Moet Femke Halsema aftreden?

Burgemeester Femke Halsema in de Amsterdamse gemeenteraad toen UvA-medewerker Rébecca Franco vertelde over het geweld tegen haar studenten en collega’s op haar werkplek.

Is het niet de hoogste tijd dat mensen in machtsposities moeten opstappen die na zoveel maanden nog steeds actief stilzwijgen rondom de “plausibele” genocide in Gaza?

Toen de betogers afgelopen zaterdag 11 mei met de mars en manifestatie, ter nagedachtenis van de Nakba, langs de ambtswoning van burgemeester Femke Halsema liepen, riepen zij “Halsema, shame on you” en “Halsema resign”. Dit omdat zowel het vreedzame studentenkamp als de bezetting van Oudemanhuispoort en de demonstratie voor het Maagdenhuis allen zijn afgebroken middels politie-geweld en/of onder dreiging van geweld. Inmiddels heeft de Centrale Studentenraad van de UvA opgeroepen dat het College van Bestuur van de UvA moet aftreden omdat het vertrouwen permanent beschadigd is. Het vertrouwen is beschadigd omdat ze studenten en medewerkers ernstig in gevaar hebben gebracht. We zien al maanden dat brieven, demonstraties en gesprekken vanuit ambtenaren met ministeries, binnen gemeenten en bij media-besturen geen significante resultaten hebben opgeleverd. Is het inmiddels niet tijd om transparant te maken hoe machthebbers stelselmatig de “plausibele” genocide onzichtbaar maken en kritische stemmen onderdrukken? En dat we als consequentie hiervan hun opstappen moeten eisen? Zoals Seada Nourhussen ook stelt: soms is het tijd voor burgerlijke ongehoorzaamheid.

In artikel 90 van de Nederlandse Grondwet staat omschreven dat de Nederlandse regering zich actief zal inzetten voor de bevordering van de internationale rechtsorde. Hierbij is ook het genocideverdrag getekend dat Nederland verplicht stelt om pro-actief genocide te voorkomen, laat staan om mede-plichtig te zijn aan een genocide in stand te houden of deze actief te verdoezelen. Inmiddels is het al maanden geleden dat er een uitspraak is geweest vanuit het Internationaal Gerechtshof bij de rechtszaak van Zuid-Afrika. Daar is vastgesteld dat genocide in Gaza “plausibel” is, en dit dus per direct actie vereist. Daarnaast zijn er aanvullende uitspraken geweest van VN-rapporteur Francisca Albanese en spreken de cijfers op de grond boekdelen. Dit bovenop het actief negeren van burgers, medewerkers, studenten, zorgmedewerkers, advocaten en ambtenaren die steeds opnieuw oproepen tot een proactieve houding van besturen en machthebbers om zich uit te spreken tegen, of beleid aan te passen richting, Israël.

Dat Halsema stelselmatig en bewust keuzes heeft gemaakt om zich niet explicieter uit te spreken tegen de mogelijke genocide in Gaza, zal blijken uit onderstaande opsomming. Hierbij is het wel eerlijk om eerst te benoemen dat ze bereidheid heeft getoond om een “staakt het vuren” te steunen en humanitaire steun te bieden aan Gaza, die als motie door de meerderheid van de raad in Amsterdam zijn aangenomen. Dit is meer dan andere gemeenten in de Nederlandse context hebben gedaan. Anders dan dit is er geen heldere stelling genomen tegen mogelijke genocide, noch apartheid en noch kolonisatie door Israël. Hierbij heeft Halsema vorige week dan ook herhaald “geen stelling” te willen nemen hierover als gemeente. Men is dus wel bereid wat tegen symptomen te doen van genocide, maar niet tegen de bron als zodanig. Helaas lijkt het genocideverdrag onvoldoende geraticifeerd te zijn in de Nederlandse wetgeving om instellingen juridisch te verplichten om na een uitspraak van het Internationaal Gerechtshof over “plausibele” genocide daarop stappen te moeten nemen, waardoor het toegestaan lijkt om maandenlang genocidaire medeplichtigheid doorgang te laten vinden.

Gebeurtenissen die onderstrepen dat Halsema bewust geen stelling neemt omtrent genocide in Gaza:

  • Op 26 oktober 2023 is er een oproep geweest van Amsterdamse ambtenaren aan het college van B&W, waarin expliciet werd gevraagd om het Israëlisch optreden in Gaza en de Westbank “scherp” te veroordelen. Voor Oekraïne kon de gemeente Amsterdam zich onder Halsema wel sterk uitspreken richting Rusland en heeft zij zelfs een manifestatie georganiseerd in 2022. Er is geen manifestatie voor Gaza gekomen, er zijn geen scherpe veroordelingen geweest naar Israël, maar wel een statement voor een staakt-het-vuren en nietszeggende dialoogsessies over “conflict” in het Midden-Oosten en polarisatie, die in het verlengde liggen van Israëlische staatspropaganda, omdat het dan gekaderd wordt als een religieus in plaats van een koloniaal conflict.
  • Halsema heeft vlak na 7 oktober wel de Israëlische vlag gehesen, maar nooit de Palestijnse vlag willen hijsen. Meerdere keren heeft ze de taal van het nieuws overgenomen waarbij aan de zijde van Israël mensen zijn “vermoord” en aan de zijde van Palestijnen mensen “omkomen”.
  • Op 28 februari 2023 heeft Halsema niets gedaan met het verzoek en de petitie om de Amsterdamse samenwerkingen met Tel Aviv te verbreken. Dit terwijl Amsterdam in 1986 duidelijk stelling heeft genomen tegen apartheid door zichzelf tot anti-apartheidsstad uit te roepen. Er is geen actieve boycot afgeroepen.
  • Op 10 maart 2024 bezocht de Israëlische president Herzog Nederland voor de opening van het Holocaustmuseum. Hierbij heeft Halsema de oproep van de Joodse organisatie Erev Rav om Herzog te arresteren voor oorlogsmisdaden en “plausibele” genocide genegeerd en naast zich neergelegd.
  • Op 4 mei 2024, tijdens de dodenherdenking, heeft Halsema er alles aan gedaan om elke uiting van solidariteit met de slachtoffers van de genocide in Gaza van het straatbeeld te weren. Dit door ongekend drastische maatregelen te nemen door iedereen te laten fouilleren op de Dam en de bezoekerscapaciteit te halveren. Diverse juristen hebben hierop gereageerd dat een deel van deze maatregelen onrechtmatig is wat betreft het demonstratierecht. Daarnaast is rapper Appa op 4 mei door de politie uit zijn moeders huis ontvoerd en vastgezet vanwege een tweet waarin hij opriep dat er aandacht moest zijn voor Gaza op 4 mei. De tweet was in lijn met de oproep namens meer dan 200 moskeeën die Halsema expliciet hadden gevraagd om Gaza te noemen in haar 4 mei-toespraak. Iets dat Halsema wel bereid was te doen voor Oekraïne twee jaar terug, maar niet voor Gaza.
  • Op 6-7 mei 2024 heeft Halsema rond 3 uur ’s nachts op basis van “erfvredebreuk” een vreedzaam studentenkamp met geweld en bulldozers laten ontruimen. De studenten demonstreren tegen de genocide in Gaza en eisen dat de UvA Israëlische instituties boycotten. Hele redelijke eisen die het College van Bestuur van de UvA namelijk eerder wel op Russische universiteiten heeft toegepast naar aanleiding van de Russische invasie van Oekraïne. Dit protestkamp was nodig omdat studenten maandenlang zijn genegeerd en er ook censuur is gepleegd rondom eerdere demonstraties en evenementen aan de UvA en andere universiteiten. Deze ontruiming is sneller gegaan dan in elk ander westers land waar Palestina-demonstraties in de vorm van kampen werden georganiseerd.
  • Op 8 mei 2024 vond de gewelddadige ontruiming plaats van de bezetting van de Oudemanhuispoort en werd tevens het vreedzame steunprotest op het Rokin met geweld ontruimd. Ditmaal op basis van “openbare orde verstoring” en “vernielingen” van publieke eigendommen. Hiermee heeft Halsema zowel de veiligheid van studenten en medewerkers als het demonstratierecht tegen de genocide in Gaza ondergeschikt gemaakt aan materiële schade en de openbare orde. Het signaal is dus duidelijk: als er ‘mogelijk’ genocide plaatsvindt, kan men beter doorgaan met de orde van de dag.
  • Op 9 mei 2024 heeft de politie opnieuw mensen geslagen terwijl er ditmaal geen overtredingen waren en er enkel in de publieke ruimte werd gedemonstreerd. Er was geen sprake van bezetting of een kamp. Vanwege de dreiging om nogmaals met geweld de demonstratie te ontbinden, die voor het Maagdenhuis was geëindigd, hebben de demonstranten die avond ervoor gekozen om vrijwillig weg te gaan omdat ze de veiligheid van demonstranten niet meer konden waarborgen.
  • De gemeente heeft laten zien niet alleen de studenten die de bezettingen organiseren of een kamp bouwen met geweld te ontruimen, maar ook de vreedzame demonstratie die de studenten steunt in de openbare ruimte, die buiten de bezetting of de kampen zelf plaatsvindt, ook met geweld te verwijderen. Hierbij is massaal en met grote willekeur op demonstrerende menigten ingeslagen zonder dat zij voor iemand een directe bedreiging vormden wat betreft veiligheid. Wanneer mensen niet bereid zijn om vrijwillig hun demonstratierecht in te leveren wanneer autoriteiten in uniform daartoe oproepen, is er nog steeds geen enkele aanleiding om ze te slaan. Ook besluit de gemeente hiermee naast ingrijpen op wetsovertredingen de gehele groep met geweld te verwijderen. Hierbij zijn naast studenten en medewerkers onder andere ook stagiairs, medewerkers, en publiek van Pakhuis de Zwijger geslagen, maar ook zestigplussers die geen enkele bedreiging vormen voor wie dan ook. Hoewel de politie normaliter bekend staat om etnisch te profileren, is in dit geval hun toepassing van geweld erg inclusief geweest voor alle leeftijden, kleuren, genders, inclusief Joodse studenten en medewerkers die zijn geslagen.

Waarom moeten we deze stilte en repressie niet accepteren?

In de woorden van Martin Luther King “zijn het niet de woorden van onze vijanden die we herinneren, maar de stilte van onze vrienden”. Woorden die ook in lijn staan met de analyse van Hannah Arendt over de “banaliteit van het kwaad”, waarin zij stelt dat genocides plaatsvinden niet enkel door kwade intenties, maar vooral door de onwil van de meerderheid om stelling te nemen rondom morele kwesties. Een inzicht dat de directie van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK) inmiddels heeft opgedaan. Dit door nu de eerste onderwijsinstelling in Nederland te zijn die een samenwerking heeft opgeheven met Israëlische instellingen op basis van de druk die is opgebouwd de afgelopen maanden. Als motivatie stelde de directie van het KAKB dan ook dat “stilzwijgend blijven ten aanzien van mogelijke schendingen van de mensenrechten kan worden gezien als een indirecte vorm van steun voor degenen die hun rechten overschrijden”.

Als Halsema haar morele geloofwaardigheid nog wil herstellen; dan zal zij wat mij betreft per direct een manifestatie moeten afroepen tegen de “plausibele” genocide in Gaza, ingaan op de eisen van ambtenaren om het handelen van Israël scherp te verwerpen en dus wel een standpunt innemen, zelf alle banden en projecten breken die de gemeente Amsterdam heeft met Israëlische instellingen en steden, daarbovenop een oproep moeten doen aan alle instellingen om dit voorbeeld te volgen, excuses aanbieden aan de studenten en medewerkers die ze in gevaar heeft gebracht en hen complimenteren voor hun moed en standvastigheid om zich wel uit te spreken tegen genocide, breder oproepen tot burgerlijke ongehoorzaamheid daar waar besturen en overheid medeplichtigheid blijven vertonen met de “plausibele” genocide.

Dit is een kans voor Halsema om expliciet aan te geven dat Amsterdam niet alleen een stad is die pro-actief tegen apartheid is, maar ook een stad is tegen genocide. Hoewel Halsema zeker wel iets van tegenwicht biedt tegen extreem-rechts en/of de politiek van de Tweede Kamer door in relatieve zin minder repressief te zijn naar demonstraties, ietsjes meer nuance te hebben rondom het misbruik van de term antisemitisme, de gemeente Amsterdam dus wel humanitaire steun heeft gegeven aan Gaza en “zorgen” heeft geuit over het mogelijk schenden van oorlogsrecht aan “beide kanten”, is dit niet genoeg als er geen duidelijk stelling wordt genomen en daaraan geen materiële consequenties worden verbonden. Ik snap dat men bang is dat het “nog erger kan” worden als ze bijvoorbeeld zou aftreden, wat betreft de politieke opvolging, maar dan nog: voor mij is het actief stilzwijgen bij “plausibele” genocide echt wel een minimale ondergrens. Het is tijd om een kant te kiezen en wel positie in te nemen. Amsterdam verdient beter.

Het is wat mij betreft onacceptabel dat een stadsvertegenwoordiger van Amsterdam, dat zoveel Joden heeft laten vermoorden tijdens de Tweede Wereldoorlog, nu maandenlang stilzwijgt tegenover de gelivestreamde en best gedocumenteerde “plausibele” genocide van de 21ste eeuw richting de Palestijnen in Gaza. Als nazaat van zowel de Joodse als Armeense genocide vind ik de aangegeven gebeurtenissen ook getuigen van een medeplichtigheidscultuur door actief te weigeren een duidelijk moreel standpunt in te nemen. Voor mij betekent “nooit weer”: “nooit meer voor iedereen”. Ik verwerp dan ook de oproep van Halsema om op 4 mei “zacht” te zijn op dit onderwerp. Juist tegen genocide moeten we ons in de sterkste bewoordingen uitspreken. Niet voor niets werd als reactie op de hypocrisie van de Dodenherdenking dit jaar door een diverse groep burgers, waaronder Joodse en Palestijnse Amsterdammers, een alternatieve herdenking georganiseerd op 3 mei. Deze stond zowel stil bij de genocide in Gaza als de Joodse Holocaust. Als je “polarisatie” tegen wil gaan, moet je juist tegen alle genocides zijn, en niet de ene genocide boven de andere plaatsen. Juist bij een “plausibele” genocide is de urgentie het grootst om ons extra hard uit te spreken en direct over te gaan tot handelen, en dus niet 150 jaar gaan wachten en dan achteraf “sorry’ zeggen of naderhand een ritueel optuigen dat weigert lessen uit het verleden te implementeren in het heden. Het genocideverdrag is opgesteld om te voorkomen dat het zich herhaalt, niet om achteraf genocides te herdenken en stilzwijgend toe te kijken als het opnieuw dreigt te gebeuren. Laten we voorkomen dat het te laat is en men achteraf opnieuw gaat stellen “het niet geweten te hebben”.

Max de Ploeg