Februaristaking: gebeurtenissen, beeldvorming en herdenking

Tot zover de aanloop en geschiedenis van de staking zelf: overduidelijk geen nationaal maar boven alles een sociaal protest. Wat zien we hiervan op en rond de herdenking terug? Veel te weinig. De sociaal-economische strijd van arbeiders in de werkverschaffing, van metaalarbeiders tegen dwangarbeid in Duitsland wordt als aanloop niet vermeld. Bij Nu.nl lezen we dit: “Op 22 en 23 februari worden er in Amsterdam als vergeldingsacties razzia’s gehouden, waarbij een grote groep willekeurig gekozen Joden uit hun huizen werden gehaald”, de 427 opgepakte mensen. Waarvoor de ze “vergeldingsactie” werd gehouden, lezen we daar niet. Het verzet van joodse zelfverdedigingsgroepen, dat de rechtstreekse aanleiding tot de gebeurtenissen die in de staking uitmondden, wordt weggelaten. Het enige actieve element in het verhaal wordt door de stakers gevormd. Joden zijn degenen die in dit verhaal hooguit solidariteit ontvingen. Als mensen die de solidariteit beoefenden, als mensen die voor zichzelf en elkaar opkwamen tegen de nazi’s, ontbreken de joden volledig in het verhaal (…) Er is dus nogal wat mis met de gangbare beeldvorming rond de Februaristaking. Gevoelige en wezenlijke aspecten worden weggelaten, en de gebeurtenis wordt unieker gemaakt dan ze al is. Op basis van die gesaneerde beeldvorming krijgen we bovendien een wonderlijke herdenking, als ware het een nationaal evenement in plaats van een uitbarsting van anti-fascistische arbeiderssolidariteit en opstandige klassenstrijd. Op de herdenking verscheen de koning, hoofd van een monarchie die in 1941 letterlijk niet thuis gaf toen Joden werden vervolgd en arbeiders staakten: ze zat veilig in Engeland. Op de herdenking verscheen de burgemeester, anderhalve week nadat diezelfde burgemeester zijn politie had ingezet om Pegida-fascisten – erfgenamen van de NSB en de WA – te verdedigen tegen anti-fascisten die de lessen van februari 1941 snapten, ook als ze misschien de ware toedracht van de Februaristaking niet of slechts half kenden. Lui als de burgemeester en de koning horen niet op een werkelijk solidaire herdenking. Hun aanwezigheid is een poging om de oprechte gevoelens van al diegenen die wel de erfenis van solidariteit koesteren en voort willen zetten en daarom aan de herdenking meededen, te gebruiken voor een vertoon van nationale eenheid en sentimentaliteit.

Peter Storm in Februaristaking: gebeurtenissen, beeldvorming en herdenking (Ravotr)