer disciplinering en conservatieve indoctrinatie.