Vrouwen van inheemse gemeenschappen over de klimaatcrisis: ”We zouden zoveel kunnen bijdragen, als de wereld maar zou luisteren”

Protest bij COP25 in december 2019. (Foto: John Englart, op Flickr/CC BY-SA 2.0, ongewijzigd.)

Op de klimaatconferentie COP27, afgelopen november in Egypte, was een groep vrouwen aanwezig van inheemse gemeenschappen die blijk gaven van een andere visie op de aanpak van de klimaatcrisis. Zij zijn ervan overtuigd dat juist de manier van leven van inheemse gemeenschappen, hun andere kijk op het bestaan, een enorme bijdrage kan leveren aan het oplossen van de huidige klimaatproblemen. Zij pleitten voor begrip, autonomie en het stoppen van geweld tegen hen.

Kharia, India

Archana Soreng is een jonge klimaatactiviste van de Kharia gemeenschap in Oost-India. Zij stelt: “In harmonie leven met de bossen en de natuur en daar voor zorgen is de enige duurzame manier van leven.”

“Elk project of beleid, hoe groen de ambities op papier ook zijn, dat wordt uitgevoerd zonder de actieve raadpleging, deelname en instemming van onze gemeenschappen is geen echt groen beleid. We mogen de dringende noodzaak om klimaatverandering te bestrijden nooit een excuus laten zijn om de democratische en fundamentele mensenrechten van inheemse gemeenschappen, etnische minderheden en lokale groepen te schenden. Niemand kan ons beter vertegenwoordigen dan wijzelf.”

Protest tegen de Mapithel-dam in India. (Foto: Water Alternatives Photos, op Flickr/CC BY-NC 2.0.)

Kichwa, Ecuador

Mónica Chuji, een Kichwa vrouw uit Ecuador is al dertig jaar actief als politiek activiste voor landrechten van inheemse gemeenschappen. In de jaren negentig nam Monica deel aan vele marsen en campagnes. De inheemse beweging verstoorde het traditionele politieke leven in Ecuador. “De politieke klasse was verbaasd dat de nieuwe voorstellen uit het Amazonegebied kwamen. Voorstellen over landrechten en bescherming van Moeder Aarde. We creëerden een nieuwe politieke ruimte. We streden voor een pluriforme staat.”

“De laatste jaren is het veel heter geworden. De grote rivieren en de drinkplaatsen zijn aan het verdwijnen. Elke dag zien we de gevolgen van de klimaatverandering. Wij zijn de eersten die de gevolgen van de klimaatverandering aan den lijve ondervinden.”

Klimaatactivisten hebben voortdurend te maken met geweld: van valse aanklachten en verdrijving van hun grond tot moord aan toe. Chuji: “Het belangrijkste in de strijd tegen klimaatverandering is dat iedereen deel kan nemen aan de discussie, zonder discriminatie en zonder geweld. Zo kunnen we tot klimaatrechtvaardigheid komen.”

Op dit moment is Chuji adjunct directeur van Indigenous Peoples Rights International, een organisatie die zich verzet tegen criminalisering van inheemse activisten en tegen al het geweld waaronder zij te lijden hebben.

Protest tegen stuwdammen in de Filipijnen. (Foto: Water Alternatives Photos, op Flickr/CC BY-NC 2.0.)

Kankanaey, Filipijnen

Joan Carling van de Kankanaey gemeenschap uit de Filipijnen is net als Mónica Chuji al dertig jaar in actie voor inheemse gemeenschappen. Ze leidde gevechten tegen mijnbouw en bosbouwbedrijven voor het behoud van gronden die al sinds mensenheugenis toebehoren aan de gemeenschappen. Nu zit zij, ook net als Chuji, in de directie van Indigenous Peoples Rights International om inheemse activisten wereldwijd de bescherming te bieden die zij zo dringend nodig hebben.

“De inheemse gemeenschappen moeten deel uitmaken van de besluitvorming in de klimaatdiscussie. Niet omdat we slachtoffers zijn, maar omdat we een grote, actieve rol spelen en een onschatbare bijdrage kunnen leveren. Door onze marginalisering en uitsluiting worden de oplossingen die we bieden niet op hun waarde geschat. Terwijl wij met onze kennis en systemen zoveel zouden kunnen bijdragen, als de wereld maar zou luisteren.”

“Als we onze rechten op land en hulpbronnen en ons recht op zelfbeschikking niet weten te beschermen, komen we niet verder dan wat gerommel in de marge. Onze autonomie moeten we in stand zien te houden, dat is de kern van onze strijd. Dat beschermt ook de wereld.”

“Ik zie een groeiend zelfbewustzijn en vastberadenheid onder inheemse gemeenschappen. Ze staan op. Ze vechten tegen bedrijven die hun land inpikken, gaan naar het parlement, praten met bedrijven. Er is meer bewustwording, meer kracht in de beweging en er zijn meer vrienden en bondgenoten die samenwerken met de inheemse bevolking.”

Jan Paul Smit

(Dit artikel is volledig gebaseerd op teksten van de campagne Make the News van Landrights Now.)