Rennen, ontvoering en een paar uur wachten: anti-fascisme en repressie in Breda

De Pegida-mars telde trouwens pakweg vijftig deelnemers. Het was niet makkelijk te zien, er was nogal veel politie vlak om en bij de stoet. Ik zag een Nederlandse vlag, die ze van mij mogen houden ook. Wel zo duidelijk: dáár voert nationale loyaliteit in haar consequentie immers naar toe: naar fascistische optochten en erger. Ik zag echter ook een regenboogvlag, symbool van de emancipatie van homo’s en lesbo’s en van seksuele diversiteit. Dat maakte me razend: misbruik van een emancipatiesymbool, wellicht een poging om islam-bashend te scoren over de hoofden van de doden van Orlando, maar sowieso weerzinwekkend. Intussen werd tijdens de haastige rondwandelingen door de Bredase straten duidelijk dat de politie niet enkel meer bezig was met het beschermen van de fascistenoptocht die inmiddels in volle gang was. De klopjacht op antifascisten was geopend (…) Enkele aanhoudingen gingen met openlijke grofheid gepaard. Een vrouw van niet-Nederlandse herkomst kreeg in een heftige verbale confrontatie met de politie te horen: “Go back to your own country”, na ook al voor “bitch” te zijn uitgemaakt. Racisme en seksisme dus, bedreven van jouw en mijn belastinggeld. Natuurlijk maken boze mensen van ons daarbij zulke agressieve agenten ook voor allerlei lelijks uit. Dat incasseren hoort echter gewoon bij hun baan. Wie fascisten verdedigt door anti-fascisten weg te meppen, verliest ieder recht om níét voor nazi uitgemaakt te worden. En dat is wat de politie in Breda – overigens voor een flink deel opgetrommeld uit andere steden – deed, en wat politie dus keer op keer doet. Uit verhalen bleek nog iets anders. Eén iemand is, vóór de formele aanhouding, vastgehouden door een omstander en aan de politie overgedragen als ik het goed heb begrepen. Meermalen hoorde ik iemand vertellen dat mensen uit het publiek aanwijzingen aan agenten gaven, in welke richting actievoerders waren verdwenen. De politie had spontane, onbetaalde hulpkrachten voor haar orde handhavende werk. Bijzonder naargeestig. Wijst dit op sympathie voor Pegida? Of eerder op een algehele gezagsgetrouwheid, een houding van “als de politie achter die mensen aan zit, dan hebben die mensen het er zelf naar gemaakt en helpen wij dus de politie”? Ik vermoed het tweede.

Peter Storm in Rennen, ontvoering en een paar uur wachten: anti-fascisme en repressie in Breda (Ravotr)