Verenigd Koninkrijk: arbeidsmigranten in landbouw- en voedselindustrie organiseren zichzelf

Paprika’s sorteren. (Foto: Bob Nichols op Flickr/CC BY 2.0 Deed, niets veranderd.)

Het onrechtvaardige wereldvoedselsysteem wordt in stand gehouden door handelsovereenkomsten die in het belang zijn van de grote multinationale tussenhandelaren en supermarktketens van het mondiale noorden. De lage prijzen in supermarkten zijn ook het resultaat van de karige lonen die kleine boeren en landarbeiders in het zuiden van de wereld ontvangen. Behoeftige arbeiders en kleine boeren uit arme landen die naar de rijke landen in het noorden migreren, krijgen vervolgens ook daar te maken met uitbuiting als landarbeider in tuinbouwbedrijven of boomgaarden of als werker in de voedingsindustrie. Het is als het ware een herhaling van de uitbuiting die zij in hun eigen land al hebben ondervonden. Maar in Groot-Brittannië binden arbeiders via een nieuwe aanpak van vakbondsacties met succes de strijd aan.

In de EU komt meer dan een derde van de groenten en bijna de helft van het fruit van arbeidsintensieve tuinbouwbedrijven en boomgaarden in Italië en Spanje, die gretig gebruik maken van zwaar onderbetaalde seizoenarbeiders en buitenlandse arbeiders, meestal uit het zuiden van de wereld, die vaak geen verblijfsvergunning hebben en weinig wettelijke rechten. Groot-Brittannië gebruikt zijn Brexit-handelsovereenkomsten met verschillende armere landen, zoals bijvoorbeeld die met Marokko in 2019, om aan goedkoop groente en fruit te komen.

Daarnaast komen de meeste werkers in arbeidsintensieve Britse bedrijven, zoals bijvoorbeeld in de tuinbouw en vleesverwerking, uit het buitenland. Zij zijn het slachtoffer van deregulering, vooral in Engeland en in mindere mate in Schotland en Wales. Sinds de afschaffing van de Engelse Agricultural Wages Board (Raad voor Landbouwlonen) in 2013, is de uitbuiting van buitenlandse arbeiders daar verder toegenomen. Buitenlandse werkers vormen de ruggengraat van de Britse voedselvoorziening en zonder hen zou het voedselsysteem zo goed als instorten, maar zij krijgen niet het respect en de waardering die zij verdienen.

De Universiteit van Nottingham interviewde bijna vijfhonderd Bulgaarse en Roemeense werkers in de Britse levensmiddelenindustrie. Het bleek dat buitenlandse arbeiders te maken hebben met mishandeling, uitbuiting en schulden. Bijna een vijfde van de ondervraagden meldde dat ze emotioneel mishandeld of bedreigd werden op het werk, en elf procent zei dat ze geen loonstrookjes of arbeidscontract hadden gekregen. Een op de tien kreeg minder betaald dan het minimumloon, terwijl zeven procent aangaf dat ze geen vakantie mochten opnemen en geen vakantiegeld kregen. Een op de tien moest een vergoeding betalen aan een uitzendbureau of baas om een baan te krijgen, hoewel dat verboden is in Groot-Brittannië. Verder denken de onderzoekers dat buitenlandse arbeiders ervoor terugschrikken om uitbuiting te rapporteren, zodat de werkelijke aantallen misschien nog veel hoger zijn.

Werkers organiseren in een kippenslachterij

De Britse vakbond Unite organiseert al jaren buitenlandse werkers in de Britse landbouw- en voedselsector. Dat ging tot nu toe best moeizaam, omdat het vaak om tijdelijk werk gaat. Maar nu heeft de bond een manier van organiseren gevonden die goed werkt. De fabriek van de 2 Sisters Food Group in Sandycroft, Wales, is een van de grootste kippenslachterijen in Groot-Brittannië. Hoewel het bedrijf de vakbond Unite al vele jaren geleden officieel erkend heeft, was het een hele toer om genoeg leden te werven om veel invloed te hebben. Dat komt volgens vakbondsmedewerker Brian Troake omdat het verloop enorm groot is. “Soms beginnen mensen om acht uur ’s ochtends als nieuwe werker en stoppen er om half negen alweer mee. Het werk is lichamelijk zo enorm zwaar, de lonen zo laag en de behandeling door de bedrijfsleiding zo slecht.”

Wat het probleem voor de vakbond nog groter maakt, is dat er niet één taalbarrière is, maar tientallen. Er zijn werknemers van 32 verschillende nationaliteiten op het 2 Sisters slachthuis in Sandycroft, en er worden bijna net zoveel verschillende talen gesproken. Volgens het onderzoek van de Universiteit van Nottingham verklaarde 41 procent van de ondervraagde buitenlandse arbeiders dat taal de belangrijkste barrière was om problemen op de werkplek aan de orde te stellen.

Nadat Brian en zijn collega’s jarenlang tevergeefs hadden geprobeerd om voldoende arbeiders lid te maken van de bond, besloten ze een nieuwe aanpak te kiezen, die verbazingwekkende resultaten opleverde: zeshonderd nieuwe leden in achttien maanden. Ze begonnen met het in kaart brengen van alle problemen, en benaderden vervolgens degenen die naar hun idee een soort leider waren in hun gemeenschap.

De actiefste vakbondsman van Unite bij 2 Sisters Sandycroft is David Imre. Hij speelt een cruciale rol bij het organiseren en mobiliseren van de arbeiders. David komt oorspronkelijk uit Roemenië, maar verhuisde in 2016 naar Groot-Brittannië en sloot zich in 2019 aan bij Unite. Sindsdien is hij opgeklommen van gewoon vakbondslid tot Unite vertegenwoordiger bij het bedrijf en heeft hij in zijn eentje honderden leden geworven. David noemt het werven van 89 leden op één dag zijn “meest trotse moment”.

Wat is het geheim van zijn succes? “Je moet naar mensen luisteren”, legt David uit. “Ook als ze je vertellen over hun persoonlijke leven buiten het werk. Zo bouw je vertrouwen op. Mensen moeten weten dat je echt om ze geeft.” De vakbond speelt een belangrijke rol bij het ondersteunen van arbeiders en hun gezinnen en bij het aanpakken van de problemen en behoeften die zij naar voren brengen. David spreekt vijf talen en dat is van onschatbare waarde op deze plek, waar tachtig procent van de mensen buitenlander is. “Vooral als mensen boos, bang of emotioneel zijn, is het moeilijk voor ze om zich in een tweede taal uit te drukken”, merkt David op. “We moeten met hen kunnen praten in hun moedertaal.”

Loonsverhoging

Met aantallen komt macht, en vakbondsleden bij 2 Sisters Sandycroft begonnen te begrijpen hoeveel druk ze konden uitoefenen als ze de handen ineensloegen. In 2020, op het hoogtepunt van de coronapandemie, hield het management voet bij stuk toen het personeel betere gezondheids- en veiligheidsmaatregelen eiste. Maar dankzij het toegenomen aantal leden en de vasthoudendheid van David en zijn team gaf het management toe.

En in 2021 zorgden de vakbondsleden voor een ongekend loonakkoord, waarbij de laagstbetaalde arbeiders – veertig procent van het personeel – hun loon met 6,4 procent zagen stijgen, in een tijd waarin de inflatie rond de twee procent lag. Deze loonsverhoging bracht hun loon voor het eerst in de geschiedenis van de slachterij boven het feitelijke bestaansminimum. De arbeiders die handmatig uitbenen, ongeveer een vijfde van het personeel, zagen hun loon met meer dan tien procent omhoogschieten, terwijl de werkers die doden en ophangen een loonsverhoging van 7,7 procent kregen. Bovendien kreeg iedereen een extra vakantiedag.

“Omdat we nu zo sterk staan met honderden extra leden, was het vorig jaar niet zozeer een verzoek om loonsverhoging, maar een looneis“, legt Brian uit. “Het heeft mensen echt gesterkt en geïnspireerd, mijzelf ook. Het gebeurt niet vaak dat je zo’n sterke onderhandelingspositie hebt.” Brian zei dat hij dit succes graag wil herhalen in andere voedselverwerkende fabrieken in Groot-Brittannië, en David heeft goede hoop dat dit ook echt zal gebeuren, zolang de vakbond maar luistert naar wat de arbeidsmigranten te zeggen hebben. “Het vinden van geschikte migrantenvertegenwoordigers zou voorop moeten staan, omdat ze de buitenlandse arbeiders echt kunnen begrijpen. Stel je eens voor: je komt uit een vreemd land, je spreekt de taal niet, je wordt vaak slecht behandeld op het werk en in de maatschappij. Deze mensen kunnen nergens heen en hebben niemand tot wie ze zich kunnen wenden. We moeten ze helpen.”

Volgens David zouden alle landarbeiders en werkers in de voedingsindustrie lid moeten worden van een vakbond. “Met hoe meer we zijn, hoe meer macht we hebben om grote veranderingen op onze werkplekken voor elkaar te krijgen. Als er een probleem is, kunnen we het oplossen, maar dat kan alleen als we met genoeg zijn om te laten zien hoe krachtig wij zijn. We hebben bewezen dat het werkt.”

De sleutel tot succes

Het organiseren van buitenlandse arbeiders is in de Britse voedingsindustrie nog belangrijker geworden sinds de regering na Brexit een visumregeling voor seizoensarbeiders heeft ingevoerd, die buitenlandse werkers kwetsbaarder maakt voor uitbuiting. Terwijl werkers uit EU-landen voorheen naar Groot-Brittannië konden komen zonder speciale vergunning, is de visumregeling voor hen nu gekoppeld aan een bepaalde baan. Als een arbeider zijn werk verliest, vervalt zijn verblijfsvergunning. Daardoor zijn werkers minder geneigd om misbruik of uitbuiting te melden, uit angst om ontslagen te worden.

In 2022 onthulde een gezamenlijk onderzoek van The Guardian en het Bureau of Investigative Journalism (Onderzoeksjournalisten Bureau) hoe fruitplukkers uit Nepal voor een visum voor seizoensarbeid op Britse boerderijen in strijd met de wet duizenden ponden moesten betalen aan koppelbazen. Uit het onderzoek kwam naar voren hoe de Britse overheidsinstantie die belast is met het verlenen van arbeidsvergunningen aan koppelbazen en het beschermen van kwetsbare arbeiders, niet over voldoende geld beschikt om de toenemende uitbuiting door de nieuwe visum regels aan te pakken.

In 2021 kondigde de Britse regering een uitbreiding aan van het visumbeleid, als onderdeel van haar nationale voedselstrategie, maar nam men niet de moeite om Unite of een andere vakbond te raadplegen. Terwijl Unite meer dan 100.000 arbeiders in de voedsel-, drank- en landbouwsector vertegenwoordigt. Unite wijst erop dat zonder extra financiering voor de handhaving van arbeidsrechten en wijzigingen in de visumregeling om buitenlandse werkers beter te beschermen, elke uitbreiding van de regeling zal leiden tot verlaging van de lonen en verslechtering van de arbeidsomstandigheden in een sector die al kampt met veel te lage lonen en veel te veel uitbuiting.

De Britse regering blijft weinig belangstelling tonen voor het lot van de arbeidsmigranten, hoewel het hele Britse voedselsysteem afhankelijk is van juist hun inspanningen. Daarom is Unite ervan overtuigd dat vakbonden en andere basisorganisaties buitenlandse werkers rechtstreeks moeten betrekken bij het verbeteren van lonen en arbeidsomstandigheden. De zaak van de 2 Sisters in Sandycroft laat zien dat deze aanpak werkt. Arbeidsmigranten die zelf acties organiseren en hun mede-arbeiders erbij betrekken, dat was de sleutel tot succes.

Max Ajl en Sabrina Espeleta

Dit artikel is hoofdstuk tien uit het rapport “Profiting from Hunger – Popular resistance to corporate food systems” van War on Want, december 2022. Vertaling en bewerking: Jan Paul Smit.