Zo anti-koloniaal zijn de nieuwe Amsterdamse straatnamen niet

Trots kondigde de gemeente Amsterdam vorige week aan dat 27 straten in een nieuwe wijk op IJburg vernoemd zullen worden naar mannen en vrouwen die tegen de koloniale overheersing vochten. Twee derde van deze straten zal vernoemd worden naar mensen die in Suriname en op de Antillen tegen de Nederlandse kolonisator vochten, een derde naar personen uit Indonesië, in de koloniale tijd “Nederlands-Indië” genoemd. Achter de tien gekozen Indonesische namen gaat bij nadere inspectie een koloniale mindset schuil, die een gebrek aan representatie en machtsstructuren in stand houdt. Het eerste dat opvalt: de selectie Indonesische namen staat bij lange na niet in verhouding tot de werkelijke omvang van deze voormalige kolonie. Nederlands-Indië was het grootste gebied ooit langdurig gekoloniseerd door Nederland, een gebied ook waar de grootste winsten zijn gemaakt. Dat de meerderheid van de straten Surinaamse en Antilliaanse namen dragen, wekt de onterechte indruk dat dít de belangrijkste kolonies van Nederland geweest waren, terwijl het veeleer een kwestie is van gebrek aan Indonesische representatie. Waarom is Sukarno overgeslagen? Dat gebrek aan representatie wordt zichtbaar in de constatering dat de Indonesische founding father Sukarno, de eerste president van de Republiek Indonesië, niet geëerd wordt met een straatnaam. Hoe kan het dat de meest anti-koloniale en anti-imperialistische president van Indonesië is overgeslagen?

Marjolein van Pagee in ‘Zo antikoloniaal zijn de nieuwe Amsterdamse straatnamen niet’ (Oneworld)