Over de documentaire “Verdacht” en de reactie daarop door politieman Max Daniel

Politieman Anis Raiss
Politieman Anis Raiss.

Ik schreef dit stuk aanvankelijk voor mijn vader, die zijn hele leven politieman is geweest (inmiddels is hij gepensioneerd). Radicaal-linkse activist zijn en een politieman als vader hebben levert soms interessante spanningsvelden op. Ik tipte mijn vader over de documentaire “Verdacht” en het artikel “Om politie is mijn zoon weg uit dit land” naar aanleiding daarvan. Hij stuurde mij vervolgens het NRC-artikel “De politie maakt fouten, maar is niet racistisch” van Max Daniel, hoofd operaties Politie Noord Nederland. Mijn vader gaf aan dat er in politiekringen aan alle kanten loftrompetten werden gestoken over dat stuk. Ik begon aan een reactie per WhatsApp, maar had er iets meer over te zeggen dan in een appje past.

Jaren geleden reden mijn vriend en ik op onze scooter tussen Rotterdam en Capelle aan den IJssel. We hielden ons aan de maximumsnelheid, we reden waar we hoorden te rijden (toen nog op het fietspad) en er was verder niets bijzonders aan de hand. Plotseling schoot er een motoragent het fietspad op. Hij zette ons aan de kant en eiste onze papieren. Hij weigerde te vertellen waarom hij ons staande had gehouden en hij gedroeg zich uitermate onprettig en autoritair. Nadat wij hadden voldaan aan het verzoek dat hij weigerde toe te lichten, vervolgde hij zijn weg. De enige conclusie die wij aan zijn vreemde gedrag konden verbinden, is dat hij ons stopte omdat hij daar zin in had en omdat hij die macht had.

Zo’n voorval doet iets met je gevoel voor rechtvaardigheid. Het is inmiddels, denk ik, een jaar of zeven geleden, maar ik kan er nog altijd pissig om worden als ik eraan terugdenk.

Mijn negatieve ervaringen met de politie zijn op één hand te tellen, ondanks dat ik een radicaal-linkse activist ben. Niet alleen dat – wij zijn al meer dan eens zogenaamde 100%-controles (al dan niet te hard) voorbij gereden op onze scooter zónder te worden gestopt. Ook rollerbankcontroles rijden wij al jaren ongeschonden voorbij, ondanks dat onze scooter aanzienlijk harder kan dan is toegestaan. Ik weet precies waarom wij steeds weer buiten schot blijven – we zijn beiden wit.

De documentaire

De verhalen in de documentaire verbazen mij niet, want ik ken ze al lang. Ik hoor ze soms uit de eerste hand van mede-activisten. Ik lees ze op social media. Ik zie ze in schokkerige filmpjes. De Marokkaanse jongen die op weg naar school vrijwel elke dag zijn ID-bewijs moest laten zien aan dezelfde agent, ondanks dat hij te jong was voor de ID-plicht. De Marokkaanse jongens die in het tv-programma “De mama’s van halal” vertelden dat de politie hen elke keer weer lastig viel als zij gewoon op een bankje op het plein zaten te chillen met hun vrienden – en de betreurenswaardige invloed die dat had op hun eigenwaarde. De zwarte activist die urenlang de cel in ging, terwijl hij wérd aangevallen door agressieve hooligans die onder andere met vuurwerk gooiden. De zwarte man die op nog geen kilometer van mijn huis met buitenproportioneel geweld door een stuk of vijf agenten in elkaar werd geslagen, omdat hij het waagde om een ‘brutale’ opmerking te maken over de manier waarop de politie met hoge snelheid de stoep op scheurde (terwijl er, zo bleek later, géén sprake was van een heterdaad zoals de politie aanvankelijk stelde).

Als activisten spelen we hier bij protesten op in. We zorgen dat witte mensen zoveel mogelijk een beschermende linie vormen tussen de politie en activisten van kleur. Het zijn immers steeds weer de activisten van kleur die de hardste klappen te verduren krijgen als het tot een confrontatie komt. Zie onder andere de diverse filmpjes van de uitzonderlijk gewelddadige arrestaties van mensen als Jerry Afriyie en Quinsy Gario. Vooral de beelden van Afriyie die in 2016 door een ogenschijnlijk gretige politieman vol in zijn gezicht wordt gestompt terwijl hij uit een bus wordt getrokken staan op mijn netvlies gebrand. Onnodig, buitenproportioneel, kwaadaardig (de massa-arrestatie van dat jaar bleek achteraf onrechtmatig).

Voordat “Verdacht” op de publieke omroep werd uitgezonden, vonden er voorvertoningen plaats. Bij die voorvertoningen werd steeds het plaatselijke politiekorps uitgenodigd om aanwezig te zijn. Soms kwamen er meerdere agenten, soms kwam er niemand. Opvallend is dat er in Den Haag geen enkele agent naar de voorvertoning kwam, terwijl het korps Den Haag nogal een reputatie heeft als het om racistisch handelen gaat (Den Haag is ook de stad waar twee ongewapende zwarte mannen door de politie werden gedood: Rishi Chandrikasing en Mitch Henriquez).

De reactie van de politie

Nadat de documentaire op de publieke zender werd uitgezonden, verscheen in het NRC het stuk van Max Daniel. De kop boven het stuk: “De politie maakt fouten, maar is niet racistisch”. Hoewel Daniel zelf niet wit is, vertoont hij een klassieke witte reflex die je in het racismedebat steeds weer ziet. Racist(isch) genoemd worden lijkt erger te zijn dan racisme zelf. Wat in de documentaire te zien is, is “schrijnend”, maar ondanks dat we zulke verhalen nu al jaren horen, mogen we onder geen beding concluderen dat de politie racistisch is.

Daniel lijkt daarbij uit te gaan van de onjuiste premisse dat racisme kwade opzet vereist. Dat je niet racistisch kunt zijn als je dat niet wilt. Dat alleen mensen die expliciet aangeven dat zij een hekel aan zwarte mensen hebben racistisch zijn. Dat een organisatie alleen racistisch kan zijn als dat expliciet beleid is. Dat je pas een racist bent als je bij wijze van spreken met een witte puntmuts op een kruis in de fik steekt.

Hoewel ik er geen moment aan twijfel dat er veel te veel expliciete racisten bij de politie werken (zie onder andere het Zwartboek Discriminatie, de zaak Anis Raiss, zorgwekkende signalen omtrent het stemgedrag van agenten), is dat niet het grootste probleem. Expliciete racisten zijn niet moeilijk op te sporen en racistische uitlatingen en gedragingen zouden reden genoeg moeten zijn om iemand te ontslaan.

Implicit bias (onbewuste vooroordelen)

Het grootste probleem zit ‘m in de onbewuste vooroordelen die wij allemaal hebben (doe de IAT-test als je me niet gelooft) en waar we naar handelen zonder ons daarvan bewust te zijn. Die onbewuste vooroordelen en de handelingen die eruit voortkomen, houden allerlei vormen van ongelijkheid in stand. Ze zorgen ervoor dat iemand met de achternaam El Morabit minder kans heeft om te worden uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek dan iemand met de achternaam Van Keulen, ook als beide personen even gekwalificeerd zijn of zelfs als beiden dezelfde persoon zijn of als Van Keulen een strafblad heeft (!). Ze zorgen ervoor dat een orkest dat voorheen grotendeels uit mannen bestond na het invoeren van geanonimiseerde audities ineens wél 50 procent vrouwen aannneemt. Ze zorgen ervoor dat zowel witte als zwarte jonge kinderen vaker de zwarte dan de witte pop als de stoute pop aanmerken als je ze vraagt welke van de twee poppen stout is.

Dat racistisch handelen in veel gevallen geen kwade opzet is, maakt het niet minder schadelijk. Voor de sollicitant die niet wordt aangenomen, maakt het niks uit of degene met wie hij een gesprek voerde hem niet aannam omdat ze een expliciete racist is of omdat ze handelde op basis van onbewuste vooroordelen. Klappen van een agent doen niet minder pijn als de agent die ze uitdeelt zich niet bewust is van het feit dat hij eerder geneigd is om te gaan slaan als hij een zwarte persoon tegenover zich heeft. Om de haverklap staande gehouden worden vanwege je “te dure” auto is niet minder storend als de agent denkt dat hij dat met goede redenen doet.

Citaten uit het stuk van Daniel en mijn reactie daarop

“Overigens weet ik uit eigen ervaring dat een staandehouding als je zelf diender bent, vervelend voelt.”

Deze uitspraak suggereert dat het voor mensen die geen diender zijn, niet of minder vervelend is om staande te worden gehouden. Ik denk dat het tegenovergestelde eerder waar is. Als diender ken je namelijk de regels van het spel en spreek je de taal van degene die je aanhoudt. De kans dat het verkeerd afloopt, is daardoor erg klein (al laat de zaak van Raiss zien dat het zeker geen garantie geeft op een menselijke behandeling).

“Natuurlijk weet ik dat mijn huidskleur een rol heeft gespeeld, maar ik heb (in Nederland) nog niet het gevoel gehad dat de betreffende collega’s ‘fout’ zouden zijn.”

Wie zegt dit? Dit wordt nergens in de documentaire gesteld of zelfs maar gesuggereerd. De docu laat een aantal mensen aan het woord over hun ervaringen met de politie en die ervaringen zijn (in sommige gevallen structureel) negatief. Waarom voelt Daniel de noodzaak om een stroman aan te vallen, en vooral: waarom leidt hij de aandacht af van waar het om gaat, namelijk dat er agenten zijn die wel degelijk hele foute dingen doen. De vraag of die betreffende agenten fout zíjn is een hele andere. Is Daniel werkelijk zo simplistisch dat hij denkt dat agenten die foute dingen dóen meteen ook helemaal fout zíjn? Weet hij zo weinig van de menselijke geschiedenis dat hij zich niet realiseert dat mensen met de beste bedoelingen de vreselijkste dingen doen? Denkt hij dat er geen foute agenten bestaan? Dat het politie-apparaat een soort racisme-vrij walhalla is?

“Mijn beide zonen zijn regelmatig staande gehouden wanneer zij op weg naar de sportschool, gekleed in een trainingspak, in de auto van mijn echtgenote reden. Dat irriteerde hen. Ik begreep het wel. Een donkere twintiger in een BMW cabrio met de tenaamstelling “De Boer”. Als diender zou ik ook willen weten wie er in die auto rijdt. Mijn uitleg verminderde de irritatie bij mijn zoons niet.”

Nee, natuurlijk niet. Het rechtvaardigheidsgevoel van zijn zoons wordt namelijk aangetast door zo’n staandehouding en dat is ingrijpend, zeker als het vaker gebeurt. Daniel kan dit wel willen rationaliseren door te bedenken waarom zijn collega’s zijn zoons regelmatig staande houden, maar hij weet net zo goed als ik dat een wit iemand in een auto op naam van Malik, veel minder kans heeft om staande te worden gehouden dan iemand van kleur in een auto op naam van De Boer. De zoons van Daniel worden etnisch geprofileerd en etnisch profileren is per definitie racistisch omdat er geen causaal verband bestaat tussen etniciteit en criminaliteit. Het is ook ineffectief, want de tijd die wordt verspild aan het staande houden en onderzoeken van mensen die niets verkeerds hebben gedaan, is verloren tijd. Het voornaamste effect van etnisch profileren is dat de pakkans voor mensen van kleur groter wordt, niet dat er meer criminelen gepakt worden. Etniciteit is geen voorspeller van criminaliteit.

“Terug naar de documentaire. De programmamaker schetst naar mijn gevoel een beeld van een foute en onbetrouwbare politieorganisatie.”

Ik vind dit een bijzondere conclusie. Het enige dat de documentaire doet, is een aantal mensen aan het woord laten die negatieve ervaringen met de politie hebben, waaronder een actieve politieman (die daarmee een nauwelijks te overschatten risico neemt) en een voormalig politieman (die nu met PTSS thuis zit door wat hem werd aangedaan door ‘collega’s’). Als dat een beeld schetst van een “foute en onbetrouwbare politieorganisatie”, dan lijkt dat me reden om daar als de wiedeweerga iets aan te gaan doen. Of wil Daniel suggereren dat de mensen in de documentaire niet betrouwbaar zijn? En dat Nederlanders van kleur en organisaties als Controle Alt Delete en zwarte agenten die deze issues nu al jaren aankaarten, allemaal sterk overdrijven? Je kunt niet blijven beweren dat het om incidenten gaat als er mensen zijn die letterlijk elke week staande worden gehouden.

“Ik had graag ook collega’s aan het woord gezien die vertelden hoe zij te werk gaan. Want dat geeft je de mogelijkheid om te begrijpen waarom ze doen wat ze doen, waarvoor je overigens geen begrip hoeft te hebben.”

Waarom kruipt Daniel hier zo in de slachtofferrol? Is het voor de politie doorgaans erg moeilijk om haar eigen zienswijze voor het voetlicht te brengen? Persberichten vanuit de politie worden door de meeste media in Nederland één op één overgenomen. Na elk filmpje van buitenproportioneel politiegeweld, staat de volgende dag het persbericht gewoon in de krant en mag de politie uitgebreid uit de doeken doen waarom het handelen heus gerechtvaardigd was.

Daniel vertegenwoordigt een organisatie met een geweldsmonopolie. Het zou hem passen om niet te doen alsof hij de onderliggende partij is. Zelfs juridisch gezien heeft het woord van een agent meer waarde dan dat van een willekeurige burger.

Ik kan me niet heugen ooit een politiewoordvoerder iets te hebben horen zeggen als “Ja, we hebben hier als politie gefaald. Dit was buitenproportioneel en onnodig en we hadden dit niet mogen doen”. Ook krijgen slachtoffers van onterecht politiegeweld (zoals de man die blijvend letsel overhield aan een taser of de 73-jarige verpleeghuisbewoner die werd getaserd terwijl dat in zo’n instelling helemaal niet mag) vaak veel te laat of helemaal geen excuses. In de zaak Henriquez is er zelfs een niet-bestaand syndroom verzonnen om de agenten die Henriquez doodden, vrij te pleiten.

Als je zegt het beter te willen doen, dan is dat alleen geloofwaardig als je ook de hand in eigen boezem steekt wanneer het overduidelijk fout gaat, en als je agenten die de fout in gaan niet tot in het absurde de hand boven het hoofd blijft houden.

De essentie van het probleem hier is niet waarom agenten doen wat ze doen. Wij wéten wel dat ze plausibele redenen kunnen opvoeren waarom ze doen wat ze doen. Wij wéten wel dat vermoedelijk geen van de betrokken agenten in de verhalen uit de documentaire zichzelf racist zou noemen. Wij wéten wel dat de betrokken agenten waarschijnlijk helemaal geen hekel aan zwarte mensen hebben. Wij wéten wel dat de betrokken agenten vermoedelijk oprecht denken dat ze correct hebben gehandeld. Daar gaat het niet om. Waar het om gaat, is dat agenten die zichzelf geen racist noemen, die geen hekel hebben aan zwarte mensen, tóch racistische dingen doen. Dat het systeem van het politie-apparaat, dat volgens Daniel niet racistisch is, racistische uitkomsten genereert waarbij er een hele groep mensen is voor wie het min of meer routine is geworden om staande gehouden te worden.

Een systeem dat racistische uitkomsten genereert, is racistisch. Om racistische uitkomsten te genereren, is het niet nodig dat de deelnemers aan het systeem expliciet racistisch zijn. Het is al voldoende om onwetend te zijn over de eigen onbewuste vooroordelen, of om onverschillig te zijn. Totdat de politie erkent dat hun systeem racisme in stand houdt, zal er niets veranderen. Of die instandhouding al dan niet met kwade opzet gebeurt, maakt voor de slachtoffers ervan helemaal niets uit.

“In reacties en publicaties op de documentaire wordt een beeld opgeroepen van een racistische organisatie. En daarmee doe je mij en duizenden van mijn collega’s onrecht.”

Het is geen “onrecht” om racistisch te worden genoemd. Het is onrecht om slachtoffer te zijn van racisme. Daniel maakt zich bozer om het feit dat zijn organisatie racistisch wordt genoemd, dan om het feit dat er een hele groep mensen is die door racistisch handelen van agenten traumatische ervaringen opdoet. Raiss zit nog altijd thuis en heeft PTSS. Degene die hem onrecht aandeed, kreeg slechts een berisping, maar die werd uiteindelijk weer ingetrokken (!).

Als de politie af wil van het beeld van een racistische organisatie, dan moet de politie de blik naar binnen toe richten en werk maken van een organisatie die niet slechts “niet racistisch”, maar “anti-racistisch” is. Dan moeten onbewuste vooroordelen bewust gemaakt worden. Dan moet een signaal als het eerder genoemde zwartboek (dat niet het eerste en naar ik vrees ook niet het laatste was) vergaande maatregelen tot gevolg hebben. Dan moet kwalitatief onderzoek als dat van Sinan Çankaya, vergaande maatregelen tot gevolg hebben.

“Het beeld dat deze documentaire bij mij oproept is een oproep tot polarisatie. De documentaire brengt partijen niet tot elkaar maar roept op tot verdeling. Een verdeling die onze hele samenleving dreigt te polariseren.”

Ik begin me bijna af te vragen of Daniel een andere documentaire heeft gezien dan ik. Een oproep tot polarisatie? Hoe dan? Een oproep tot verdeling? Hoe dan? Ik begrijp oprecht niet waar hij dit vandaan haalt. De documentaire roept nergens toe op. De documentaire registreert een aantal zeer pijnlijke ervaringen van mensen van kleur met het Nederlandse politie-apparaat.

“Voorstanders van Zwarte Piet kunnen gewoon voorstanders van Zwarte Piet zijn en niet automatisch racisten.”

Daniel hanteert hier een frame dat tot in den treure wordt gehanteerd door mensen die het verzet tegen Zwarte Piet onzin vinden. Anti-racisten zeggen dat Zwarte Piet racistisch is, níet dat mensen die Zwarte Piet leuk vinden – of ooit hebben gevonden – per definitie racisten zijn. Weer gaat Daniel uit van de onjuiste premisse dat voor racisme kwade opzet noodzakelijk is.

Met het hanteren van dit frame doet Daniel alsof er geen verschil bestaat tussen een gebrúik als racistisch betitelen en ménsen tot racisten benoemen. Dat verschil is er wel en dat verschil wordt door anti-racisten met schier eindeloos geduld steeds weer opnieuw uitgelegd.

Ik heb als kind met veel plezier Sinterklaas gevierd, mét Zwarte Piet. Was ik een racist toen ik zes was? Neuh. Heb ik bij het zien van een Surinaamse man wel eens geroepen “Kijk mama, een échte Zwarte Piet!”? Ja. Heb ik daarmee, zonder het te willen en zonder het te weten, iemand racistisch bejegend? Zonder enige twijfel. Heeft het nut om me daar schuldig over te gaan voelen en vraagt iemand dat ooit van mij? Nee. Drie hoeraatjes voor voortschrijdend inzicht.

Het verschil tussen Daniel en mij is dat ik het geen enkel probleem vind als iemand mij (of de organisatie waar ik voor werk) racistisch noemt of mij wijst op racistisch handelen. Ik weet dat ik racistisch ben, net als ieder ander die in deze maatschappij is opgegroeid. Ik ben een aantal jaar geleden gaan luisteren naar de stemmen van zwarte mensen en heb me daardoor langzaam maar zeker gerealiseerd hoeveel onbewuste vooroordelen ik zelf had over zwarte mensen, maar ook hóe vaak zwarte mensen met subtiel en minder subtiel racisme worden geconfronteerd. Het onrecht zit hem er niet in dat anderen ons racistisch noemen, het onrecht zit hem erin dat er in 2018 nog steeds overal racisme bestaat en dat wij collectief weigeren om onze eigen vooroordelen op te zoeken en uit te schakelen. We vermijden het ongemak, maar dat ongemak is noodzakelijk.

“Politiemensen kunnen profileren tijdens hun werk, ook op uiterlijk, en dat maakt van hen nog geen racisten.”

Wederom, je hoeft geen racist te zijn om racisme te reproduceren. Het is verschrikkelijk vermoeiend dat dit in het debat over racisme steeds weer opnieuw moet worden uitgelegd, ondanks de bergen wetenschappelijk onderzoek die steeds weer laten zien hoeveel ongelijkheid er nog is tussen witte mensen en mensen van kleur. Een samenleving vol met mensen die allemaal geen racisten zijn, maar die tóch racisme reproduceert.

Ik vroeg een collega eens of hij zich ervan bewust was dat hij bij vrijwel elk verhaal dat hij over een klant vertelde, de etniciteit van die klant erbij vermeldde. Behálve als die klant een witte Nederlander was. Mijn collega werd zo boos dat hij wegliep en mij blokkeerde op alle sociale media. Maar daarna heb ik het hem nog zelden zien doen. Bewustwording van vooroordelen is niet leuk, maar wel noodzakelijk als je een eind wilt maken aan het reproduceren van racisme.

“Ik zou het niet 42 jaar hebben kunnen volhouden in een dergelijke werkomgeving en met trots vertellen politieman te zijn.”

Max Daniel weet net zo goed als ik dat er agenten vertrekken die het níet volhouden, onder andere vanwege racisme (vlak ook seksisme en homofobie niet uit). Ik ken een zwarte ex-agent die om die reden is vertrokken en ik ken ook een actieve zwarte agent die ertegen strijdt en daarin behoorlijk alleen staat (en regelmatig wordt uitgekotst door zijn collega’s).

Daniel heeft het over inlevingsvermogen, en dat het daaraan misschien soms ontbreekt bij de politie. Maar dit probleem heeft niets met inlevingsvermogen te maken. Meer inlevingsvermogen helpt niet tegen onbewuste vooroordelen. Meer luisteren naar mensen die aan de ontvangende kant van racisme zitten helpt wel. Meer kennis over wat racisme is en hoe het werkt en in stand wordt gehouden, helpt ook. Ik zou Max Daniel willen aanraden om “Witte onschuld” van Gloria Wekker te lezen.

Een radicaal-linkse dochter van een politieman