Witte de With past niet meer in ons straatje

De “Ja, maar daar… daar is het pas écht racistisch/koloniaal et cetera!”-reflex is er een waarvan menig medewerker van een van de eurocentrische kennisinstituten in Nederland hoopt dat het de eigen verantwoordelijkheidsangst een beetje sust. Het is het resultaat van een onderwijssysteem dat Nederlanders en de Nederlandse diaspora angstvallig buiten de kaders van monsterlijkheden probeert te houden. “Ik kan me niet voorstellen dat zoiets nog gewoon in Kaapstad staat”, stelde een medewerker van het Rijksmuseum tijdens het welkomstwoord voorafgaand aan een rondleiding door de tentoonstelling “De Goede Hoop” over Nederland en Zuid-Afrika. Ze doelde op het standbeeld van Jan van Riebeeck. Deze Nederlander speelde een cruciale rol in de koloniale terreur die eurocentrische geschiedenisboeken en de daarop leunende kennisinstituten eufemistisch “de ontdekking van Zuid-Afrika” noemen. Wat haar verbazing zo typisch Nederlands maakt, is het feit dat het Rijksmuseum slechts enkele tramhaltes verwijderd is van de Jan van Riebeekstraat. Inderdaad, in de Amsterdamse spelling van zijn naam ontbreekt een -c, maar dat het om dezelfde persoon gaat, moge duidelijk zijn.

Simone Zeefuik in Witte de With past niet meer in ons straatje (oneworld)