Column: We moeten leren onze eigen communicatie op te zetten

Je kunt Doorbraak ook vinden op Todon, een prima van onderop-alternatief voor Twitter.

Stel je voor, je krijgt op een demo een anti-fascistische flyer met op de achterkant het logo van Shell, het bedrijf dat de printerkosten sponsorde. Of je wordt meegevraagd naar het lokale kraakspreekuur dat wordt gehouden in… de McDonald’s.

Daar gaat iets mis, toch? Als we een socialistische en gelijkwaardige toekomst willen bouwen, dan hebben we ook nu al een verantwoordelijkheid om zo min mogelijk mee te werken aan onderdrukking, corporate branding en uitbuiting. Dan maar een iets krakkemikkiger flyer. Dan doen we het spreekuur maar een keertje in het park.

Dat dit soort kritisch bewustzijn er toe doet, zou geen nieuws moeten zijn. Maar waarom bouwen we online onze ‘autonome’ en ‘alternatieve’ infrastructuur dan nog altijd vaak in de ommuurde tuinen van surveillancekapitalisten Zuckerberg en Musk? Daar is namelijk weinig autonooms of alternatiefs aan. Ik zie voortdurend aankondigingen die alleen op Facebook of Insta staan. Discussies en campagnes die voornamelijk op Twitter gevoerd worden. En eerlijk gezegd zie ik het verschil met McDonald’s en Shell niet zo.

Het probleem is niet dat het hypocriet is. In een neo-liberale kapitalistische maatschappij is het onmogelijk om als anti-kapitalist of socialist geen dingen te doen die in strijd zijn met je principes. We zijn immers afhankelijk van het systeem dat we omver proberen te gooien. Toch geeft dit je geen vrijbrief om door te gaan met dingen die je makkelijk kunt laten. Online doen we te vaak nog wat het kapitaal van ons verwacht, terwijl het bouwen van alternatieven ons eigenlijk veel meer zou helpen.

De kapitalistische sociale media ondermijnen namelijk wat we proberen te doen. Dat is het probleem. Zoals Jodi Dean krachtig heeft beargumenteerd, iedere keer dat we daar iets posten, delen, of anderen uitnodigen om op deze gesloten platforms in te loggen om zo mee te kunnen doen, iedere keer dat we dat doen, maken we deze kapitalistische monopolies op communicatie en netwerken sterker. Zulke monopolies leren omzeilen is noodzakelijk om een socialistische en gelijkwaardige toekomst dichterbij te brengen. Maar nu doen we vaak nog het tegenovergestelde.

Natuurlijk, velen van ons zijn al in meerdere of mindere mate verstrikt. Dat geldt ook voor mijzelf. Surveillancekapitalisten hebben een val gezet van een schijnbaar neutrale, gratis omgeving. Twitter, Instagram en Facebook zijn aan ons verkocht als publieke ruimte. Maar dat zijn ze niet. Met hun apps buiten de surveillancekapitalisten ons uit. Ze leren ons de kunstjes die hun verdienmodel verstevigen. Hun algoritmen dwingen ons boodschappen aan te passen, aanpassingen die we vaak onbewust maken om onze accounts en netwerken te behouden, en ervoor te zorgen dat onze berichten worden opgepikt. Ze zorgen ervoor dat we de controle over onze communicatie kwijt raken, en dat we als beweging vergeten hoe we zonder hun software kunnen.

Daarom hoop ik dat steeds meer groepen duidelijk zullen afspreken eigen communicatie op te zetten in plaats van dit over te laten aan Big Tech en de sociopatische miljardairs die erachter schuilgaan. Schakel over op Matrix, Mastodon of andere open software en kanalen. Samen moeten we die leren gebruiken, om te laten zien dat alternatieve ruimten en vrijplaatsen écht mogelijk zijn, ook online.

Dit betekent niet direct dat er helemaal geen plaats is voor de kapitalistische sociale media in onze organisaties en acties. We moeten roeien met de riemen die we hebben, en soms wil je mensen ver buiten je netwerk bereiken. Maar denk eraan: je zou ook geen bijeenkomst plannen in de McDonald’s, en je flyers ook niet laten sponsoren door Shell. De kapitalistische platforms zoals Facebook, Instagram en Twitter zouden echt nooit je hoofdpodium moeten zijn. Want dan gaat er namelijk iets mis, toch?

Maarten