Zelfs het maken van excuses voor het slavernijverleden gaat een deel van de Hoornse gemeenteraad al te ver

Voorzijde van de flyer die We Promise uitdeelde bij de “dialoogavond” van 6 september.

Na de “dialoogavond” van vorige week vond er gisteravond in het stadhuis van Hoorn een vergadering van de gemeenteraadscommissie plaats naar aanleiding van het recente onderzoeksrapport over het slavernijverleden van Hoorn. Er waren vijf mensen, onder meer van We Promise, die de mogelijkheid aangrepen om een inspreekreactie te geven. Zij maakten flinke indruk met hun speeches van onderop en vanuit een dekoloniaal perspectief.

Onderhuids was het tijdens de raadsvergadering goed te merken dat de dekoloniseringsbeweging, die werd en wordt gedragen door mensen van kleur, de laatste twintig jaar flink aan invloed heeft gewonnen. Dat heeft onder meer geresulteerd in excuses voor het slavernijverleden van de kant van premier Mark Rutte en koning Willem-Alexander. En dat heeft bij witte mensen geleid tot het besef dat er blijkbaar iets is veranderd in wat “normaal” zou zijn in de roofstaat aan de Noordzee. Zoals we de laatste jaren een kentering zien in de publieke opinie over de racistische karikatuur Zwarte Piet, zo treedt er ook een verschuiving op in de omgang met het slavernijverleden en de doorwerking daarvan in het heden. Uiteraard gaat het bij witte mensen om een uiterst kwetsbaar proces, met vallen en opstaan, met opportunisme en paternalisme, met witte onschuld en superioriteitsgevoelens. Maar de aandacht voor het slavernijverleden neemt ontegenzeggelijk toe, in de openbare ruimte, in musea, in de culturele sector, in de media, in de wetenschap, en nu dus ook in de gemeenteraad van Hoorn.

Steen des aanstoots

De Hoornse raadsleden hadden in het onderzoeksrapport kunnen lezen dat Hoorn indertijd tot aan zijn nek in de slavernij zat. Daarbij speelde het stadsbestuur een hoofdrol. Schoorvoetend, behoedzaam en bij tijd en wijle laf probeerde de witte meerderheid van de raadscommissie gisteravond een omgang te vinden met de conclusies van het rapport. Ze wisten allemaal al dat het niet pluis was in de koloniale tijd, maar de onderzoeksresultaten lagen nu wel heel erg zichtbaar op tafel. Onder tafel vegen kon niet meer. En Hoorn “de stad van de Gouden Eeuw” noemen, zoals men vroeger had gedaan, dat kon met goed fatsoen ook niet meer. En het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen, ja, ook dat werd steeds meer een steen des aanstoots. Ze zaten te zweten en te puffen, die witte raadsleden.

Hun ongemak bleek ook toen het zwarte GroenLinks-raadslid Stephan Lallhit indringend pleitte voor het maken van excuses voor het Hoornse slavernijverleden door het huidige stadsbestuur. Het vroegere stadsbestuur is verantwoordelijk geweest voor het tot slaaf maken van zeker 16.000 mensen. Voor Lallhit was het dan ook vanzelfsprekend en noodzakelijk dat het huidige stadsbestuur volmondig zou erkennen dat hun collega’s indertijd fout en onmenselijk hadden gehandeld. Dat sorry zeggen zag hij als een allereerste stap in het proces van erkenning, heling en herstel.

Motie

Maar dat ging sommige witte raadsleden al te ver. Nu Rutte en de koning 150 jaar na de afschaffing van de slavernij eindelijk een keer excuses hadden gemaakt, vonden ze het “niet nodig” dat het Hoornse stadsbestuur dat ook nog eens zou gaan doen. Je hoorde hen denken: “Ja, hallo, we blijven niet bezig”. Gelukkig toonden andere raadsleden wel wat respect en kreeg Lallhit steun van in elk geval D66 en de ChristenUnie. De GroenLinkser leek al bezig met het tellen van het aantal medestanders om na te gaan of hij een raadsmeerderheid zou kunnen halen voor het maken van excuses, als hij daartoe bij een andere raadsvergadering een motie zou gaan indienen. Want een meerderheid van de raad achter je krijgen voor de allereerste stap in een langdurig en verstrekkend dekoloniseringsproces lijkt al kantje boord te worden. Maar dat het gruwelijke slavernijverleden en de doorwerking daarvan in het heden niet langer meer weggemoffeld kunnen worden, dat stond gisteravond als een paal boven water. Niettemin is er nog een lange weg te gaan.

Naast het maken van excuses kwamen ook nog de mogelijke komst van een slavernijmonument en meer voorlichting in het onderwijs over het koloniale verleden aan de orde. Ondanks de kritiek die in de speeches viel te horen, werd er helaas toch voortdurend herhaald dat “we” in dialoog met elkaar moesten blijven. Er zouden meer “dialoogavonden” moeten komen, zo klonk het, alsof die zaligmakend zouden zijn. Alsof het plompverloren en klakkeloos bijeenbrengen van een witte meerderheid en een zwarte minderheid een veilig en gezellig onderonsje gaat opleveren, in plaats van nieuwe pijn en nieuwe trauma’s voor de nazaten van tot slaaf gemaakten.

Harry Westerink


Hieronder de speeches van de We Promise-leden Marisella en Merve en die van mij. Ik mocht niet inspreken, omdat ik geen inwoner van Hoorn ben en omdat Doorbraak geen direct belanghebbende zou zijn. Daarom stuurde ik mijn inspreekreactie voorafgaand aan de raadsvergadering per mail naar alle raadsleden.

Speech van Marisella

Goedenavond, hier staan wij weer. Moedig na alle koloniale en racistische bagger die wij vorige week onder de deskundige leiding van de gemeente over ons heen hebben gehad. Een avond waar er ruimschoots tijd en aandacht was voor de witte fragiliteit en wit ongemak en weinig ruimte voor de stemmen van de nazaten van tot slaaf gemaakten, omdat de gemeente halsstarrig vasthield aan de zogenaamde gelijkwaardigheid en neutraliteit van het gesprek, terwijl ze drommels goed weet dat er geen gelijkwaardigheid is en dat je niet neutraal kan zijn bij racisme.

Niet het benoemen van racisme polariseert, maar de witte fragiliteit die mensen weerhoudt om voorbij het witte ongemak te gaan polariseert. Het witte ongemak in combinatie met een chronisch gebrek aan kennis en toch het hoogste woord willen voeren stagneert vooruitgang, verbinding en de kans om samen problemen op te lossen.

De gemeente Hoorn moet hiermee aan het werk en een goed voorbeeld geven. Afgelopen woensdag was dat namelijk niet het geval. En vanavond ook niet. Vorige week hebben wij mensen horen klagen dat de opkomst niet representatief zou zijn voor Hoorn. Ach, ze voelden zich zo in de minderheid. Wat waren ze verontwaardigd.

Welcome to our world, dacht ik.

De desastreuze impact vanwege de hoofdrol van de gemeente Hoorn in het slavernijverleden reikte ver buiten de grenzen van Hoorn, dus is het alleen maar logisch dat er ook mensen van buiten Hoorn hier aanwezig zijn en gehoord moeten worden. We zijn lang genoeg monddood gemaakt. Inspreken op dit onderwerp moet ook voor mensen buiten Hoorn mogelijk worden gemaakt. Het slavernijverleden is niet uitsluitend een Hoornse aangelegenheid.

Excuses, hier wil ik als laatste het volgende over zeggen. Wij verlangen geen excuses van de witte burger anno 2023. Wat wij verlangen van hen is dat zij kennis opdoen van onze gedeelde geschiedenis en dat ze een keertje luisteren in plaats van het hoogste woord te willen blijven voeren. Wij verlangen wel excuses van de gemeente Hoorn. Niet alleen vanwege de hoofdrol die ze hebben gespeeld in het dehumaniseren van onze voorouders, maar ook voor het in stand houden van de dehumaniserende systemen die tot de dag van vandaag doorwerken in de vorm van onder andere onderadvisering, racisme op scholen, racisme op werkplekken, racisme bij de politie, de Gouden Eeuw als marketingtool gebruiken, de VOC-verheerlijking, het criminaliseren van kritische burgers, enzovoorts.

Deze excuses zijn een beginpunt en moeten samen met de nazaten van de tot slaaf gemaakten zorgvuldig en respectvol naar onze voorouders toe worden geformuleerd. Wat neemt het weg van de gemeente Hoorn om excuses aan te bieden? Het rapport was namelijk duidelijk. Hoorn had de hoofdrol. Het was een misdaad tegen de mens. Daar moeten op z’n minst excuses tegenover staan, voordat wij verder kunnen met elkaar. Daarna moet er samen gesproken worden over herstel. Er is namelijk geen heling zonder herstel. Dit is geen punt, maar een komma!

Speech van Merve

Kaderen en vooral bepalen hoe het gesprek loopt, dat is iets dat al decennialang gebeurt en waar ook deze gemeente een hand vol van heeft. Onderwerpen als racisme, discriminatie en uitsluiting werden keer op keer aan de kant geschoven. Voorbeelden hiervan zijn de stadsgesprekken en het hervormde inclusiebeleid, beide thema’s waar racisme en discriminatie wonderbaarlijk weinig tot niet aan bod kwamen en de gemeente er door kritische burgers op geattendeerd werd dit per direct toe te voegen.

Al gaat het over racisme, en vandaag specifiek over het slavernijverleden, keer op keer bepalen de mensen die geen nazaten, geen slachtoffers of belanghebbenden zijn hoe het gesprek hierover gevoerd gaat worden. Afgelopen woensdag was ik aanwezig bij de dialoogavond en nam ik deel aan een dialooggroep. Er werd mij de vraag gesteld wat ik vond dat er moest gebeuren, mijn antwoord op deze vraag is heel duidelijk: het doet er niet toe wat mijn mening is in deze, want ik ben geen slachtoffer of nazaat van iemand uit de slavernij. Wat er toe doet, is om de verhalen van deze mensen zichtbaar, hoorbaar en kenbaar te maken. Om te luisteren, en niet luisteren om vervolgens weer te kaderen en te bepalen wat er gedaan moet worden, maar luisteren naar wat deze mensen nodig hebben en samen met hen actie ondernemen.

Dit is namelijk geen onderwerp waarin elke stem even zwaar weegt. De gemeente moet ook ophouden met het benoemen dat het een gelijkwaardig gesprek is en dat ieder zijn stem telt. Dit is helemaal geen gelijkwaardig onderwerp om mee te beginnen. Er is geen 50/50 verhouding en het is geen meeste stemmen gelden-kwestie. We hebben het hier over 400 jaar leed, trauma en pijn. Stemmen die niet gehoord zijn en mensen die niet mochten spreken. Weer gekaderd worden, elke keer voor hen bepalen.

Het verkennend onderzoek heeft plaatsgevonden en de uitkomst was niet verrassend. Ik hoorde vorige week verschillende mensen zeggen dat de volgende stap het afwachten van een verdiepend onderzoek moet zijn, eer wij handelen als gemeente. Onzin. Voer een verdiepend onderzoek uit EN kom nu al in actie. Hoe rijmen we bijvoorbeeld een inclusiebeleid en de uitkomst van dit onderzoek met het behouden van een genocidepleger op een sokkel? Het antwoord is simpel: dat valt niet te rijmen.

Ik wil nogmaals benadrukken dat dit onderwerp geen discussiepunt moet zijn en dat niet ieder zijn stem even zwaar weegt. Ik spreek mij vandaag uit voor de nazaten, de slachtoffers en een ieder die achter rechtvaardigheid staat. Ik spreek niet namens hen, maar versterk het geluid dat jarenlang genegeerd is. Het is tijd dat dit de norm wordt.

Speech van Harry

Namens Doorbraak (www.doorbraak.eu) wilde ik vanavond (12 september 2023) een inspreekreactie geven bij agendapunt 5.1. (onderzoeksrapport over het slavernijverleden van Hoorn) van de vergadering van de gemeenteraadscommisie. Doorbraak is een landelijke anti-racistische en anti-koloniale organisatie. De leden van deze organisatie zijn onder meer actief tegen koloniale verheerlijking in de openbare ruimte. Ook in Hoorn. Maar ik mag niet inspreken, zo heb ik begrepen, omdat ik niet in Hoorn woon en omdat Doorbraak geen direct belang in de gemeente Hoorn zou hebben. Daarom stuur ik de gemeenteraadsleden van Hoorn langs deze weg mijn inspreekreactie.

Het onderzoek naar het slavernijverleden van Hoorn laat zien dat het stadsbestuur indertijd tot aan zijn nek in de slavernij zat. Dat hoeft geen verbazing te wekken en dat wisten we allemaal al. Wat wel verbazing en vooral veel ergernis en woede wekt, is waarom het stadsbestuur tot en met vandaag is blijven doorgaan met koloniale verheerlijking in de openbare ruimte.

Kolonialisme en slavernij zijn misdaden tegen de menselijkheid. De gevolgen van die misdaden werken door tot in het heden. Dat zien we bijvoorbeeld aan standbeelden en monumenten die koloniale misdadigers eren. Zoals Jan Pieterszoon Coen en Willem IJsbrantszoon Bontekoe, die in Hoorn nog steeds volop worden verheerlijkt. Onder verantwoordelijkheid van Coen werden 14.000 van de 15.000 inwoners van de Banda-eilanden afgeslacht. Onder zijn verantwoordelijkheid werden tot slaaf gemaakten op die eilanden aan de dwangarbeid gezet. In opdracht van Coen maakte Bontekoe honderden mensen in China tot slaaf. Bontekoe was een medeplichtige loopjongen van de genocidepleger Coen.

Al sinds de komst van het standbeeld van Coen is er protest tegen geweest. Na 130 jaar moeten we zeggen: dit standbeeld staat er al 130 jaar te lang. Het had niet gisteren moeten worden weggehaald, nee, het had nooit mogen worden neergezet. Het is volkomen immoreel om koloniale misdadigers met een standbeeld te eren. Nog in 2011 liet de gemeente Hoorn zonder blikken of blozen een buste van Bontekoe in de haven van Hoorn plaatsen. Nog maar 12 jaar geleden was er voor de gemeente blijkbaar geen vuiltje aan de lucht, als het ging over het koloniale verleden. Na 12 jaar moeten we zeggen: dit borstbeeld staat er al 12 jaar te lang. Het had niet gisteren moeten worden weggehaald, nee, het had nooit mogen worden neergezet. En maak dan meteen ook maar een einde aan die jongensboekenromantiek van de scheepsjongens van Bontekoe. Weg met al die koloniale trots, nostalgie en zelfgenoegzaamheid!

De verering van Coen, Bontekoe en al die andere koloniale schurken moet stoppen. Om te beginnen moet het standbeeld van Coen weg. De tijd is rijp, zelfs overrijp, om het beeld in een museum te gaan plaatsen, voorzien van de juiste context. Als we dat beeld gaan weghalen, dan verdwijnt niet de geschiedenis. Het Coen-beeld is geen geschiedenis, het is chauvinistische, nationalistische en koloniale propaganda. Als we die propaganda weghalen, dan wordt de verschrikkelijke koloniale geschiedenis van dehumanisering, onderdrukking, uitbuiting, land- en grondstoffenroof, slavernij en dwangarbeid eindelijk zichtbaar. En dan komt eindelijk ook het eeuwenlange, maar vaak weggemoffelde verzet tegen het Nederlandse kolonialisme in beeld.

Zet daarom in plaats van een beeld van Coen een slavernijmonument op de Roode Steen. Richt daar een monument op voor de slachtoffers van het Nederlandse kolonialisme. Herdenk daar de mensen van kleur die in de Nederlandse koloniën eeuwenlang hebben gestreden voor hun vrijheid en onafhankelijkheid en tegen koloniale onderdrukking en uitbuiting. Om een begin te maken met het proces van dekolonisering van de openbare ruimte moet de regie van dit proces in handen komen en blijven van mensen van kleur, van nazaten van tot slaaf gemaakten en nazaten van andere slachtoffers van het Nederlandse kolonialisme.

Stop koloniale verheerlijking, begin met dekolonisering!