Zwarte bladzijden

Ook in het Rijksmuseum in Amsterdam is er weinig aandacht voor het slavernijverleden. In de zaal “Nederland Overzee” staat op het uitlegbord: “Zij [Nederlandse kooplieden] voeren naar West-Afrika om er ivoor en goud te halen, naar de Cariben voor zout en naar Brazilië voor suiker.” De slavenhandel wordt letterlijk niet vermeld. Ik loop door het museum met Gideon Everduim, bekend als rapper Gikkels en actief op het gebied van racismebestrijding. Everduim: “Voor mij is de Gouden Eeuw één grote roverij. Hier wordt het op zo’n heldhaftige manier gebracht. Alsof de VOC en de WIC de zeeën aan het beschermen waren. Maar van wie is de zee? Alsof ze specerijen haalden zonder bloedvergieten. Zolang de geschiedenis nog steeds vervalst wordt, is dat een knelpunt voor iedereen. Ook voor autochtone Nederlanders. Onbewust blijven die in een superioriteitswaan hangen.” Op een andere verdieping hangen diorama’s van plantages en van het straatleven in Paramaribo ten tijde van de slavernij. Everduim is not impressed. “Het wordt rooskleurig gebracht. Zo van: iedereen was lekker aan het chillen. Beetje mango’s aan het eten. Maar het barbaarse van het systeem komt niet naar voren.” Hij wijst naar een donkere man in een van de diorama’s die tegen een paal aan hangt. “Dat is weer een verbeelding van het stereotype van de luie Afrikaan. Maar de echte luilak was natuurlijk de witte opzichter!” In een glazen vitrine wordt een erepenning tentoongesteld die een “slaaf George” ontving voor het verraden van ontsnapte Afrikanen. De tekst erbij luidt: “De plantageslaaf George voorzag het koloniale bewind van belangrijke informatie zodat de opstandelingen konden worden vervolgd.” “Slaaf George, dat was nou typisch een Redi Moesoe”, legt Everduim uit. “Een verrader. Onze helden zijn Tula, Boni, Baron en Joli Coeur. Ze leefden in de bossen van Suriname. Vrijheidsstrijders, maroons die vochten tegen de onderdrukker. Tegen de barbaren, de Nederlandse kolonisator.” ‘Slaaf George, dat was nou typisch een Redi Moesoe,’ legt Everduim uit. ‘Een verrader. Onze helden zijn Tula, Boni, Baron en Joli Coeur. Ze leefden in de bossen van Suriname. Vrijheidsstrijders, maroons die vochten tegen de onderdrukker. Tegen de barbaren, de Nederlandse kolonisator.’

Sunny Bergman in Zwarte bladzijden (VPRO)