Alevitisch Nieuws 2 (1-11 mei)

Een bloemlezing van de berichten op de Facebook-pagina “Alevitisch Nieuws” van 1 tot en met 11 mei.

1 mei – In memoriam: Hasret Gültekin

Op deze dag in 1971 is de alevitische volksmuzikant en sazvirtuoos Hasret Gültekin geboren. Op zijn zestiende had hij al zijn eerste album uitgebracht en gold hij als een enorm talent. Vandaag zou Hasret 50 jaar zijn geworden. Islamitische fundamentalisten brachten hem en 34 anderen, waaronder de Doetinchemse Carina Thuijs, om het leven op 2 juli 1993 in Sivas. De barbaren staken het hotel waarin zij zich hadden verschanst in brand. Op twee hotelmedewerkers na namen alle slachtoffers deel aan een alevitisch festival in deze Turkse stad.

Vergeelde foto van Hasret Gültekin achter een microfoon.

5-6 mei – Alevieten vieren Hidirellez

Hidirellez is een belangrijk religieus feest voor alevieten en wordt op 6 mei gevierd. De voorbereidingen starten een dag eerder, dus vandaag. De (actieve) viering is niet meer wijd verspreid sinds de massale emigratie van alevieten naar Turkse steden en West-Europa.

Alevieten geloven dat de heilige Hizir jaarlijks op 6 mei de profeet İlyas (Elias) ontmoet. Het woord “Hidirellez” wordt dan ook gevormd door de namen Hizir en Ilyas. Hizir is een van de belangrijkste heiligen in het alevitisme. Hizir zou een lange grijze baard dragen, een grijs paard berijden en onsterfelijk zijn omdat hij van God de gunst heeft verkregen om te drinken uit de bron van het eeuwige leven. Hizir zou tevens op verschillende plaatsen tegelijk aanwezig kunnen zijn, en verschillende gedaanten kunnen aannemen. De belangrijkste rol die alevieten Hizir toebedelen is die van redder van mensen in nood. Zij geloven dat de heilige mensen die kampen met onheil, gevaar en armoede te hulp schiet wanneer hij wordt aangeroepen. “Help me oh Hizir” (“Yetis ya Hizir”) zijn woorden die alevieten in deze situaties uitspreken.

Hidirellez is een seizoensfeest, waarbij het aanbreken van de zomer wordt gevierd. Alevieten vieren – of beter: vierden – dit feest in de natuur: op grasland, in een bos of aan de oever van een beek of rivier. Meestal zijn dit vaste plekken die jaarlijks hiervoor worden benut en “Hidirlik” worden genoemd; letterlijk de locatie waar Hidirellez wordt gevierd. Tijdens Hidirellez staan thema’s als vruchtbaarheid en overvloed centraal. De dag voor het feest, op 5 mei, worden huizen en erven grondig schoon gemaakt, in de nacht de deuren niet op slot gedaan en geldbeurzen opengelaten in de hoop dat Hizir en Ilyas deze reine, gastvrije huishoudens zegent en beloont met overvloed en rijkdom. Een ander gebruik is om een wens aan een rozenstruik vast te maken en tot Hizir en Ilyas te bidden opdat zij deze vervullen.

Ook andere gemeenschappen in westelijk Azië vieren Hidirellez, weliswaar in verschillende vormen.

Een tekening met daarop een boom met rode bloemen die wortelt in een blauwe cirkel. Tegen de boom zitten aan weerszijden twee figuren met lange grijze baarden geknield.
Iemand bevestigt wensen aan een rozenstruik.

6 mei – In memoriam: de drie jonge bomen

Vandaag, 49 jaar geleden, zijn de linkse studentenleiders Deniz Gezmis (25), Yusuf Aslan (25) en Hüseyin Inan (23) geëxecuteerd in Ankara door de Turkse militaire junta. Progressieve en alevitische organisaties in Turkije herdenken jaarlijks de staatsmoord op deze jonge mannen. Ze worden daarbij “de drie jonge bomen” (“üç fidan”) genoemd.

De jongste van de drie, Hüseyin Inan (rechts op de afbeelding), had een alevitische achtergrond. Grappend werd hij door Deniz en Yusuf “dede” genoemd. Dede’s zijn de voorgangers van de alevitische gemeenschap. Alevitische, maar ook Armeense en Koerdische jongeren waren relatief oververtegenwoordigd in de Turkse linkse bewegingen in de jaren zeventig en tachtig. Dit is een patroon dat we ook uit andere landen kennen. Friezen en Joden waren bijvoorbeeld behoorlijk actief in de Nederlandse arbeidersbeweging. De socialistische beweging is altijd een vehikel geweest voor de emancipatiestrijd van etnische en religieuze minderheden.

Geschilderde afbeeding van Deniz Gezmis, Yusuf Aslan en Hüseyin Inan.

7 mei – Alevitische TV10 eist apparatuur terug

De alevitische satellietzender TV10 werd na de mislukte militaire staatsgreep van 15 juli 2016 in Turkije per presidentieel decreet verboden. In januari 2018 werden TV10-bestuurder Veli Büyükşahin en redactielid Veli Haydar Güleç gearresteerd. Na 16 maanden gevangenschap werden zij uiteindelijk vrijgesproken.

Erdoğan misbruikte de presidentiële decreten in de jaren na de couppoging niet alleen om de gülenistische beweging (zijn voormalige bondgenoot) uit te schakelen, maar ook om linkse, alevitische en Koerdische oppositionele organisaties en media monddood te maken. Dat lot trof ook TV10.

Recent heeft het Constitutioneel Hof de verbodsdecreten van Erdoğan ongrondwettelijk verklaard. Daarop eisen de advocaten van TV10, Seyit Demir en Bertan Öztunç (te zien op de afbeelding) dat de Turkse staat zo snel mogelijk alle in beslag genomen apparatuur teruggeeft. Desnoods stappen ze naar het Europees Hof van de Rechten van de Mens, geven zij aan. (bron: PIRHA)

10 mei – Moskee in Manisa: “hoofdpijn voor niet-vastenden”

De hodja van de Mesir Moskee van de West-Turkse stad Manisa wenst niet-vastenden in de maand Ramadan sinds een paar dagen via de moskeespeakers “hoofdpijn” toe. Deze incidenten zijn niet ongewoon in het schijnbaar seculiere Turkije van Erdogan. Ex-parlementslid Tur Yildiz Biçer (CHP) heeft een klacht ingediend bij de moefti van Manisa, de baas van de hodja in kwestie.

11 mei – Dede tegen staatscemhuizen in Afyon

De alevitische voorganger (dede) Mehmet Turan heeft zich uitgesproken tegen de bouw van alevitische gebedshuizen (cemhuizen) door de staat in de provincie Afyon.

Turan (foto) reageert daarmee op uitlatingen van de bestuurder van het district Suhut en de vice-gouverneur van Afyon die de afgelopen tijd werkbezoeken hebben gebracht aan alevitische dorpen in de provincie. Beide gezagsdragers gaven daarbij aan cemhuizen te zullen laten bouwen in deze dorpen. Hoogst merkwaardig, omdat de Turkse staat het alevitisme en zijn gebedshuizen niet erkent.

Turan is fel tegen staatscemhuizen. Hij stelt dat de door erdoganisten gedomineerde Turkse staat daarmee “een acceptabel alevitisme” wil creëren. De dede zegt tegenover PIRHA dat het naïef is om te denken dat de staat zich, na de bouw te hebben gefinancierd, afzijdig zal houden van soennitische beïnvloeding. Turan vindt dat alevieten de bouw van cemhuizen zelf moeten financieren, wat overigens de dominante praktijk is in Turkije en in West-Europa.

Turan wijst er ook op dat in sommige alevitische dorpen onder dwang moskeeën zijn gebouwd en dat dit funeste gevolgen heeft voor de alevitische gemeenschap. Sommige alevieten kiezen er namelijk voor de moskee te bezoeken en hun kinderen naar korancursussen te sturen. “Zij zijn eigenlijk alevieten, maar proberen gelijktijdig als soenniet én aleviet te leven”, aldus Turan. (bron: PIRHA)

Mehmet Turan. Hij draagt een grijs pak, een zwart overhemd en een ouderwetse pet.