De mensenjagers van de Arbeidsinspectie hebben weer meer illegale arbeiders gevangen

Als het aan ons ligt, wordt dit werk illegaal.
De Arbeidsinspectie heeft in 2010 bij 18 procent van de “controles” op de werkvloer illegale arbeid “aangetroffen”, en legde bedrijven daarvoor in totaal ruim 32 miljoen euro aan boetes op. Dat blijkt uit het jaarverslag van de dienst, die bijna 2.400 illegaal gemaakte arbeiders in zijn netten ving. De opsporingsmethoden van de inspecteurs blijken steeds verfijnder te worden, waardoor de bestaansonzekerheid van die arbeiders nog meer toeneemt.

De Arbeidsinspectie is vooral in de bouw, de horeca, de land- en tuinbouw, de detailhandel, de schoonmaakbranche en de uitzendsector op jacht naar arbeiders zonder papieren. In 2010 had de dienst de schoonmaak- en uitzendsector als speerpunt gekozen. Dat leidde in die twee sectoren tot een hogere vangst van arbeiders dan in 2009. In totaal ving de inspectiedienst in 2010 ongeveer 100 illegale arbeiders minder dan in 2009. Vorig jaar zijn in diverse sectoren interventieteams actief geweest: teams in de schoonmaaksector in Utrecht/Flevoland, Noord-Nederland, Zeeland/West-Brabant en Noord-Holland, het Westland Interventieteam, en het team Uitzendbureaus Noord-Brabant en Limburg. Verder is men begonnen met het interventieteam Champignonteelt, als vervolg op een team dat van 2007 tot 2009 actief was.

Naar eigen zeggen richt de Arbeidsinspectie zich op sectoren en bedrijven waar “een hoog risico op wetsovertreding” bestaat. Daarbij maakt men in samenwerking met de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) gebruik van “risicoanalyses” die moeten uitwijzen waar een verhoogde kans op illegale arbeid bestaat. Ook door het verklikken van arbeiders kan de dienst de jacht op mensen zonder papieren intensiveren. In 2010 ontving men “1.042 meldingen over mogelijke illegale tewerkstelling”. Overigens openden sommige vakbonden al in 2005 een kliklijn waarmee bouwvakkers hun illegale collega’s konden verlinken.

“In sectoren waar sociale partners veel aandacht aan arbeidsomstandigheden besteden en waar wetten beter worden nageleefd, hebben bedrijven met minder toezicht te maken”, aldus Arbeidsinspectie-directeur Jan van den Bos. “Op grond van onze analyses houden we ook de achterblijvers beter bij de les en zeker de groep van notoire overtreders en wanbetalers van boetes.” De dienst heeft een lijst opgesteld van bazen die “versneld en intensief gecontroleerd” moeten worden. Wie daar illegale arbeid verricht, heeft dus een verhoogde pakkans. Het zou een goede zaak zijn als arbeiders zonder papieren een eigen “risicoanalyse” konden maken, voordat ze ergens aan de slag zouden gaan. Maar om te overleven moeten ze elke klus aannemen waarmee ze geld kunnen verdienen, hoe zwaar, vies en vuil het werk ook is. Ze hebben geen keus en moeten voor een hongerloon hard werken, onder de voortdurende dreiging van razzia’s en opsluiting in een uitzetgevangenis.

De Arbeidsinspectie heeft vorig jaar het onderzoeksbureau Research voor Beleid ingeschakeld om “meer inzicht te verkrijgen in de aard en omvang van illegale arbeid”. Dat leidde tot het rapport “Illegale tewerkstelling van buitenlandse arbeidskrachten”, waaruit zou blijken “dat de Arbeidsinspectie en de SIOD een goed beeld hebben van de sectoren waarin illegale tewerkstelling voorkomt en van bestaande en nieuwe fenomenen van illegale tewerkstelling”. Het verzamelen van informatie is voor de Arbeidsinspectie en de SIOD van groot belang. Net als andere delen van het overheidsapparaat zetten de inspectie- en opsporingsdiensten daarom graag onderzoekers aan het werk die de leefwereld en werkomgeving van mensen zonder papieren in beeld brengen.

Harry Westerink