Niet corona, maar ongelijkheid doodt de meeste mensen

Ook corona treft ons in een context van ongelijkheid. Verschillen in levensverwachting tussen de hoogste en laagste inkomensgroepen liggen hier op zes tot zeven jaar en verschillen in gezonde levensjaren lopen zelfs op tot zestien jaar. Bijna de helft van de armste 65-plussers van Nederland rapporteert een slechte gezondheid – veel meer dan rijkere leeftijdsgenoten. Sinds de stijging van zorgkosten en het eigen risico zijn steeds meer Nederlanders zorg gaan mijden, en negeren zij om financiële redenen het advies van hun huisarts. Dit zijn vooral mensen met lagere inkomens, die al een lagere levensverwachting hebben. Dat is volgens de overheid hun eigen schuld (vanwege een “ongezonde levensstijl”) – die daarmee voorbij gaat aan de relatie tussen een ongezonde levensstijl en sociaal-economische omstandigheden als stressvol werk en gebrek aan geld of tijd om gezond te koken. Die ongelijkheid zal terugkomen in de dodencijfers van corona. Bij vrijwel alle relevante statistieken rond de epidemie zie je de extra risicofactoren voor corona: lagere inkomensgroepen hebben vaker obesitas of chronische ziekten, en leven vaker met meer mensen in een huis. Het hoge sterftecijfer in Italië wordt deels toegeschreven aan “de cultuur” waarin meerdere generaties samenwonen. Dat is deels inderdaad een cultureel gebruik; maar armoede speelt ook mee in de keuze om bij ouders en grootouders te blijven wonen.

Chris de Ploeg in Niet corona, maar ongelijkheid doodt de meeste mensen (Oneworld)