De Radboud Universiteit heeft een groot probleem

De universiteit waar ik voor werk was deze week maar liefst drie keer in het nieuws rond één specifiek thema: sociale (on)veiligheid en (seksuele) intimidatie.

Ten eerste was daar de rapportage van Argos, waaruit bleek dat een prominente hoogleraar psychologie lange tijd minstens twee studenten en/of medewerkers (binnen en buiten de universiteit) had gestalkt en geïntimideerd. Hij kwam er vanaf met een formele (niet-publieke klacht), ook al was hij aantoonbaar al eerder door een collega aangesproken op zijn gedrag.

Toen was er vrijdag het nieuws dat het aantal meldingen van ongewenst gedrag op onze universiteit tussen 2019 en 2022 was gestegen van 69 naar 225 per jaar. Zaterdag lazen we in de krant dat in 2018 een klacht van seksuele intimidatie tegen onze eigen rector gegrond is verklaard. Maar de universiteit hield dit voor zich (het werd ook niet geanonimiseerd vermeld in het jaarverslag, zoals in andere gevallen het beleid is). Dezelfde rector is de afgelopen jaren nota bene verantwoordelijk geweest voor veiligheid op de campus.

“We doen er alles aan om een veilige plaats te zijn voor al onze studenten en medewerkers. Helaas slagen we daar niet altijd in”, aldus de vicevoorzitter van de RU gisteren in de krant. Het is moeilijk om dergelijke woorden nog serieus te nemen, na alles dat er deze week bekend is geworden. Echt, “álles?” Heus, “niet altijd?”

Onze universiteit heeft een heel groot probleem. Dat probleem heeft verschillende fundamentele oorzaken: een te sterke (formele én informele) hiërarchie tussen medewerkers, een algemeen gebrek aan transparantie, een doofpotcultuur waar het gaat over sociale veiligheid (vaak onder het mom van ‘privacybescherming’) en vooral ook een structureel gebrek aan gendergelijkheid.

Het wordt tijd voor een radicaal andere academische cultuur (en nee, niet alleen op de Radboud Universiteit, maar laten we daar eens beginnen).

Mathijs van de Sande

(Dit stukje is een bewerking van een draadje op Mastodon.)

Er kwam een reactie op van Edwin van Meerkerk: “Ik doe niets af aan wat er is gebeurd, maar wil toch wel inbrengen dat deze zelfde rector niet alleen voor de bühne heeft gepreekt voor sociale veiligheid, maar structureel en intensief bezig is geweest om hier écht werk van te maken. Daar verdient hij wat mij betreft echt alle lof voor.”

Mathijs van de Sande: “Die inspanning was en is er, ontegenzeggelijk. Tegelijkertijd is het bijzonder pijnlijk om steeds weer te moeten zien hoe, op verschillende dossiers, het gebrek aan transparantie een betekenisvol gesprek en collectief leerproces in de weg staat. Geldt hier ook: het had zó veel kunnen schelen als de rector zijn publieke statement van deze week gewoon in 2018 had gemaakt. Nu werpt het gebrek aan transparantie in deze casus wat mij betreft een schaduw over verschillende vergelijkbare dossiers in de afgelopen jaren (waar dat niet zelden ook een structureel issue bleek, en waar hij direct bij de afhandeling betrokken was).”