Wetenschappers tegen integratie en racisme

Londense street art van Stik. (Foto: Eric Krebbers)
Londense street art van Stik. (Foto: Eric Krebbers)
Een wetenschapper die oproept tot een offensief beleid tegen discriminatie en uitsluiting. Een andere die pleit voor afschaffing van het begrip “ras”. En een derde die onderzoekers naar “het integratievraagstuk” verwijt ongeloofwaardig te zijn. Allemaal te vinden op de wetenschappelijk discussiesite socialevraagstukken.nl.

Het lijkt alsof “Nederland” over het hoogtepunt – lees: dieptepunt – heen is van het nationalistische maatschappelijke ‘debat’ over de “multiculturele samenleving”, integratie en de islam. Het is nu de crisis, Europa en “het betaalbaar houden van de welvaartsstaat” dat de klok slaat. Maar Hans Siebers (noot) van de Universiteit van Tilburg pleit ervoor om het thema multiculturaliteit niet van de politieke agenda te laten verdwijnen. “Een offensief beleid tegen uitsluiting en discriminatie op de werkvloer is namelijk hard nodig.”

Siebers doet zijn oproep op socialevraagstukken.nl. Die site heeft een grote hoeveelheid maatschappelijke thema’s in uiteenlopende dossiers opgedeeld, zoals bijvoorbeeld “De etnische bril”, “De kloof”, “Multiculturele samenleving”, “Burgerkracht” en “Prostitutie”. Iedereen mag een bijdrage leveren in de vorm van een artikel, mits dat degelijk is onderbouwd met onderzoek en analyse. De bijdragen zijn afkomstig van een bonte verzameling bekende en minder bekende “progressieve” wetenschappers als Ybo Buruma, Halleh Goreshi, Ruben Gowricharn, maar ook van meer bedenkelijke types als Ewald Engelen, Godfried Engbersen en Paul Schnabel. Dat levert een divers beeld op waar ook de geïnteresseerde radicaal-linkse lezer wat aan kan hebben.

Wilders

Siebers schreef zijn oproep tot een offensief beleid tegen discriminatie en uitsluiting in reactie op enkele bijdragen op de website. Daarin werd onder meer gesteld dat het kwalijke ‘debat’ over integratie en gedwongen inburgering zinloos was, juist omdat het gebaseerd was op het multiculturele idee van etnische categorieën en groepsvorming. De samenleving zou simpelweg te divers zijn, ook in etnische zin. Met andere woorden: er bestaat geen homogene “Nederlandse cultuur” waaraan “allochtonen” zich kunnen aanpassen. Siebers onderschreef die constatering wel, maar waarschuwde het kind niet met het badwater weg te gooien.

Hij publiceerde in 2010 een onderzoek naar de uitwerking die ‘opinies’ als die van Pim Fortuyn, Rita Verdonk en Ayaan Hirsi Ali hadden op de etnische verhoudingen op de werkvloer. De rechts-populistische uitspraken bleken daar vaak voer voor flinke conflicten en spanningen, met een negatieve uitwerking op de loopbaanontwikkeling van medewerkers met een migrantenachtergrond. In een vervolgonderzoek keek hij naar de uitwerking die uitspraken van vooral Geert Wilders hadden op de werkvloer, op de omgang tussen werknemers met een islamitische achtergrond en hun collega’s uit de “autochtone” meerderheid. Hoewel de geïnterviewden aangaven redelijk met mensen uit verschillende etnische achtergronden overweg te kunnen, gaat het mis als de thema’s van Wilders aan bod komen, zoals terrorisme, vrouwenonderdrukking, jeugdcriminaliteit en religieuze kleding. Dan worden er misplaatste ‘grappen’ gemaakt en leggen de “autochtone” werknemers hun islamitische collega’s het vuur aan de schenen. Die moeten zich dan “verantwoorden” als vertegenwoordigers van die etnische groep.

Het gedachtegoed van Wilders en co drijft zo een wig tussen de collega’s. Er ontstaat een wij-zij verdeling op de werkvloer die er voorheen niet zo was. De stigmatisering treft de islamitische en Marokkaanse Nederlanders hard. Na aanvankelijk in discussie te gaan geven de meesten het na een tijdje op, omdat het naar hun gevoel geen zin heeft. Ze gaan discussie uit de weg en sluiten zich af. Niet alleen van hun collega’s, maar ook van de samenleving. Een geïnterviewde zei dat ze haar kabelabonnement had opgezegd en de televisie in de schuur had gezet. Anderen gaven aan dat hun recht op een plaats in de samenleving ter discussie staat: “Wat je ook doet, je mag er niet zijn”. Het gevolg is dat men zich onveilig voelt, ook fysiek, in de publieke ruimte. Sommigen nemen ontslag vanwege de tweedeling en discriminatie, anderen durven niet te hopen op een betere baan. De onderzoeken van Siebers bewijzen dat Wilders wel degelijk aanzet tot haat en discriminatie, ondanks zijn vrijspraak in de rechtbank.

Etnisch registreren

Een andere interessante discussie op de website gaat over etnische registratie. Dat naar aanleiding van het advies in het voorjaar van 2012 van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) aan het kabinet om niet langer etnisch te registreren en te categoriseren. Tegenstander van etnisch registreren Rogier van Reekum neemt op de website geen blad voor de mond, zeker niet waar het gaat om wat etnische registratie pretendeert: namelijk een werkelijkheid te kunnen meten om zo bij te dragen aan oplossingen voor maatschappelijke problemen. Van Reekum: “Het idee dat gestandaardiseerde registratie van herkomst (geboorteland) kennis kan opleveren over etnische groepen berust op een tragisch misverstand en staat volledig buiten de sociaal-wetenschappelijke state of the art. Etnische groepen kunnen niet worden onderzocht aan de hand van demografische methoden, waarin de onderzoeker op grond van eigen methodologisch bepaalde kenmerken individuen in categorieën indeelt.” Van Reekum heeft niets tegen onderzoek voor beleid, maar snapt niet dat de voorstanders van etnische registratie dikwijls ontkennen dat hun onderzoek een politiek karakter heeft. Ze verschuilen zich liever achter de “validiteit” en “betrouwbaarheid” van hun onderzoeksgegevens. Maar Van Reekum wast hen flink de oren. “Terwijl het toch zonneklaar is dat niet alleen de onderzochte ‘problemen’, maar ook de vergeleken deelpopulaties volstrekt politiek bepaald zijn. Met ‘autochtoon-allochtoon’ meet je immers niet een theoretisch concept in een te toetsen theorie, maar een beleidscategorie in een politiek-bestuurlijke praktijk. Wie nu nog de mond vol heeft van ‘feiten’, is zelfs naar zijn eigen maatstaven van wetenschappelijkheid ongeloofwaardig. Die bevolkingsgroepen komen uit de black box van de overheid rollen.”

Londense street art van Stik. (Foto: Eric Krebbers)
Londense street art van Stik. (Foto: Eric Krebbers)
Van Reekum heeft ook grote kritiek op het integratiebeleid omdat “integratie” niet meer dan een geconstrueerd beleidsbegrip is dat het vermeende probleem beschrijft noch oplost. Hij pleit ervoor het betoog van Willem Schinkel serieuzer te nemen, waarmee die aantoonde dat juist het gebruik van het begrip “integratie” afstand creëert tussen de samenleving en de “te integreren burgers”. Ook De Fabel van de illegaal en later Doorbraak hebben met hun campagne tegen de inburgeringsplicht talloze argumenten aangevoerd waarom dit begrip juist die zogenaamde “integratie” tegenwerkt.

Elders op de website kraakt ook Leo Lucassen met zijn artikel “Hard integratiebeleid vergroot de kloof” nog wat harde noten over integratie. “Ooit bedoeld als beleidsinstrument om migranten zo snel mogelijk Nederlander te maken, is allochtoon nu, althans voor de PVV, een soort erfelijke ziekte geworden waarvoor geen medicijn is. Dan kunnen we die term beter afschaffen. En als we toch bezig zijn, ik heb er geen probleem mee dat de regering het specifieke minderhedenbeleid wil beëindigen. Door dat beleid zijn de erkende minderheden sterk geproblematiseerd.”

“Ras”

Een andere interessante bijdrage komt van Francio Guadeloupe. “Anti-racisten en racisten zijn eigenlijk aanhangers van dezelfde geloofsovertuiging: het geloof in ras. We moeten stoppen met het belijden van deze godsdienst en in plaats daarvan een nieuwe vorm van atheïsme beoefenen. Pas dan komt er echt een einde aan racisme.” Hij is daarbij ook kritisch op mensen die altijd willen aangeven wie meer of minder waarschijnlijk wel of geen racisten zijn. “De ‘rozehuidigen’, de zogenaamde ‘oudkomers’ in Nederland, zijn altijd verdacht tot het tegendeel bewezen wordt, terwijl de donkere nieuwkomers op hun beurt altijd slachtoffer zijn, totdat anders bewezen is.”

Guadeloupe haalt daarbij M’charek aan die betoogt dat “ras” vooral een sociale praktijk is, iets waaraan we “doen”. Helaas komt Guadeloupe bij de verdere ontwikkeling van die analyse op de proppen met onnodig ingewikkelde terminologie, wat in linkse en feministische wetenschappelijke kringen maar al te vaak gebruikelijk is. Dat brengt haast wanhoop bij de gemiddelde, maar ook de goed opgeleide lezer die probeert de strekking van Guadeloupes betoog te volgen. Zijn pleidooi komt er uiteindelijk simpelweg op neer dat we niet “anders met ras om moeten gaan. We moeten er gewoon helemaal mee ophouden! Wat we moeten doen, is de mechanismen onklaar maken die leiden tot een ‘secondarisatie’, een veroordeling tot tweederangs burgerschap van delen van de Nederlandse bevolking in sociaal en economisch opzicht.” Een welkome oproep.

Socialevraagstukken.nl is een initiatief van onder meer een aantal universiteiten, het Sociaal en Cultureel Planbureau en dagblad Trouw. De beschreven bijdragen vormen een positieve bloemlezing. Er zijn helaas ook heel wat typische sociaal-democratische bijdragen te vinden op de site. Het is, kortom, een bonte mix met af en toe wat meer radicale geluiden over de bestaande verhoudingen in de maatschappij, en over de zogenaamd onafhankelijke en waardevrije wetenschappers die hun werk te veel in dienst stellen van het politiek-bestuurlijke beleid.

Ellen de Waard

Noot
Hans Siebers deed ook samen met Paul Mutsaerts onderzoek naar het brede overheidsbeleid ten aanzien van migranten en vluchtelingen. Dat deden ze aan de hand van het begrip “Low Intensity Ethnic Cleansing”, een manier om ethnische homogeniteit op Nederlands grondgebied te bereiken. Dat veel radicalere onderzoek is niet verschenen op socialevraagstukken.nl, maar hier. Mutsaerts is overigens ook weer de co-auteur van het boek “De 360 graden werknemer; de nieuwe arbeidscultuur en de eindeloze concurrentie”, dat hij samen met Jan Blommaert schreef.