Ruim een derde van de bevolking in Caribisch Nederland leeft onder armoedegrens ondanks werk

Ruim een derde van de 30.000 inwoners op Bonaire, Saba en Sint-Eustatius leven onder de armoedegrens, ondanks dat ze werken. Dit blijkt uit een rapport van de Commissie sociaal minimum Caribisch Nederland, waarin wordt aangedrongen op een rechtvaardig sociaal minimum voor deze eilanden. Het rapport is de uitkomst van de vraag van de Nederlandse overheid om de hoogte en systematiek van een sociaal minimum te bepalen. Minister Carola Schouten en staatssecretaris Alexandra van Huffelen hebben het rapport vandaag in ontvangst genomen. De commissie stelt dat de minimuminkomens flink verhoogd moeten worden om gelijkwaardigheid te bereiken met het Europese deel van Nederland en dringt aan op een rechtvaardig sociaal minimum dat elke vier jaar wordt herijkt. Het Nederlandse Nibud, dat de kosten voor huishoudens op de eilanden onderzocht heeft, stelt vast dat de inkomsten ver achterblijven bij de uitgaven, mede doordat levensbehoeften zoals wonen en vervoer duur zijn op de eilanden. De voorzitter van de commissie, Glenn Thodé, benadrukt dat het bestaan van een grote groep onder de armoedegrens heeft geleid tot sociale problemen en een toenemende armoedegrens. In vergelijking met de huidige situatie blijkt uit het onderzoek dat een alleenstaande op Bonaire maandelijks ruim 1.500 dollar nodig heeft, terwijl de bijstand slechts duizend dollar bedraagt. Het wettelijk minimumloon is iets meer dan 1.200 dollar. Daarnaast is er een gebrek aan sociale huurwoningen, waardoor velen aangewezen zijn op de duurdere particuliere markt.

In Ruim een derde van de bevolking in Caribisch Nederland leeft onder armoedegrens ondanks werk (Bonaire.nu)