Paraplu’s tegen politiegeweld: revolte in Hong Kong

Plu tegen traangas?
Plu tegen traangas?

Een “Paraplu Revolutie” wordt het al genoemd, de omvangrijke, felle en tamelijk effectieve protesten die in Hong Kong de laatste dagen om zich heen hebben gegrepen. Die paraplu’s zijn de voorwerpen die betogers gebruiken om zich het traangas van het lijf te houden. In deze tijden van oorlog en oorlogsdreiging vormen de taferelen in Hong Kong een vrij vrolijk stemmend tegenwicht. Het gaat om gebeurtenissen die meer aandacht ter radicale linkerzijde verdienen dan ze tot nu toe hebben gekregen.

De protesten zijn al enkele maanden geleden begonnen. De aanleiding vormt het besluit van de autoriteiten in Hong Kong om weliswaar rechtstreekse verkiezingen met meerdere kandidaten toe te staan, maar die kandidaten waaruit dan gekozen mag worden door een comité aan te laten wijzen. Van vrije keuze en kandidaatstelling is dus geen sprake. Het besluit om de beloofde verkiezingen zo te regelen, kwam uit China. Hong Kong maakt sinds 1997 officieel deel uit van China, maar heeft volgens de clausule “één land, twee systemen” een redelijk zelfstandige positie, en kent aanzienlijk meer democratische vrijheden dan het vasteland. In Hong Kong kan bijvoorbeeld het bloedbad dat de Chinese staat in juni 1989 onder demonstranten aanrichtten, jaarlijks door grote menigten openlijk en legaal worden herdacht. Dat hoef je in Beijing of Sjanghai niet te proberen zonder rekening te houden met arrestatie en aanverwant politiegeweld. Er is dus in Hongkong sprake van een beperkte vorm van liberale democratie, en veel mensen zien dat graag uitgebreid tot open verkiezingen. China blokkeert dat met haar beperking van de kandidaatstelling.

Paraplu's.
Paraplu’s.

Die beperking was aanleiding voor mensen om te gaan demonstreren. Maar al voordat deze beperking werd aangekondigd, was er pro-democratische activiteit. In juni hield een protestbeweging die zich “Occupy Central for Love and Peace”, kortweg Occupy Central, noemt, een informeel referendum voor democratische hervormingen, waaraan naar eigen zeggen 792.000 mensen deelnamen. Op 1 juli volgde “wat waarnemers zeiden dat de grootste pro-democratie-manifestatie in Hong Kong in een decennium” was. Aansluitend hielden studenten een sit-in. Dat vond de politie dus niet goed. Die maande de actievoerders om te vertrekken, en pakte vervolgens vijfhonderd demonstranten op. Demonstranten riepen: “Ik heb het recht om te demonstreren, we hebben geen politietoestemming nodig”. Enkele dagen later arresteerde de politie vijf mensen die actief waren bij het opzetten van de demonstratie. Het waren nog bescheiden voorboden van wat zich in de nazomer en de herfst zou gaan afspelen aan protest en aan repressie.

Traangas.
Traangas.

Op 31 augustus besloot het Chinese Volkscongres tot de genoemde maatregel die de vrije kandidaatstelling van hogerhand inperkt. Bij een bijeenkomst waar een lid van dat parlement het besluit in Hongkong kwam toelichten, “hielden demonstranten spandoeken omhoog en riepen ze dat Peking zich moest schamen”. Dat kwam actievoerders op pepperspray van de politie te staan. De toon was gezet.

In de tweede helft van september kregen de protesten vaart. Op 22 september begonnen studenten een collegeboycot. Op 26 september was er een sit-in van vijftig actievoerders bij een regeringsgebouw. Toen actievoerders het bijbehorende stuk grond op gingen, viel de politie hen aan. “De politie was rond 8:00 uur Nederlandse tijd bezig de overgeblevenen te arresteren en dreef ze met pepperspray terug.” Honderd anderen hadden de sit-in-actievoerders aangemoedigd. Beide kanten telden gewonden.

Massale demonstratie.
Massale demonstratie.

Studentenacties brachten Occupy Central ertoe om haar campagne van burgerlijke ongehoorzaamheid, die ze vanaf 1 oktober wilde voeren, te vervroegen. Op 27 en 28 september blokkeerden tienduizenden actievoerders verkeersknooppunten en straten in de stad. Op 27 september gebruikten agenten weer pepperspray. Het aantal actievoerders bedroeg intussen 80 duizend mensen. Toen agenten er niet in slaagden om betogers met pepperspray te verdrijven, gebruikte de politie de dag erop traangas. Dat was sinds 2005 niet meer gebeurd. Actievoerders hadden zich intussen gebarricadeerd tegen het politiegeweld. Ze wisten van geen wijken. Op 26 september waren ze al een keer door een politiecordon heen gebroken. Aanhoudende waarschuwingen van de politie om weg te gaan, haalden weinig uit. Wel hielden agenten 78 actievoerders aan, maar gezien de omvang van de menigten is dat geen overweldigend aantal. Betogers kampeerden vervolgens gewoon op straat. De politie was intussen door de grote aantallen vasthoudende betogers uit delen van het centrum feitelijk teruggedrongen. En vanaf uiterlijk 28 september was er opeens aandacht voor dat voorwerp dat de beweging van een naam voorzag: de paraplu, als “protestsymbool” en als bescherming tegen traangas.

Het regent traangas-granaten op de demonstranten.
Het regent traangasgranaten op de demonstranten.

Studenten waren gangmakers geworden van de protesten die echter al eerder door Occupy Central, “aangevoerd door een socioloog, een dominee en een rechtsgeleerde”, waren gelanceerd. Vervolgens voegden door Occupy Central opgeroepen demonstranten zich bij de sit-in die studenten hadden gelanceerd. De beweging “gaf toe dat de studentenbeweging hun steun onmiddellijk nodig had”. Dat was gisteren. Een van de Occupy-aanvoerders zei: “Occupy Central begint meteen”. Intussen waren het sowieso allang niet meer alleen studenten die actie voerden. “Betogers krijgen nu steun uit andere lagen van de bevolking.” Zo heeft de onderwijsbond opgeroepen tot een staking. En financiële instellingen hebben personeel toestemming gegeven om te staken. Veel mensen gingen niet naar hun werk. NOS-correspondent Marieke de Vries sprak van een “kat-en muis-spel” van betogers en agenten. “Soms trekt de politie zich even terug en winnen betogers terrein. Ze zitten op veel meer plekken dan het financiële centrum.” Intussen is er berichtgeving dat er al docenten en sociaal werkers niet naar hun werk gaan, wegens stakingsoproepen vanuit vakbonden, niet alleen die onderwijsbond. Zo is Hong Kong het toneel geworden van een stevige opstand voor democratische verlangens.

Massaal 's nachts op straat bivakkeren.
Massaal ’s nachts op straat bivakkeren.

De autoriteiten en hun politie staan tegenover de demonstranten. Het zakenleven in feite ook: dat vreest onrust, net als natuurlijk de regering van China waar Hong Kong deel van uitmaakt. De nachtmerrie daar is ongetwijfeld dat het vuur overslaat naar Chinese steden en naar
fabrieken waar al keer op keer groepen arbeiders in actie zijn voor betere arbeidsvoorwaarden. Autoriteiten staan voor het dilemma: toegeven en proberen de strijd in te kapselen via concessies? Dat is wat in China zelf momenteel geprobeerd wordt door de staatsvakbonden wat meer ruimte te gunnen om zich een beetje als belangenbehartigers van arbeiders te gedragen, en door verkiezingen van vakbondsbestuurders hier en daar toe te laten. Ook bedrijven moedigen soms vakbondsactiviteit aan, om onvrede te kanaliseren. Zulke onvrede is er ruimschoots, het aantal voornamelijk wilde stakingen in China is zeer aanzienlijk. Het risico voor de staat en de bedrijven is natuurlijk dat arbeiders de groeiende speelruimte benutten om verder te gaan dan de autoriteiten en de ondernemers aanvaardbaar vinden.

Hong Kong september 2014.
Hong Kong september 2014.

Dat risico is er ook als de protesten in Hong Kong – geen specifieke arbeidersprotesten, maar wel acties waaraan arbeiders moed kunnen ontlenen om voor hun verlangens op te komen – hun kracht kunnen ontplooien. Maar het risico van botte repressie tegenover een al zo gegroeide en zelfbewuste beweging als in Hong Kong is dat die repressie alleen maar grotere woede oproept. Nu al is dit geen gewone protestbeweging, maar een beweging van daadwerkelijk verzet op straat. Voornamelijk vreedzaam, maar er vallen gewonden aan beide zijden van de barricades.

Het radicalisme van de opstand in Hong Kong zit overigens niet in de eisen op zichzelf. Die zijn liberaal-democratisch, en zouden bij inwilliging op zichzelf de machthebbers niet wezenlijk bedreigen. Zolang het grote geld regeert, en zolang een sterk bureaucratisch machtsapparaat de dienst helpt uitmaken, is het geen drama als via verkiezingen de bevolking een paar bestuurders mogen kiezen. Hun positie is immers ingebed in structuren waar bureaucratie en grote bedrijven de dienst uitmaken. Politici zijn weinig meer dan uitvoerders van wat politieke en economische machthebbers willen. Vrije verkiezingen veranderen daar op zichzelf niets aan. Maar het blokkeren van vrije verkiezingen is wel een klap in het gezicht van een bevolking die terecht naar meer vrijheid verlangt. Machthebbers die zo’n klap uitdelen en er mee weg komen, kunnen ook makkelijker andere rechten – het recht op demonstratie, op organisatie, het stakingsrecht – aanvallen. Dat zijn veel fundamentelere zaken. De inperking van democratische kandidaatstelling die China wil doordrukken, van tafel
krijgen is daarom wel degelijk van belang: symbolische overwinningen doen er toe.

Spandoeken aan viaduct.
Spandoeken aan viaduct.

Maar het echte belang zit in de strijd zelf! Omvangrijke burgerlijke ongehoorzaamheid, sit-ins bij een regeringsgebouw, kamperen en bivakkeren op straat dwars tegen politie-instructies in – daarmee trotseren tienduizenden mensen de wet en de autoriteiten. Dat is op zichzelf een anti-autoritair wapenfeit van belang. En ze doen dit in het hart van een van de grote financiële centra van de wereld. Dat ze geen expliciete eisen tegen die wereld, tegen het grote geld naar voren brengen, mag zo zijn. Maar demonstranten voelen wel degelijk frustraties vanwege bijvoorbeeld inkomens die bij hoge inflatie achterblijven. Het protest is niet alleen maar politiek, er speelt wel degelijk sociale onvrede mee.

Ook belangrijk is dat verschijnsel dat we steeds tegenkwamen bij de opstandsbewegingen van de laatste jaren, zowel tijdens de Arabische Lente als bij Occupy en soortgelijke latere protesten in Turkije en Brazilië. Niemand heeft de leiding. Niemand heeft centrale greep. Een plaatselijk politicus merkt op: “Wat we gezien hebben, is spontaan… zonder leiding, zonder organisatie van te voren, uit zichzelf gewild… een volksbeweging. We willen eenvoudig elementaire waardigheid. We willen gerespecteerd worden.” Mooipraterij van een politicus die zich als vriend van het volk wil neerzetten? Dat kan best meespelen. Maar vanuit de protestbeweging zelf wordt dit beeld bevestigd. “Occupy Central zegt dat geen enkele groep afzonderlijk de leiding heeft van de protesten, en dat mensen weigerden om zich te verspreiden, ook nadat ze hen dat vroegen nadat de politie traangasgranaten liet afgaan.” Het beeld dat we uit allerlei nieuwsbronnen zien van grote groepen mensen die etmaal na etmaal protesterend op straat bivakkeren, de politie trotseren en gewoon hun eigen ding doen, komt met deze uitspraken best overeen. Op de straten en pleinen van Hongkong heerst geen strakke gecentraliseerde organisatie, maar woedt een fors vleugje aanstekelijke anarchie. Mooi!

Hoe gaat dit verder? De grote vraag is: wat gebeurt er in en vanuit de rest van China? Die staat “wil graag een eind aan de protesten om te voorkomen dat Chinezen van het vasteland aangemoedigd worden”. Maar gaat China ingrijpen, en hoe dan? Zijn mensen in China intussen al zover aangemoedigd dat ze zelf solidariteitsacties gaan organiseren? Elders al wel: “Media in Taiwan berichtten dat studentenleiders de lobby van het kantoor van de vertegenwoordiger van Hong Kong op het eiland bezetten, als teken van solidariteit.”

Activisten in Ferguson tonen hun solidariteit met het protest in Hong Kong.
Activisten in Ferguson tonen hun solidariteit met het protest in Hong Kong.

Dit zijn de echte vriendinnen en vrienden van de demonstranten in Hong Kong: studenten en anderen die solidariteitsacties voeren, of gewoon zelf een soortgelijke strijd met de plaatselijke machthebbers beginnen. Maar de demonstranten hebben ook het soort vrienden waar je je ergste vijanden liever niet mee wilt opzadelen. “Het Witte Huis heeft de autoriteiten opgeroepen om zich in te houden tegenover de demonstranten die meer democratie willen.” In de VS, met dezelfde hoofdbewoner in het Witte Huis, worden demonstranten natuurlijk met dezelfde botte methoden aangepakt als momenteel in Hong Kong. Dat kun je desgewenst navragen in Ferguson. De vermaningen van de VS tegen politiegeweld in Hong Kong zijn dan ook huichelarij. Ze zijn ook schadelijk, want ze maken het de Chinese autoriteiten extra makkelijk om demonstranten af te schilderen als onpatriottisch, als agenten van het westen en dergelijke. En ja, dat de VS dit type democratisch protest probeert te manipuleren om haar Chinese rivaal op het wereldtoneel dwars te zitten, is best aannemelijk.

Maar zulke pogingen zijn geen goede reden voor linkse en radicale mensen om geen sympathie en solidariteit voor de acties in Hongkong te voelen en te uiten! Die acties zijn in grote lijnen rechtmatig, juist en goed, groots in hun omvang. Het enthousiasme en de rebelse dynamiek van de demonstraties, de sit-ins en de confrontaties bij de barricades doen ongetwijfeld menig opstandig hart in deze verder nogal kille tijden een beetje sneller en vrolijker kloppen.

Peter Storm
(Blogt op Ravotr)