Doorbraak en de Occupy-beweging

Occupy-image.
Begin september 2011 gingen mensen in New York de straat op onder de leus “Occupy Wallstreet”. Anderhalve maand later was het protest al uitgegroeid tot een wereldwijde beweging. Weer drie maanden verder is het behoorlijk stil geworden rond Occupy. Hopelijk vooral door het koudere weer. Hoe heeft Doorbraak de beweging tot nu toe beleefd?

Op 15 oktober waren we met flink wat mensen aanwezig bij de begindemonstraties in Den Haag en Amsterdam toen daar de eerste tentjes werden neergezet. Een week later deden we ook mee aan de tweede Amsterdamse demonstratie. Die leidde naar de Nederlandsche Bank. En later heeft een Doorbraak-activist nog over organizing gesproken in het kader van de reeks Occupy-colleges in het Amsterdamse tentenkamp. En ook aan de Amsterdamse bankbezetting halverwege december deden Doorbrakers actief mee. Een aantal van ons heeft in de afgelopen periode Occupykampjes of -vergaderingen bezocht in Amsterdam, Nijmegen en Utrecht.

Maar het meest actief waren we bij Occupy Deventer. Daar maakten Doorbrakers meteen een flink deel uit van de kerngroep. Eind oktober was daar een eerste openbare vergadering, waarbij direct een tentje werd opgezet aan de voet van de Broederenkerk. Kort daarop was de eerste actie: voor de deur van de ING in de Smedenstraat. Er werd geslapen in de tentjes, maar daar kwam al snel weer een einde aan. Het voegde eigenlijk weinig toe aan de actie. Na verloop van tijd werd het een parttime-beweging die met name op zaterdagmiddag aanwezig was op het plein. We hebben daar met heel veel mensen gesproken. Er was flink wat interesse en velen wilden graag per mail op de hoogte gehouden worden. Toen het kouder werd, heeft de kerngroep van zo’n 8 mensen besloten om themabijeenkomsten te gaan organiseren, onder meer over de bankencrisis. Op termijn wil men graag met elkaar verder gaan, of de wereldwijde Occupy-beweging nu blijft bestaan of niet. Armoede in de stad lijkt een van de speerpunten te kunnen gaan worden.

Tentenkamp van Occupy Utrecht.
Problemen

Hoewel we over het algemeen positieve ervaringen hebben, willen we de belangrijkste problemen van de Occupy-beweging niet onbenoemd laten: een stuk of vijf, die vanzelfsprekend niet overal in even grote mate spelen.

1. Bij bezoeken aan de tentenkampen en demonstraties, maar vooral op internet, valt bijna niet te ontkomen aan new age- en conspiracygeluiden. Van wat we meekrijgen van de protesten in de VS, speelt het daar bij concrete activiteiten nauwelijks een rol, en ook in Deventer hebben we er geen problemen mee gehad. Bij de demonstraties in Den Haag en Amsterdam was het echter soms wel even slikken wanneer je met een willekeurige mede-actievoerder sprak. New age-denken is volkomen gespeend van strijdbaarheid, en samenzweringsdenken leidt tot een nodeloos gevoel van machteloosheid jegens schijnbaar grote geheime krachten. Beide dragen zo niet bepaald bij aan de opbouw van de krachtige beweging die nodig is om het kapitalisme te beteugelen of zelfs te vervangen door een veel socialer systeem.

2. Het idee van “de 99 procent” tegen “de 1 procent” is op een vergelijkbare wijze problematisch. Hoewel het kennelijk wel mobiliserend heeft gewerkt, is het natuurlijk een ongelofelijke kort-door-de-bocht redenering die volstrekt geen recht doet aan de kapitalistische realiteit met zijn zeer diverse sociale strijden waar we allemaal dagelijks mee te maken hebben. Alle andere machtsverhoudingen worden via de 99 procent-leuze feitelijk weggewuifd, zoals onder meer die tussen mannen en vrouwen, en witten en zwarten. Het is alsof de linkse ideeënontwikkeling daarover van de afgelopen anderhalve eeuw nooit plaatsgevonden heeft.

3. Tentenkampen werken eigenlijk alleen als ze enigszins op gespannen voet staan met de lokale autoriteiten. Juist de strijd om behoud van de kampen bleek veelal mobiliserend te werken, van Caïro en Barcelona tot New York. In Nederland wordt daarentegen door veel van de Occupy-ers wel erg nadrukkelijk gepolderd met burgemeesters en politiemensen. In Amsterdam werden zelfs afspraken met de politie gemaakt over het verwijderen van daklozen uit het kamp, waarbij er wel eens een voor de ogen van toekijkende Occupy-ers door agenten werd afgetuigd. Uiteindelijk heeft dat polderen overigens niet kunnen voorkomen dat enkele kampjes toch ontruimd werden.

4. De Nederlandse tentenkampen werden al snel een doel op zichzelf. Het leek erop alsof veel Occupy-ers dachten dat het bezetten van een plein uiteindelijk vanzelf wel zou uitlopen op grote maatschappelijke veranderingen. Op de kampjes begon na verloop van tijd een wat landerige naar binnen gekeerde sfeer te ontstaan, met eigen regels en gewoonten. Zoals het gebruik van “the people’s microphone”, een methode waarbij activisten de zinnen van een spreker gezamenlijk herhalen zodat iedereen ze kan verstaan. Dat is overgewaaid uit Amerika, waar bij sommige grotere activiteiten geen geluidsversterking werd toegestaan. In Amsterdam werd de methode echter soms ook gebruikt in kleine groepjes, en dat kwam wat sectarisch over. Er zijn veel discussies in de kampjes, maar tot een aanzet voor verdere activiteiten is het in veel gevallen niet gekomen. Een open houding en veel discussie is geweldig, maar er moeten natuurlijk op een gegeven moment wel knopen worden doorgehakt, wil er nog iets gebeuren. Een positieve uitzondering was de bankenbezetting in Amsterdam in december. In de VS is de beweging wel veel extraverter gebleven met massale bezettingen van onder meer haventerreinen en leegstaande huizen voor daklozen.

5. De Occupy-beweging is in Nederland, in tegenstelling tot in de VS, nog erg wit. Alleen de bezoeken over en weer met de actievoerende schoonmakers brachten daar voor korte tijd enige verbetering in.

Occupy in Deventer.
Nieuwe mogelijkheden

De Occupy-beweging is in bepaalde opzichten een moderne, uitvergrote variant van de anti-globaliseringsbeweging die eind jaren 90 opkwam. Occupy is inhoudelijk vaak nog veel vager dan die beweging al was, is vele malen sneller opgekomen, en wordt maatschappelijk veel breder gedragen. Vooral dat laatste biedt natuurlijk veel kansen. Daarom ook even een aantal inspirerende elementen op een rijtje.

1. Occupy heeft het kapitalisme weer als een probleem op de politieke agenda gezet. Een breed levend gevoel van onbehagen met de grote ontwikkelingen van het neo-liberalisme wordt plots blootgelegd, krijgt een stem. Een stem die niet gemodereerd wordt door de machthebbers, de politici, bankiers en economen. Van links tot rechts, van vakbonden tot conservatieve denktanks, wordt er nu over gedebatteerd hoe het kan dat de banken zoveel geld hebben en waarom we daar met z’n allen nauwelijks zeggenschap over lijken te hebben.

2. Occupy heeft net als eerder de bewegingen in het Midden-Oosten en Spanje kans gezien om grote groepen mensen enige hoop te geven, te mobiliseren en bijeen te brengen. Er is een enorme energie losgemaakt, en dat was lange tijd niet meer gelukt in het rijke westen. Occupy is laagdrempelig en heeft demonstreren voor het eerst weer een beetje normaal gemaakt, en begrijpelijk in de ogen van de toekijkende meerderheid.

3. De Occupy-kampen vormen een soort leerschool voor activisten. Ter plekke maken veel mensen voor het eerst kennis met basisdemocratische principes, met het idee om zelf autonoom werkbare structuren te kunnen opzetten met grote groepen anderen. Daarnaast vormt de openheid in de discussies ter plekke ook een goede mogelijkheid om inhoudelijk verder te komen. Mensen met heel uiteenlopende achtergronden komen er bij elkaar en wisselen gedachten uit. Dagelijkse ervaringen, concrete strijd en linkse ideeën zouden op den duur de aantrekkingskracht van de vaak van internet geplukte vage samenzweringsideeën kunnen doen afnemen. Zeker naarmate de gevolgen van de crisis zich hier net als in de VS sterker zullen doen voelen. Daarnaast zouden duidelijk herkenbare linkse Occupy-acties, zoals de bankbezetting van december, ook een positieve inhoudelijke invloed op de beweging kunnen uitoefenen.

4. Anders dan de eerdere anti-globaliseringsbeweging is de Occupy-beweging lokaal gericht, en hoeven actievoerders niet steeds af te reizen naar verre landen om daar samen te gaan demonstreren. Zelfs in kleinere provinciesteden zijn er Occupy-groepjes, en dat maakt de beweging in principe voor veel meer mensen toegankelijk en ook veel democratischer.

Occupy-activisten: bonussen inleveren!
Praktijk

De Occupy-beweging sluit op diverse manieren aan bij de Doorbraak-praktijk. Met onze “Waar zit het?”-campagne wijst Doorbraak ook nadrukkelijk naar de rijken die zich ongehinderd onze welvaart toeëigenen. Occupy manifesteert zich vooral lokaal, net zoals ook Doorbraak voornamelijk lokaal probeert strijd te organiseren. Daarnaast spreken met name het anti-kapitalisme, het internationalisme en de kritiek op de heersende instituten van Occupy ons aan. Hoewel het wantrouwen naar alles wat geen Occupy is, soms wat lijkt door te slaan richting een soort overspannen narcisme, zo van: alleen bij ons ligt de oplossing van alle problemen.

Maar er zijn ook grote verschillen tussen de meeste Occupy-ers en Doorbraak. Wij werken vanuit een samenhangende linkse visie en met een hechte organisatie. Bij Doorbraak kan niet iedereen die een keer langskomt, direct meebeslissen en hebben de leden ook duidelijk omschreven verantwoordelijkheden. Verder stapt Doorbraak op mensen af, in plaats van af te wachten in een tentenkamp, en proberen we via organizing en militant onderzoek strijd te ontwikkelen op concrete problemen.

In de praktijk bekijkt Doorbraak per afdeling in hoeverre we meedoen aan lokale Occupy-initiatieven. Bij grotere en landelijke acties, zoals bij demonstraties en de bankbezetting, mobiliseren we en doen we graag mee. Waarbij we er natuurlijk wel voor willen waken om geassocieerd te worden met de politiek vagere aspecten van de beweging. Ook verwijzen we bij eigen acties wel naar de Occupy-praktijk, zoals we ook wel eens verwijzen naar de Arabische Lente, om de noodzaak van protest en verzet makkelijker duidelijk te kunnen maken. Waarbij we er weer voor moeten hoeden dat luisteraars de indruk krijgen dat we eveneens met tentjes op de proppen zullen komen.

De Occupy-beweging is in Nederland momenteel vooral actief op internet, met name op Facebook. Het label Occupy is daar nog springlevend. Vorig jaar zagen we dat de Spaanse kampen van de zomer ervoor in de lente snel weer opbloeiden. De kans dat dat nu eveneens met Occupy gebeurt, is levensgroot. De economische en politieke problemen waartegen de deelnemers in het geweer kwamen, worden immers nog wekelijks groter.

Eric Krebbers