De nieuw-rechtse vrienden van die katholieken die zo fanatiek Zwarte Piet verdedigen

Cover van een brochure van Civitas Christiana.
Cover van een brochure van Civitas Christiana.

De katholieke stichting Civitas Christiana voert zeer actief campagne voor het behoud van de racistische karikatuur Zwarte Piet. Zo bleek begin deze maand nog in een interview met ‘algemeen manager’ Hugo Bos in De Volkskrant. Zijn campagne bleek vooral een “focuspoint”, een middel om geld te verwerven met als doel “een halt toe te roepen aan de verdere afbrokkeling van de Nederlandse cultuur en tradities” en “de normen en waarden van onze beschaving, die geworteld zijn in het christendom, te beschermen en verder te verbreiden”. Civitas Christiana is het Nederlandse kantoor van de Amerikaanse fundamentalistisch katholieke beweging “Tradition, Family and Property”. In de VS zijn katholieken al langer, en zeer succesvol, bezig om op deze manier politieke invloed te verwerven.

In een essay dat tien jaar geleden in “The New York Review of Books” verscheen, beschrijft hoogleraar en politiek commentator Garry Wills hoe radicaal-rechts het beleid van de regering George W. Bush wist vorm te geven. “Bush’s Fringe Government” staat er veelzeggend boven het artikel. Wills richt zich op vier opmerkelijk genoeg rooms-katholieke denkers en activisten die een beslissende rol speelden in het herintroduceren van religie in het beleid van de overheid.

George W. Bush is een typische vertegenwoordiger van de Southern Baptists, het grootste evangelische kerkgenootschap in de Verenigde Staten. Des te opvallender is het dat een aantal rechts-radicale katholieke denkers het binnen- en buitenlandse beleid van de Bush-regering van een ideologisch-religieus fundament wist te voorzien. De vier zijn Michael Novak, in de jaren zestig een groot pleitbezorger voor de vernieuwingen van het Tweede Vaticaans Concilie, maar later bekeerd tot het neo-conservatisme; George Weigel, de min of meer officiële biograaf van paus Johannes Paulus II; Joseph Fessio, die onder professor Joseph Ratzinger (de latere paus Benedictus XVI) in Duitsland afstudeerde; en Richard John Neuhaus, de tot het katholieke geloof en tot priester gewijdde lutheraan, oprichter van het neo-conservatieve tijdschrift “First Things”.

“Rustig extremisme”

Neuhaus is, samen met de evangelische theoloog Francis Schaeffer, de bedenker van wat Wills het “rustige extremisme” noemt: religie – dat is het christelijk geloof – moet een rol spelen in het beleid van de overheid. De scheiding tussen kerk en staat mag niet absoluut zijn. In de gedachten van Neuhaus en Schaeffer betekent dat dat de kerk invloed moet uitoefenen op de regering en op de rechterlijke macht – andersom moet de overheid zich vanzelfsprekend verre houden van enige invloed binnen kerken! Het “rustige extremisme” gaat echter nog een stap verder. Als in de ogen van kerkleiders de overheid immorele wetten en maatregelen uitvaardigt, zijn christenen verplicht tot burgerlijke ongehoorzaamheid. “Als christelijke waarden bedreigd worden, kunnen gewetensvolle burgers niet langer hun morele goedkeuring aan het huidige regime geven”, schreef Neuhaus in 1996. Deze stellingname leidde zelfs tot een breuk in de redactie van “First Things”. Twee conservatieve journalisten stapten op na, wat zij noemden, “het voorstaan van niet alleen burgerlijke ongehoorzaamheid, maar zelfs een gewapende revolutie”.

Neuhaus, overleden in 2009, was de favoriete prediker van Karl Rove, de architect van de regering Bush (2000-2008). Met Dick Cheney en Donald Rumsfeld plaveide hij de weg voor de meest radicale regering in de na-oorlogse geschiedenis van de Verenigde Staten. Het gedachtegoed van Neuhaus en de zijnen was in het beleid van de regering duidelijk zichtbaar. Afbraak van de al magere sociale voorzieningen (kerken kunnen deze taak heel goed vervullen), enorme belastingverlagingen voor de rijke elite (hun werk is immers door God gezegend), en een agressieve buitenlandse politiek (tegen de islam en voor Israël).

Vandalen

Voor de religieuze extremisten in de Verenigde Staten vertegenwoordigen de regering en het Hooggerechtshof in Washington een “immorele overheid”, waarvan de wetten bestreden en genegeerd moeten worden. Het hysterische verzet tegen de gelijkstelling van het huwelijk van mensen met een andere seksuele voorkeur laat zien dat de christelijke fundamentalisten nog steeds mensen op de been weten te krijgen. Vanuit een mythisch idee van een blank, protestant(!) – met de ooit verdachte rooms-katholieken zal blijkbaar later worden afgerekend – en heteroseksueel Amerika voert men verzet tegen de “immorele staat, haar multi-culturalisme en haar seksuele losbandigheid”. Het is dezelfde geest die ademt uit de publicaties en activiteiten van de in de Heilige Landstichting gevestigde stichting Civitas Christiana, het Nederlandse kantoor van de Amerikaanse fundamentalistisch katholieke beweging “Tradition, Family and Property”.

Het schilderij van Karl Brjoellov, “Geiserik plundert Rome”.
Het schilderij van Karl Brjoellov, getiteld “Geiserik plundert Rome”.

Eerder dit jaar publiceerde Civitas Christiana de brochure “De mythe van het multiculturalisme. Vijftien vragen en antwoorden over massa-immigratie”. De omslag toont een deel van een schilderij van Karl Brjoellov, getiteld “Geiserik plundert Rome”. De inleiding van het boekje geeft als verklaring: “Op de omslag van dit boekje ziet u een schrikwekkend tafereel uit de klassieke geschiedenis: de plundering van Rome door de Vandalen in het jaar 455. Er zijn verbazingwekkende overeenkomsten te zien tussen die tijd en onze situatie vandaag. De Romeinse cultuur was verzakt. De Romeinen geloofden niet meer in zichzelf. De economie lag op zijn gat. Men haalde buitenlanders naar Rome om het vervelende werk te doen. (…) Gaat Nederland Rome achterna? Als we cultureel niet sterker worden, lopen ook wij gevaar door ‘Vandalen’ onder de voet te worden gelopen.” De auteur geeft het multiculturalisme de schuld van de ondergang van het Romeinse Rijk en, als we niet oppassen, van Nederland. Het multi-culturalisme verheerlijkt, aldus de schrijver, alle culturen behalve de eigen. Het breekt de eigen culturele traditie en het cultureel zelfvertrouwen af. Het praat ons schaamte aan over het koloniale en slavernijverleden. Het vernietigt onze gemeenschap en uiteindelijk het persoonlijke leven van een ieder van ons. Civitas Christiana wil hier een einde aan maken. “Het is geen schande om een autochtone Nederlander te zijn. We moeten ons niet laten aanpraten dat opstaan voor eigen traditie iets boosaardigs is.”

Autochtone traditie

Op dit moment houdt het verdedigen van die ‘autochtone traditie’ voor Civitas Christiana in het verspreiden van een oubollige “Nederlandse cultuurkalender” met afbeeldingen van landschappen van Hollandse meesters uit de Gouden Eeuw en het organiseren van weekeinden in de Heilige Landstichting, waar conservatieve katholieken komen vertellen dat de “seculiere, losbandige en van God los geraakte westerse cultuur” op sterven ligt en dat “de evolutietheorie de cultuur van de dood bevordert”. Waar Civitas zich met name luid laat horen, is de discussie over Zwarte Piet. In De Volkskrant van begin september legt Hugo Bos, ‘algemeen manager’ van de stichting, uit dat zijn campagne voor behoud van Zwarte Piet vooral een “focuspoint” is, een middel om geld te verwerven met als doel “een halt toe te roepen aan de verdere afbrokkeling van de Nederlandse cultuur en tradities”, en “de normen en waarden van onze beschaving, die geworteld zijn in het christendom, te beschermen en verder te verbreiden”, zoals het verwoord wordt in een van de bedelbrieven. “Zwarte Piet is de kanarie in de kolenmijn: hij legt als eerste het loodje wanneer de giftige gassen van het cultuurnihilisme onze samenleving binnenstromen.”

Civitas Christiana is een kleine club aan de rand van het maatschappelijke en politieke debat. Maar de stichting maakt deel uit van een groter internationaal netwerk van gelijkgestemde organisaties en partijen die we het beste kunnen plaatsen onder de noemer nieuw-rechts. Men citeert denkers als Alain de Benoist en Guillaume Fae, bezoekt manifestaties van “Generation Identitaire” en leest boeken van het Duitse “Verlag Antaios” en het tijdschrift “Sezession”. Men kijkt met bewondering naar het optreden van Vladimir Poetin, die de Russisch-orthodoxe tradities verdedigt. Religieuze en nationale verschillen worden opzij gezet. Gemeenschappelijke noemer: behoud van tradities, herstel van onze glorieuze christelijke beschaving, en bescherming van de “bedreigde blanke minderheid”.

Richard Neuhaus was een groot bewonderaar van de toenmalige aartsbisschop van St. Louis, Raymond Burke (nu kardinaal en vorig jaar door paus Franciscus op een zijspoor gerangeerd). Burke was ook een aanhanger van het “rustige extremisme” en staat tevens een herstel van de “orthodoxe (katholiek) christelijke beschaving” voor. Het zal geen verbazing wekken dat juist deze man de patroonheilige van Civitas Christiana en haar aanhangers is.

Rutilio Grande